Redactioneel – 26 augustus 2015

  • Datum 26-08-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Al meer dan 100 jaar wordt de manier waarop we praten en schrijven over film — vaak zonder dat we het weten — sterk beïnvloed door het jargon van vakblad Variety. De reguliere filmliefhebber zal het waarschijnlijk alleen kennen van naam. Professionals lezen het, omdat je film internationaal pas ‘bestaat’ als hij in Variety (of een van de andere ’trades’ zoals Screen of The Hollywood Reporter) besproken is. En distributeurs en festivalprogrammeurs vermaken zich met het koffiedik kijken dat volgens het Variety-stijlboek altijd aan het einde van de eerste alinea hoort: ‘Pic will play well in specialized European arthouses.’ Dat zijn dan de Nederlandse filmtheaters, want wij hebben een van de rijkste distributieculturen ter wereld. Maar dat terzijde.
De Variety ‘Slanguage’ is al sinds het tijdschrift in 1905 werd opgericht zo goed als onveranderd gebleven, veel termen zijn afkortingen — bio(graphical)pic(ture), docu(mentary), hype (hyperbole, kunstmatig opgeklopte verwachtingen) — en zijn zo ingeburgerd dat je ze ook in Nederlandse kranten kunt tegenkomen. Andere zijn zo specifiek — helmer (regisseur), scribbler of scripter (schrijver), spec script (een script dat iemand op de bonnefooi heeft geschreven) — dat het vreemd staat als je ze buiten de context leest (beginnende recensenten opgepast!). En vaak zijn ze afkomstig uit een archaïsch vaudevilletaaltje dat niemand meer spreekt, maar herinneringen oproept aan een tijd dat mensen daadwerkelijk nog naar de kiosk renden om recensies te lezen. (Variety was in Amerika ooit een dagblad en besprak ook theater en musicals).
Dat er zoiets als een officiële lijst (google slanguage dictionary) bestaat ontdekte ik op een film fest in Oz waar ik samen met een van de Variety crix was uitgenodigd als mentor van een workshop voor jonge collega’s. Wist je dat ‘sex appeal’ voor het eerst in Variety werd gebruikt?
Bestaat er eigenlijk ook zoiets als typisch Nederlands filmjargon? Het eerste waar ik aan moest denken was het woord ‘rolprent’ dat je nog wel eens tegenkomt in stukken van jonge schrijvers (ja, ik heb me er zelf ook aan bezondigd) die iets te fanatiek in het synoniemenwoordenboek hebben gebladerd. Dat woord is zo oubollig dat je er verre van dient te blijven hoorde ik later.
Maar wat zou het heerlijk zijn als we onze recensies zouden kunnen kleuren met woorden als chantoosie of ducats. Al vrees ik dat er een flinke pour aan te pas zal moeten komen voordat we durven toegeven dat we ze allemaal uit het bargoens woordenboek hebben gepikt.

Dana Linssen | twitter @danalinssen

Geschreven door