Redactioneel – 25 maart 2015

De phenakistiscope
In de week dat wij deze Filmkrant maakten was er een zonsverduistering. Een lichtspektakel waarvoor we niet eens het bioscoopduister hoefden op te zoeken, maar alleen naar buiten kijken. Als het tenminste niet de meest grijze dag van de afgelopen winter was.
Het was zo grauw dat we zelfs vergaten waar het zuidoosten was.
Waar kwam het licht vandaan?
Terwijl we via een livestream meekeken met de cockpit van een vliegtuig dat boven de wolken boven de Faeröer-eilanden vloog, waar de zon langzamerhand de vorm van een maansikkeltje kreeg voordat het licht helemaal zou verdwijnen, keken we toch nog maar een keer naar buiten. En daar was hij. Een lachend maantje van helder wit oplichtend in de vuilwitte lucht.
Met zoveel wolkensluier was het vast wel even veilig om zonder eclipsbrilletje te kijken.
Ik moest aan Joseph Plateau denken, de Belgische uitvinder van de phenakistiscope — een ronde schijf met afbeeldingen die in beweging gebracht de illusie van bewegende beelden gaf — die blind werd nadat hij in zijn leven teveel in de zon had gekeken. Plateau onderzocht de nawerking van licht op het netvlies, het verschijnsel dat een beeld nog even op het oog blijft ‘hangen’.
Deze en andere ontdekkingen zouden onder andere leiden tot de ontdekking van de cinematograaf van de gebroeders Lumière.
Is film ontstaan door te lang in de zon te kijken?
Of is de filmgeschiedenis zelf ook projectie van dat idee op deze eerdere experimenten?
Als trouwe lezer van de Donald Duck (ja, ik weet het, een vervelende eend, maar ik ben zo dol op Kwik, Kwek en Kwak) werd ik deze week ook vergast op een speciaal filmnummer. Het is immers 120 jaar geleden dat de Lumières hun eerste filmvertoning organiseerden. Oom Donald heeft van Oom Dagobert een oude filmcamera uit zijn rommelkluis gekregen met een wel heel bijzondere eigenschap: alles wat hij filmt wordt door de camera opgeslokt — net zoals de zon door het zwarte gat van de maan — maar komt weer tevoorschijn als hij het filmpje afspeelt (de kinematograaf was immers camera en projector ineen). Niet als filmbeeld maar in het echt.
In de wereld van Donald Duck is dat geen wonder. Het is "gewoon een kwestie van projecteren".
Maar Kwik, Kwek en Kwak willen het naadje van de kous weten. En aan wie kunnen ze dat beter vragen dan aan de gebroeders Lumière zelf? Dus toveren ze de beide heren met hoge hoed en al tevoorschijn door ze eerst te filmen vanaf hun eiPhone waarmee ze alle films kunnen bekijken die ooit gemaakt zijn.
Ik wil ook zo’n eiPhone.
Dana Linssen | twitter @danalinssen