Redactioneel – 16 oktober 2010

Het bijzondere van de eerste demonstratie tegen de voorgenomen bezuinigingen op kunst en cultuur op het Malieveld in Den Haag was niet alleen dat er op zeer korte termijn 3000 mensen op de been kwamen. Die 3000 mensen zijn een voorbode. Het was ook niet het spandoek dat zei: "Wat valt er nog in te burgeren als we onze eigen cultuur kapotmaken?" Het waren de gesprekken die plaats vonden tussen vrienden en bekenden en nieuwe geestverwanten. Gesprekken die niet zo snel in slogans zijn te vertalen, maar die zochten naar nieuwe woorden om uit te drukken waarom kunst en cultuur belangrijk zijn voor onze samenleving. Er werd gelachen om elkaars economische argumenten: de meeste mensen in de cultuursector werken namelijk noodgedwongen harder dan anderen en verdienen minder. Laat Rutte en co. het maar niet horen want anders maken ze daar straks ook weer misbruik van. En als al die mensen straks op straat staan, waar zijn dan de banen die opeens eerbiedwaardige burgers van ze moeten maken? Het economische argument is sterk, maar cynisch. De waarde van kunst en cultuur voor de economie, voor wetenschap en innovatie, er zijn misschien geen rekenmodellen voor, maar iedereen realiseert zich toch hopelijk dat als je denken, fantaseren, creëren en experimenteren afschaft, je straks ook niet zo heel erg veel democratie en vrijheid van meningsuiting over hebt om je druk om te maken. Het is maar goed dat de waarde van kippenvel en artistieke vervoering niet in harde euro’s zijn uit te drukken. Ze zijn namelijk onbetaalbaar. Het beste van die vrijdag in Den Haag was dat men met elkaar sprak, luisterde, twijfelde, het soms niet begreep en zelfs niet altijd met elkaar eens was. Er wordt in de cultuursector nu opgeroepen tot het spreken met één stem. Dat is goed en belangrijk. We delen dezelfde inspiratie. Maar dat kan niet anders dan een meerstemmig koor zijn. Misschien is dit niet het moment waarop iedereen elke losse gedachte moet ventileren in de woeste wereld van de meningenindustrie. Maar laten we vooral wel onze zelfkritische vermogens behouden. Zelfcensuur uit angst is de eerste stap op weg naar het einde. Wij kunnen natuurlijk alleen maar voor film spreken, waar het verhaal wordt verteld door shot én tegenshot tezamen.
Dana Linssen