Op ooghoogte #44

Parijs

Masculin Féminin (Jean-Luc Godard, 1966)

Mark Cousins (The Story of Film, Atomic, Stockholm My Love) schrijft voor de Filmkrant over film- en beeldassociaties. Deze maand was hij in Parijs.

Ik was het afgelopen weekend in Parijs. Elke keer als ik daar ben valt het me weer op hoe filmisch die stad is. Die cafés, boulevards en de kades langs de Seine bepalen voor een groot deel hoe ik me cine-steden voorstel.
Andere steden lijken op het eerste gezicht minder filmisch. Geweldige plaatsen als Amster­dam, Stockholm, St. Petersburg, Beijing en Tokyo zijn visueel minstens even inspirerend en opwindend, maar lijken zich filmisch minder op de voorgrond te dringen. Hun fysieke stedelijke aanwezigheid spreekt minstens evenzeer tot de verbeelding als die van de Lichtstad, maar ze zijn de sterren van andere verhalen — van literatuur, politiek, geschiedenis en ideeën.
De voor de hand liggende reden waarom we aan Parijs denken als we aan film denken — en vice versa — is omdat het de plek is waar de filmkunst aan het einde van de jaren vijftig, begin jaren zestig werd heruitgevonden. Net zoals de Italiaanse Renaissance voor altijd verbonden zal zijn met Florence, Rome en Venetië, waardoor we het schilderachtige locaties noemen. De afrekening met het respect voor de vorige generaties, z’n studio-esthetiek en theatrale stijl, die de Franse Nouvelle Vague teweegbracht had tot gevolg dat het witte doek weer een ruw canvas werd, en wat we erop geprojecteerd zagen was de rauwe fysieke aanwezigheid van Parijs.
Maar dat was toen en dit is nu. Is het mogelijk om je een stad, of steden. voor te stellen die op dezelfde manier het witte doek domineren als Parijs alweer een halve eeuw geleden? Je zou kunnen zeggen dat Teheran dat in de jaren negentig deed, toen Iraanse filmmakers als Abbas Kiarostami en Jafar Panahi er hun wonderen verrichten. Alles wat je nodig hebt is een groep cinefielen met de passie om iets vorm te geven, met een fascinatie voor de plek waar ze leven, en het gevoel dat ze zich in het centrum van het universum bevinden — wat we eigenlijk allemaal zijn.
De onderliggende kwestie is, waarschijnlijk, cultureel zelfvertrouwen. Heeft mijn stad of de jouwe het recht om daar op het grote doek aanwezig te zijn, op dezelfde manier als waarop Martin Scorsese en Woody Allen New York daar naartoe hebben getransporteerd? Is jouw microkosmos rijk genoeg? Rotterdam bijvoorbeeld heeft een moderniteit die vergelijkbaar is met de meeste nieuwe Chinese steden. Kunnen we ons daar een nieuwe opwelling, een ver­nieuwen­­de impuls van de cinema voorstellen?
Waarom niet? De waarheid is natuurlijk dat er niets intrinsiek cinematisch aan Parijs is. Wat cineastisch was, was die groep filmmakers. Die in die stad leefde en er van hield.

Mark Cousins | @markcousinsfilm

Geschreven door Mark Cousins