Op ooghoogte #51
Kijken

Un chien andalou
Mark Cousins (The Story of Film, I am Belfast, Atomic) schrijft voor de Filmkrant over film- en beeldassociaties. Deze maand over zijn nieuwe boek: The Story of Looking.
Van jongs af aan hou ik ervan om te kijken. Als verlegen jongetje wilde ik niet midden in de actie staan, maar haar liever vanaf de zijlijn observeren. Nu, tientallen jaren later, ga ik als ik me somber voel naar buiten in de stad waarin ik woon om mensen te observeren. Ik voel me er beter door. Het herinnert me aan de vitaliteit van de wereld, haar ecosysteem.
Dat ecosysteem is aan het versnellen. Nieuwe observatie- en registratietechnologieën — van de camera in je telefoon, Skype en virtual reality tot Pokémon Go etc. — zijn overal. In voorgaande eeuwen namen kijken en zien een kleiner deel van het menselijk leven in. Nu staan de sluizen open. We leven in een tijd die je nog het beste kunt vergelijken met de beroemde scène uit het surrealistische Un chien Andalou (1929) van Luis Buñuel en Salvador Dalí waarin een oog wordt doorgesneden. Er is een visuele zondvloed. Een overvloed.
Mijn nieuwe boek The Story of Looking gaat over die beeldenstroom. Hoe heeft kijken zo essentieel kunnen worden voor het menselijk leven? Wat is de geschiedenis van het kijken? En waarom hield ik er als kind zo van?
Een aantal van de antwoorden op die vragen kun je in de filmgeschiedenis vinden. We denken vaak dat film een medium is om verhalen te vertellen, maar belangrijker is dat het een medium is om te kijken. Cinema legt een vergrootglas over het leven. Het gebruik van close-ups maakt dingen reusachtig en rijk en beschikbaar voor nadere bestudering. De close-ups van de ogen in Blade Runner 2049 zijn het meest recente voorbeeld van dat soort vergrotende cinema. Ze veroorzaken een intimiteit die het echte leven zich nooit zou kunnen veroorloven.
Er is geen deel van ons lichaam dat wateriger en daarom kwetsbaarder is dan onze ogen. Onze vingers trillen als we contactlenzen indoen, omdat onze ogen zo gevoelig zijn. We zeggen dat ze de spiegel van de ziel zijn en in veel culturen kent men het boze oog. Ze zijn ons op ons allereerlijkst.
Cinema is een metafoor voor onze ogen, ze is ons vervang-oog, ons in loco parentis-oog. Ik denk dat dat ook is waarom we ons zo kwetsbaar kunnen voelen als we naar een film kijken. Als kind voelde ik me veilig als ik dingen vanaf een afstandje bekeek. Nu voel ik diezelfde veiligheid als ik naar een film kijk, misschien nog wel meer. Superveilig, maar superkwetsbaar. Wat kun je daar nou niet fijn aan vinden?
Mark Cousins | @markcousinsfilm