Mening – 23 december 2015

  • Datum 23-12-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Piet Meerburg

Het mooie van de vele necrologieën die er de afgelopen maand over Piet Meerburg (1919-2010) zijn verschenen, was dat hij voor de één de verzetsheld was, voor de ander de man die aan de wieg van het Filmmuseum stond, voor een derde degene die de eerste musicalhit My Fair Lady naar Nederland haalde, en voor de volgende de bioscoopmagnaat, maar toch vooral: oprichter van de Amsterdamse studentenbioscoop Kriterion. Via Kriterion is hij zelfs nog een voetnoot in de geschiedenis van de Filmkrant. De eerste Filmkranten (toen nog de Kriterion Filmkrant geheten, werden in een kamertje boven de bioscoop aan de Roetersstraat gemaakt). Dankzij Kriterion is Piet Meerburg ook belangrijk geweest voor veel mensen die nu in de Nederlandse filmwereld werkzaam zijn. Of het nu filmmaker Mark de Cloe, filmpublicist Carolyn van Liefland, Filmfestival Rotterdam-programmeur Erwin van ’t Hart, Kunststof-radiocriticus Jeroen Stout, Filmkrant-redacteur Mariska Graveland of ondergetekende betreft, allemaal hebben we weleens na een late weekenddienst in de Uitkijk (die destijds ook door Kriterion-werkstudenten werd bemand) de oude Meerburg zelf aan de telefoon gehad die cijfers wilde hebben. Hoe leuk het ook was om in Kriterion onze eerste Tarkovski’s te bekijken, of zaterdagnacht oblomov, omdat dat de enige film was waarvan de vereniging nog rechten en een kopie bezat, leerden we dankzij Meerburg dat film ook gewoon business was. Anders had hij daar nooit zo’n imperium mee op kunnen bouwen. Toen ik hem interviewde voor het boek Kriterion. Vijftig jaar Onderlinge Studenten Steun zat hij vol heldenverhalen over welke films hij voor Kriterion ‘naar Nederland wist te halen’ (de Bergmans, de Godards). Na het onvoorwaardelijke idealisme waarmee hij in de Tweede Wereldoorlog onderduikadressen regelde voor joodse kinderen, was de wereld van daarna waarschijnlijk één groot spel. Maar het kenmerk van de echte entrepreneur is vermoedelijk ook dat het plezier altijd groter moet zijn dan het gewin, anders was Meerburg ook niet tot op hoge leeftijd persvoorstellingen blijven bezoeken om zijn mening te vormen over lastige films die in het zaaltje van de Uitkijk, waarvan de exploitatie inmiddels door zijn zoon was overgenomen, zouden kunnen draaien. Ik kan me trouwens niet herinneren of die lastige films daar ooit nog terechtkwamen. Lastige films hebben het steeds lastiger gekregen. Dat zijn de tekenen van weer andere tijden.

Dana Linssen

Geschreven door