Mening – 22 december 2016

"Beroepscritici zijn net gewone filmliefhebbers." Het is een geruststellende conclusie van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten die dit jaar 25 jaar bestaat. Hoera! Proficiat! Al vraag ik me af wat u, filmliefhebbende lezer, daar voor verzekering aan moet ontlenen. Wilt u dat uw wasmachine wordt gerepareerd door iemand die ook wel eens een pak waspoeder koopt? Dat uw testament wordt opgemaakt door iemand die ook net een erfenisje heeft gehad? Dat uw verdediging wordt gevoerd door iemand die ook wel eens door rood is gereden? Door iemand die kortom net zo’n gewone wetsovertreder is als u? Wat is er toch mis met expertise? Waarom vinden mensen het tegenwoordig zo belangrijk om te beklemtonen dat ze ook maar gewone mensen zijn? Gelukkig weet niemand wat ‘gewoon’ precies is. Maar er gaat iets zompigs conformistisch van uit. Alsof ongewoon al bij voorbaat verdacht is, vies, eng, griezelig, moeilijk, afwijkend, ongezien, vreemd, verwarrend en gazomaardoor. Gewoon is het favoriete stopwoord van verbalkenendiseerd Nederland. Gewoon nivelleert. Gewoon is gewoon leuk een eindje wandelen en dan gewoon lekker iets gaan eten en dan gewoon gezellig een bakkie doen. Gewoon. Ik zie eigenlijk geen enkele reden waarom je er trots op zou moeten zijn dat je gewoon bent. Zeker niet als je er je beroep van maakt om op zoek te gaan naar het ongewone. Naar het nieuwe. Want je bent journalist of niet. Eentje die zich gewoon aan de journalistieke ethiek houdt. Filmjournalist of niet. Dus als je een filmjournalist bent die ook maar een gewone filmliefhebber is, is er iets flink mis met je functieomschrijving en de mensen die jou je beroep laten uitoefenen. Goed. Het heeft natuurlijk ook met de sign of the times te maken. Vooral niet elitair, zelfdenkend of hoogdrempelig overkomen. We laten de kranten volschrijven door de lezers en kijken op tv gewoon naar onszelf. Daar kunnen die arme filmjournalisten ook niets aan doen. Dat is een angstig zelfregulerend mechanisme, omdat door de hele mensheidsgeschiedenis de Ander al als zondebok is uitgestoten. En dan is de orde weer hersteld. Daarom maken we vanaf nu van ongewoon het nieuwe gewoon. Koesteren we afwijkende meningen. Gaan we in de clinch met ons eigen onbegrip. Twisten we de hele dag over smaak en herzien we ’s avonds onze mening. Proberen we het onvoorziene te duiden en te genieten van het onverwachte. Net als in de film. Net als in de bioscoop. Of zou het komen omdat er teveel gewone films worden gemaakt?
Dana Linssen