Mening – 18 november 2016

Het grootste documentairefestival aller tijden viert feest met de meeste films, de grootste aantallen bezoekers en de langst zittende directeur ter wereld. IDFA gefeliciteerd. Ik had jullie op deze verjaardagseditie graag een flink aantal spraakmakende documentaires van eigen bodem in competitie gegund. Want het mag dan goed gaan met de documentaire, de Nederlandse documentaire lijkt weer even in een dipje te zitten, alle steunmaatregelen van wieg tot graf ten spijt. Misschien heeft dat wel te maken met de kloof tussen wat IDFA wil (geen films over "mijn moeder en mijn hond en ik", zoals Jos van der Burg in zijn IDFA-terugblik Ally Derks citeert) en waar het Nederlandse subsidiebeleid op is gericht (precies dat). Wat dat betreft zijn de woorden van de spiksplinternieuwe Cinema Delicatessen-directeur Sara Höhner hoopvol: "Waar zijn de jonge filmmakers die zelf dingen hebben gemaakt? Laat ze langskomen, ik wil ze verder helpen." Als dat de eerste stap is om de do it yourself-mentaliteit van veel documentairemakers in de filmtheaters te krijgen, dan is dat een belangrijke stap voorwaarts vergeleken met het tot nu toe gevoerde beleid. En dan nog een kleinigheidje: kan iemand me in de komende maand ook nog eens haarfijn uitleggen wat precies het verschil is tussen een IDFA-docu en een Shadow-docu? Het schijnt iets te maken te hebben met vorm versus inhoud, pratende hoofden tegenover sprekende beelden, journalistieke reportages en filmkunstige documenten, goede doelen en goede bedoelingen, maar op grond van de films is het moeilijk te beoordelen wie nou precies in welk rijtje thuishoort. Het lijkt er de afgelopen acht jaar vooral op dat het onderscheid niet zozeer door de films wordt gemaakt als wel door de mensen die beide festivals bezoeken (en steeds meer mensen bekijken gewoon individuele films op de twee festivals). Mainstream versus underground. Hot shots hier en miskende artistiekelingen daar. Wij kennen iedereen of ons kent ons. Het enige programma dat zich werkelijk in de documentaire loopgraven waagt is het IDFA-onderdeel ParaDocs, voor films uit het grensgebied tussen documentaire en beeldende kunst. Al heeft dat voornamelijk te maken met de plaats waar ze vertoond worden (en al dan niet financieel gefaciliteerd): kunsttentoonstellingen, galerieën en musea, een plek waar steeds meer filmmakers noodgedwongen hun toevlucht toe moeten nemen, omdat in de kunstwereld voorlopig meer geld voor experiment beschikbaar is dan in het filmdomein. Want het mag wel weer eens meer over vorm, over stijl, kortom over film gaan.
Dana Linssen