FilmSlot: Auteursrecht

Gloeiend heet Hangijzer

  • Datum 27-01-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Wikipedia ging recent op zwart als protest tegen twee omstreden Amerikaanse antipiraterij-wetsvoorstellen. Ook in Nederland rommelt het. De auteurswet moet vernieuwd worden, maar filmindustrie, politiek, filmmaker en consument hebben tegengestelde belangen.

> Moet er een verbod komen op het illegaal downloaden van films?

Dat is censuur en privacyschending, roepen de voorstanders van een vrij internet. Op auteursrechtelijke overtredingen moet eindelijk een halt komen, schreeuwt de film- en muziekindustrie. In de Verenigde Staten dreigen twee wetsvoorstellen te worden aangenomen — de Stop Online Piracy Act (SOPA) en de Preventing Real Online Threats to Economic Creativity and Theft of Intellectual Property Act (PIPA) — die het mogelijk maken om websites te blokkeren als deze inbreuken op het auteursrecht faciliteren. Wikipedia en veel andere websites gingen uit protest een dag op zwart. Zij vinden dat niets minder op het spel staat dan de openheid van een internet waarvan gebruikers de inhoud bepalen. The Pirate Bay stuurde een persbericht, waarin het de entertainmentindustrie met haar eigen wapens bestrijdt: "Wij vernietigden hun monopolie door mensen iets efficiënters te geven."
In Nederland is een vergelijkbare wet vlak voor Kerst gesneuveld — voorlopig tenminste. De Tweede Kamer stemde tegen een door staatssecretaris van Justitie Teeven (VVD) gewenst verbod op downloaden dat websites kon laten blokkeren. Een tegenvaller voor Stichting Brein, de belangenbehartiger van de entertainmentindustrie. Maar half januari stelde de rechter Brein in het gelijk: Ziggo en Xs4all mogen torrentsites als The Pirate Bay niet langer doorgeven.
De internetproviders gaan in hoger beroep. Zij vinden dat het vonnis hen ertoe dwingt hun abonnees te censureren. Onzin, vindt Brein, dat blij is met de uitspraak maar ook blijft pleiten voor striktere wetgeving. In Nederland is namelijk alleen het uploaden van film- en muziekbestanden verboden. Dat bemoeilijkt volgens Brein-directeur Tim Kuik het vervolgen van uitwisselingsplatformen, die zich gemakkelijk kunnen verschuilen. "Hun gebruikers zetten zogenaamd het uploaden uit en downloaden dus alleen maar. Met een downloadverbod verliezen zulke claims hun geldigheid."

> Of zijn filmmaker en consument beter af met alternatieve verdienmodellen?

Een Kamermeerderheid vindt de huidige wetgeving voldoende om ‘piraterij’ te bestrijden. De staatssecretaris kan in plaats van een downloadverbod beter de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen stimuleren. Het initiatief daartoe moet in de eerste plaats komen vanuit de industrie zelf. Met Pathé Thuis, Mubi, Ximon en Netflix (alleen in de VS) heeft de filmwereld een aantal stappen in de goede richting gezet, vindt hoogleraar informatierecht Bernt Hugenholtz (UvA). "Zulke diensten staan of vallen met gebruiksvriendelijkheid en een goed geprijsd aanbod. Dat zijn de enige manieren om de concurrentieslag met illegale aanbieders te winnen."
Een andere route is pragmatischer: het gebruik van de illegale sites legaliseren. Dat zou volgens Hugenholtz enorm veel negatieve energie uit het auteursrechtdebat halen. En belangrijker: het voorkomt de gevreesde aantasting van een vrij internet. Er bestaan volop alternatieve maatregelen om de inkomsten van de industrie veilig te stellen. Een uitbreiding van de thuiskopieheffing bijvoorbeeld. Die zou dan, behalve voor blanco dvd’s en cd’s, ook gaan gelden voor usb-sticks, mp3-spelers, smartphones en andere film- en audiodragers. Ook kunnen internetproviders als Xs4all en rechtenorganisaties als Brein een collectieve licentie afsluiten, waarin wordt geregeld dat internetabonnees voor het binnenhalen van films en muziek een vaste vergoeding betalen via hun provider. Een vergelijkbare deal kan worden gemaakt met online aanbieders van films, zoals Pathé Thuis, Netflix en Spotify. Een vierde mogelijkheid is de invoering van een algemeen geldend stream- en downloadgeld — vergelijkbaar met het radiogeld.
Er is alleen één probleem: partijen hebben tegengestelde belangen. Dat maakt deze maatregelen moeilijk realiseerbaar, vreest Hugenholtz. "Artiesten willen graag een verruimde thuiskopieheffing of een collectieve licentie, maar de elektronica-industrie zit daar niet op te wachten. Film- en muziekbedrijven zijn tegen elke vorm van legalisering. Zij willen hun bestaande businessmodellen beschermen." Dit verschil van inzicht tekende zich ook af bij het downloadverbod: de industrie (Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs, Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten, Motion Picture Association of America) was voor, de filmmakers (ACT, Dutch Directors Guild, Netwerk Scenarioschrijvers) keerden zich juist tegen. De commotie rond SOPA en PIPA in de VS maakt ook duidelijk hoe gepolariseerd het debat is.
Staatssecretaris Teeven is geen voorstander van nieuwe heffingen, of die nu terechtkomen op apparatuur, internetabonnementen of bij online aanbieders. Op termijn is een vorm van legalisering de enige weg, denkt Hugenholtz. "Het illegale aanbod van films en muziek laat zich toch niet uitbannen. Hoe zwaar je de wettelijke straffen ook maakt." Dat blijkt: al snel na het vonnis tegen Ziggo en Xs4All circuleerden er op internet ideeën om de blokkade te omzeilen. The Pirate Bay neemt, als SOPA en PIPA worden aangenomen, steeds een andere domeinnaam — een tactiek die het al toepast in censuurlanden China en Saudi-Arabië.

> Gedijt de remix-cultuur voldoende bij de Creative Commons-licenties?

Twee remix-films, twee verschillende auteursrechtmodellen. Johan Grimonprez laat op zijn found footage-essay Double Take, met bestaande beelden uit Hitchcocks The Birds en het Kitchen Debate tussen Nixon en Chroesjtsjov, het auteursrecht rusten. Dat betekent dat andere filmmakers zijn film niet zonder zijn toestemming mogen hergebruiken. Brett Gaylor, die een pamflet maakte ter verdediging van de remix-cultuur, stelde R.I.P. — A Remix Manifesto (2008) juist beschikbaar onder een Creative Commons-licentie. Iedereen die dat maar wil, mag zijn film verspreiden, opnieuw gebruiken en remixen.
Creative Commons, in 2001 gelanceerd door de Amerikaanse hoogleraar informatierecht Lawrence Lessig, beweegt zich binnen de kaders van het auteursrecht. Er zijn zes verschillende licenties, waarmee kunstenaars, wetenschappers, journalisten en andere creatievelingen onder bepaalde voorwaarden toestemming verlenen om hun werk te distribueren. "Van alle rechten voorbehouden naar sommige rechten voorbehouden", luidt dan ook het motto van de organisatie.
Dat klinkt mooi, maar de praktijk is weerbarstig: Creative Commons geldt alleen als makers daar expliciet voor kiezen. Doen ze dat niet, dan is het ‘kale’ auteursrecht van toepassing — waaronder verspreiding en hergebruik slechts zeer beperkt zijn toegestaan. Hoewel er inmiddels zo’n 350 miljoen Creative Commons-licenties in omloop zijn, valt het merendeel van de creatieve uitingen (gefilmd, opgenomen dan wel geschreven) gewoon onder het auteursrecht — zeker als ze gemaakt zijn vóór het internettijdperk.

> Of zou de creativiteit van gebruikers pas echt gebaat zijn bij een vrijer auteursrecht?

Rechtsgeleerden pleiten daarom voor fundamentele aanpassingen van de uit 1912 stammende auteurswet. De achterliggende gedachte is dat er, nu op internet iedereen kan verspreiden en remixen, zo min mogelijk restricties zouden moeten gelden. Zeker niet als het gaat om ‘amateurs’ of kunstenaars zonder direct commercieel oogmerk.
Er zijn twee mogelijke hervormingen. De meest vergaande is dat het auteursrecht wordt ingericht volgens de principes van Creative Commons. In dat geval zouden alle vormen van verspreiden, vertonen, kopiëren en hergebruiken zijn toegestaan, zolang de naam van de maker maar netjes vermeld wordt. Vindt een maker dit niet goed, dan laat hij in auteursrechtelijke licenties vastleggen onder welke voorwaarden hij wél akkoord gaat. "Een omkering van de huidige situatie", aldus Paul Keller van Stichting Nederland Kennisland, dat het gebruik van Creative Commons bevordert. "Nu mag er in principe niets, tenzij je dat aangeeft door middel van CC-licenties."
Deze hervorming is zo radicaal dat er weinig politiek draagvlak voor bestaat. Anders ligt dat voor een uitbreiding van de lijst met specifieke uitzonderingen op het auteursrecht. Daaronder is remixen alleen toegestaan als het gaat om een parodie of satire. Keller: "Je kunt ook zeggen: een remix is een reeks aan elkaar geplakte citaten. In dat geval moet het net als citeren onder alle voorwaarden kunnen. Behalve natuurlijk als de remix-maker niets creatiefs doet met de originele bron of zijn remix met een commerciële doelstelling maakt."
Dat het Ministerie van Justitie zo’n hervorming niet meteen naar de prullenbak verwijst, blijkt uit een studiedag die het in februari organiseert, onder de titel ‘Towards flexible copyright’. Een uitzondering voor niet-commercieel hergebruik is één van de speerpunten van de staatssecretaris. Zelfs Brein staat in dit opzicht niet onwelwillend tegenover een versoepeling van het auteursrecht. "Je moet de creativiteit van gebruikers niet te veel aan banden leggen", vindt Kuik. "De strijd van Brein richt zich alleen op het maken van identieke kopieën. De beslissing om deze gratis te verspreiden, moet te allen tijde bij de maker liggen. Hij is degene die bepaalt, en niet The Pirate Bay." Het is de vraag of de technologie van het internet dit standpunt niet heeft ingehaald.

Niels Bakker


Auteursrecht in de praktijk

Erfgoedinstellingen hebben behoefte aan meer flexibiliteit
Het onderwerp auteursrecht staat hoog op de agenda van EYE Film Instituut Nederland en Beeld en Geluid. De audiovisuele collecties van deze erfgoedinstellingen zijn voor het grootste deel auteursrechtelijk beschermd. Dat betekent dat ze het materiaal niet vrijelijk kunnen opslaan, digitaliseren en beschikbaar stellen. Ze sluiten daarom collectieve overeenkomsten met rechthebbenden, maar niet altijd met succes. Dat bleek vorig jaar, toen de Nederlandse Publieke Omroep het distribueren van historische televisieseries via Ximon afwees. Mieke Lauwers van Beeld en Geluid noemt een andere benadering van het auteursrecht wenselijk. "Wij zijn voorstander van een ‘fair use’-maatregel voor creatief hergebruik." Daarnaast hebben erfgoedinstellingen volgens Lauwers behoefte aan een zogeheten internet-exceptie: die zou hen meer mogelijkheden geven om gedigitaliseerd materiaal online te verspreiden. "Beschikbaarstelling is een cruciaal onderdeel van onze publieke taak. Bovendien hebben de meeste werken in onze collecties weinig tot geen commerciële waarde meer. Die zouden dan toch gewoon toegankelijk moeten zijn voor het publiek?"

Amateurfilmers worstelen met online distributie
Tijdens een themadag van de Nederlandse Organisatie van Audiovisuele Amateurs (NOVA) gingen in oktober vorig jaar 15 van de 60 vingers de lucht in. De vraag aan de aanwezige hobbyfilmers luidde: wie heeft er wel eens een filmpje op internet gezet? De verklaring voor de geringe online activiteit schuilt in een generatiekloof. Het gemiddelde NOVA-lid is een 60-plusser die niet van nature over het web surft. Maar er speelt nog iets mee: angst. Onder amateurfilmers is het hergebruik van bestaande muziek wijdverbreid. NOVA heeft een overeenkomst met Buma/Stemra, die toestemming regelt in ruil voor een financiële vergoeding. Voorwaarde is wel dat ze hun films alleen in besloten kring vertonen. De deal verhindert hen dus om hun werk ook via YouTube, Vimeo en andere webkanalen te verspreiden. Stagnatie is het gevolg: zichtbaarheid op internet is voor NOVA essentieel om nieuwe en vooral jongere leden aan zich te binden.

Creative Commons en film
Blender is een open source softwareprogramma waarmee drie animatiefilms zijn gemaakt, Sintel (2010), Big Buck Bunny (2008) en Elephants Dream (2006). Niet alleen de films, ook de software mag worden hergebruikt en bewerkt. Of juist eigenlijk: de Nederlandse producent Ton Roosendaal hoopt dat Blender met de toegevoegde functionaliteit steeds geavanceerder wordt.
R.I.P. — A Remix Manifesto (2008): Brett Gaylor gaf zijn beelden al vrij voordat zijn visuele manifest goed en wel voltooid was. Internetgebruikers werden uitgenodigd om het materiaal te remixen en terug te sturen, zodat het een plaatsje kon krijgen in de film. Vanwege de première op IDFA was R.I.P. niet meteen gratis op het internet te bekijken. Inmiddels wel — en remixen mag nog steeds.
Open Beelden is een internetdatabase met audiovisueel materiaal waarop het auteursrecht verstreken is (70 jaar of ouder) of onder een Creative Commons-licentie valt. Bevat momenteel zo’n 1300 Polygoonjournaals, waar gebruikers alles mee mogen doen. Initiatief van Beeld en Geluid en Stichting Nederland Kennisland, binnen Beelden voor de Toekomst.

Geschreven door