De Pers Over – 20 mei 2016
HAPPY-GO-LUCKY
Mike Leigh
happy-go-lucky is vijftien jaar na dato nog het meest een licht, maar evengoed ernstig antwoord op Leighs diep sombere naked (1993), een van zijn meest geruchtmakende films, waarin zwerver Johnny door nachtelijk Londen koerst en in alle ellende die hij onderweg aantreft (of veroorzaakt) een voorbode van de Apocalyps vermoedt. Zoals naked geheel op Johnny steunde, steunt happy-go-lucky op Poppy, Johnny’s tegenpool: ruimhartig, creatief, ontstellend optimistisch.
Trouw (Jann Ruyters)
Stuk voor stuk zijn het mensen van vlees en bloed en dat is precies wat happy-go-lucky tot zo’n knappe film maakt. We leven mee omdat het allemaal zo echt voelt. Tegelijkertijd schuilt in die hang naar authenticiteit een klein probleem. Waar een nadrukkelijker geconstrueerd scenario duidelijk naar een climax kan toewerken, kost het Mike Leigh zichtbaar moeite een punt te zetten achter zijn verhaal. Eigenlijk heeft dat ook wel weer iets moois: de film mag dan ten einde zijn, de levens van Poppy en de anderen lijken na de aftiteling gewoon door te gaan.
De Telegraaf (Marco Weijers)
Leigh, die onlangs vijfenzestig werd, bezit als geen ander het vermogen om te laveren tussen karikatuur en realisme. In happy-go-lucky rijgt hij dolkomische slapstick (Poppy met panterlaarzen op flamencoles) moeiteloos aan verontrustende, minder eenduidige scènes (Poppy zoekt ’s nachts toenadering tot een raaskallende zwerver). Zo voorziet hij happy-go-lucky van een ondertoon die minder luchtig is dan de titel van de film doet vermoeden.
de Volkskrant (Bor Beekman)
BE KIND REWIND
Michel Gondry
Toegegeven: er valt zeker wat aan te merken op be kind rewind. Het door Gondry zelf geschreven zwalkende scenario bijvoorbeeld, mist de gelaagdheid van zijn eerdere werk en maakt weinig onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Maar door de liefdevolle aanpak heeft de film juist met al die gebreken dezelfde charme als de geknutselde films. Het thema van gemeenschapszin en samenwerking mag misschien zo gedateerd voelen als een VHS, het maakt be kind rewind juist een zachtaardig eerbetoon aan de filmgeschiedenis.
de Volkskrant (Floortje Smit)
Het grote geheim van deze volstrekt origineel opgezette ode aan het fenomeen filmliefde is de wonderbaarlijke achteloosheid waarmee Gondry deze naïeve en absurdistische fantasie vol rare invallen, gekke vondsten en onverwachte verrassingen een eigen leven inblaast. be kind rewind moet het hebben van de kracht van onbevangen verbeelding. Aan de ene kant neemt Gondry het daarmee op tegen de filmindustrie als geldmachine, maar tegelijkertijd brengt hij een bijna nostalgische ode aan de droomfabriek die Hollywood ook is.
GPD-kranten (Leo Bankersen)
Aan alles voel je waar de oorsprong van be kind rewind ligt: bij het idee van een doe-het-zelf-versie van beroemde films. Dat is een fijn idee en die stukken van be kind rewind zijn met gemak de leukste van de film. Maar om het simplistisch te stellen: het idee is beter dan de film. Het begin is te melig en het einde loopt te zeer in te pas met de artistieke correctheid van Hollywood independents en het Sundance Festival.
NRC Handelsblad (Bas Blokker)
PARIS
Cédric Klapisch
Net als in eerdere films van Klapisch — chacun cherche son chat, l’auberge espagnol en les poupées russes — leren we via een groep mensen de stad beter kennen. Klapisch is een echte stadsfilmer. De maker houdt zware dingen luchtig in een filmhuisfilm die zeer toegankelijk is, niet te veel vraagt van de toeschouwer. Het levert een film op die door zijn lengte van ruim twee uur soms wat voortkabbelt, maar dat wel doet op een aangename manier. Met deze personages is het aangenaam toeven.
NRC Handelsblad (André Waardenburg)
Tegenover alle met zichzelf druk in de weer zijnde Parijzenaars stelt Klapisch een ontslagen Afrikaan, die terug in Afrika met een bootje weer naar Europa wil. In vergelijking met de problemen van deze man zijn de perikelen van de Parijse personages gekneuter op de vierkante millimeter, lijkt Klapisch’ boodschap. Hij komt over, want de Parijse personages boeien voor geen meter.
Het Parool (Jos van der Burg)
paris is een ambitieuze film, en Klapisch weet niet altijd maat te houden. Het verhaal van de asielzoeker uit Afrika, wiens harde werkelijkheid contrasteert met het comfortabele bestaan van de meeste Parijzenaars, hamert de boodschap er al te opzichtig in. Sommige andere verhaallijnen maken een afgeraffelde indruk. Maar als ode aan een stad, en als aanstekelijk portret van de mensen die zich er thuis voelen, is paris geslaagd.
de Volkskrant (Pauline Kleijer)
UN BAISER S’IL VOUS PLAÎT
Emmanuel Mouret
Licht en luchtig en aangenaam geestig zijn de droge, Buster Keaton-achtige lichaamshoudingen en gelaatsuitdrukkingen waarmee Ledoyen en Mouret de turbulente liefdesgeschiedenis tussen de twee oude vrienden vorm geven. Even lijkt het of de film stilletjes afkoerst op een degelijke moraal, zelfs een zedenles, maar als we terug zijn in Nantes, begrijpen we hoe moedig het is om het leven te omarmen, met alle gevaren van dien.
Trouw (Belinda van de Graaf)
De film cirkelt subtiel rond thema’s als passie versus rede, voorbestemming versus keuzevrijheid. De vrije wil mag dan een illusie zijn wanneer het op liefde aankomt, toch moeten er keuzes worden gemaakt. Die paradoxale conclusie, waar Mouret op aanstuurt, is wel weer echt Frans.
NRC Handelsblad (Peter de Bruijn)
Mouret heeft zijn raamvertelling goed opgebouwd en de acteursregie is prima. Het neurotische gebabbel van de hoofdpersonen is bij vlagen charmant en goed voor een glimlach, maar de hilarische oneliners waarin Mourets voorbeeld Woody Allen excelleert, blijven jammerlijk achterwege. Het is denkbaar dat un baiser s’il vous plaît in Mourets geboortejaar een hippe en taboedoorbrekende film zou zijn geweest. Maar als je die film dan veertig jaar later terug zag, zou je denken: hij heeft zijn beste tijd toch echt wel gehad.
GPD-kranten (Fritz de Jong)
LE VOYAGE DU BALLON ROUGE
Hou Hsiao-hsien
Hou zet zijn camera, zoals gebruikelijk bij hem, op een afstand en laat dan een scène voor de camera, binnen en buiten beeld afspelen. Het maakt misschien allemaal een wat bij elkaar geharkte indruk, maar Hou weet precies wat hij doet en Binoche is een genot om naar te kijken. Haar zoektocht in het kleine overvolle appartement naar een oud huurcontract is tegelijk dramatisch en komisch, een soort virtuoze balanceeract voor een acteur.
Het Parool (Mark Moorman)
De regisseur schetst de rauwe werkelijkheid van het Parijse leven en in het bijzonder dat van een alleenstaande moeder die met een kind van zeven probeert het hoofd boven water te houden. Binoche is geweldig als de hysterische poppenspeelster en geestig en lief als gestreste moeder. Song Fang is de rust zelve. Het verhaal is dun en de film traag, maar dat is niet zo belangrijk met een fenomenale actrice als Binoche en een stad als Parijs.
De Telegraaf (Annet de Jong)
De film is vooral zo bijzonder doordat het eindresultaat verbluffend is van wijsheid, eenvoud en schoonheid: een jongetje, een ballon, een stad en het leven. Een filmmaker die ervan houdt heel nauwkeurig te kijken naar hoe mensen flensjes bakken. Verhaalelementen waaruit iedereen zijn eigen geschiedenis kan construeren. En een verheugende ode aan de betovering van kunst die, eenmaal waargenomen, als een duveltje uit een doosje elk moment van alledaagsheid kan verrijken.
NRC Handelsblad (Dana Linssen)