De Pers Over – 12 januari 2017

OLIVIER ETC.
OLIVIER ETC.
Sander Burger
Het beste aan olivier etc. is dat een gegeven dat gemakkelijk had kunnen ontaarden in een niet te harden melodrama, met zo veel wijsheid en nuchterheid wordt uitgewerkt. Zelfs in scènes waar situaties gierend uit de hand lopen — zoals bij de begrafenis van de broer — houdt Sander Burger als regisseur zijn hoofd koel en heeft dan oerdegelijke medestanders in niet alleen Dragan Bakema en Maria Kraakman in de hoofdrollen, maar ook aan de bijrolspelers Hans Dagelet en Ria Eijmers.
GPD-kranten (Pieter van Lierop)
olivier etc. is geen film die wordt gehinderd door een vergezochte vorm. Alle gebeurtenissen worden verteld vanuit het standpunt van Olivier, een meeslepende vertolking van Bakema. Er zijn tal van ontroerende momenten, zoals de scène waarin hij het testament voorleest dat hij als tienjarige had geschreven. De dilemma’s in zijn latere leven bieden genoeg drama in dit aangrijpende verhaal.
Algemeen Dagblad (Ab Zagt)
Die hele Olivier is zo’n buitengewoon nietszeggende en vervelende jongen, dat je je afvraagt wat regisseur Sander Burger bezielde om de film olivier etc. te maken. De slappe dialogen, slechte cameravoering, beroerde belichting en het gebrek aan ritme maken het lastig de rit uit te zitten. Een zwakke film over een oninteressante jongeman met een zwak hart. Gaap.
De Telegraaf (Annet de Jong)
FAMILY LAW
Daniel Burman
Burman is een regisseur die het begrip understatement lijkt te hebben uitgevonden. Zijn dialogen lijken opgetekend van afgeluisterde gesprekken. Ze geven slechts brokjes informatie. De grote gebeurtenissen in Perelmans juniors leven (een huwelijk, de geboorte van zijn zoon) zijn helemaal buiten de film gelaten. Zo wordt de precieze verhouding tussen de generaties nooit expliciet. Maar door zijn zoekende, soms rusteloze camera- en vertelstijl weet Burman wel een sugestieve spanning op te bouwen, die zelfs blijft nakriebelen als blijkt dat niet alle vragen in de film beantwoord worden.
NRC Handelsblad (Dana Linssen)
family law is een film over het voortkabbelende, dagelijkse leven van de Argentijnse middenklasse. Het zou een tragische film zijn geweest als Daniel Burman zich niet zo bewust was geweest van die tragiek en er niet zo’n komische draai aan had gegeven. In een voortdurende, vaak hilarische gedachtestroom van de hoofdpersoon leren we van alles over vaders die volgens een of ander onderzoek beter voor mooie dan lelijke kinderen zouden zorgen. Burman weeft de overvloed aan nuttige en vooral nutteloze informatie over het moderne leven op een aanstekelijke manier door zijn film.
Trouw (Belinda van de Graaf)
Schrijver/regisseur Daniel Burman zwalkt in deze film (de Argentijnse Oscarinzending van dit jaar) wat heen en weer voor hij tot de kern van zijn verhaal komt. Toch weet hij dat gebrek aan focus uiteindelijk aardig te compenseren met een aansprekende visie op vaders, zonen en de manier waarop hun levens zijn verbonden. Want écht volwassen wordt Ariel in family law pas als hij alleen nog vader ís, en er niet langer een heeft.
De Telegraaf (Marco Weijers)
LIGHTS IN THE DUSK
Aki Kaurismäki
lights in the dusk is op het eerste gezicht niet meer dan een minimalistisch melodrama, maar de film heeft meer kwaliteiten. Naast het gortdroge acteren en de soms absurde dialogen, die aan het werk van Alex van Warmerdam doen denken, trekt het camerawerk de aandacht. Timo Salminen portretteert Helsinki als een anonieme stad vol kantoorgebouwen en autowegen waarin mensen een nietige indruk maken. Ook wordt de hoofdpersoon steeds interessanter. De eenvoudige prooi voor criminelen is aan het einde van de film de enige die zichzelf recht in de ogen kan kijken. Kaurismäki beloont zijn integriteit met een hoopvol einde.
Het Parool (Jos van der Burg)
lights in the dusk is zonder twijfel een echte Kaurismäki — maar helaas niet de meest geïnspireerde. the man without a past onderscheidde zich door oprecht ontroerende momenten en memorabele staaltjes zwarte humor, zoals de klassieke oneliner: "Als je me ooit in de goot ziet liggen met mijn hoofd omlaag, draai me dan even op mijn rug." Dergelijke hoogtepunten ontbreken in het voortkabbelende lights in the dusk. De film heeft een bescheiden speelduur van amper tachtig minuten maar lijkt veel langer te duren. Dat is zelden een goed teken.
GPD-kranten (Fritz de Jong)
lights in the dusk is zo’n film die het gemoed streelt met kleine, zachte gebaren. Kaurismäki maakt van zijn hoofdpersoon een alledaagse heilige, met een zwak voor verwaarloosde honden en een hart dat te groot is om zijn gemene verloofde te wreken. Hoe dieper de hoofdpersoon wegzakt in zijn sores, hoe berustender Kaurismäki’s toon wordt. Het leven is vanzelfsprekend een en al tegenslag, maar dat is nog geen reden er helemaal niets van te maken.
de Volkskrant (Ronald Ockhuysen)
PARIS JE T’AIME
Joel en Ethan Coen e.a.
paris je t’aime is de wat dweperige titel van een omvangrijk project waar gerenommeerde en interessante regisseurs aan meewerkten als de gebroeders Coen, Tom Tykwer, Walter Salles, Gus van Sant, Alexander Payne en even interessante acteurs als Gena Rowlands, Gérard Depardieu, Marianne Faithful, Nathalie Portman, Elijah Wood en Steve Buscemi. Er zitten prachtige en ergerlijke filmpjes tussen, maar dat is altijd zo bij de omnisbusfilm. Samen tellen ze warempel op tot een soort authentieke sfeer.
NRC Handelsblad (Bas Blokker)
De opeenstapeling van ontmoetingen is te willekeurig en vaak te flauw om de ziel van Parijs diep te raken. Iets van die ziel voel je nog wel in het absurd komische filmpje van de broers Coen, waarin Steve Buscemi op metrostation Tuileries in de problemen raakt. Even ruik je de metro. Misschien is het ook wel te veel gevraagd om in vijf minuten een frisse blik op liefde en Parijs te geven. Misschien kun je die alleen nog maar met weemoed bespotten.
Trouw (Jann Ruyters)
paris je t’aime is soms heel leuk, een enkele keer ontroerend, dan weer bar en boos, en de som der delen is niet meer dan het totaal. Parijs komt er ook enigszins bekaaid vanaf. De meeste bijdragen hadden evengoed in een ander arrondissement kunnen spelen, of in, pak ‘m beet, Amsterdam.
de Volkskrant (Jan Pieter Ekker)
INDIGÈNES
Rachid Bouchareb
saving private ryan en band of brothers hebben stellig als voorbeelden gediend voor Bouchareb, die een fascinerende, zij het tamelijk conventioneel geformuleerde film afleverde, waarin op het heroïsche oorlogsverhaal wordt teruggezien vanuit een begraafplaats met het perspectief van die ene stokoude veteraan die het allemaal heeft overleefd. De schrijnende extra dimensie is dan dat de Algerijnen, Tunesiërs en Marokkanen als derderangs soldaten werden behandeld door hun Franse superieuren, die hun vrouwen en dochters waarschuwden voor deze vrijwilligers uit de Maghreb die persoonlijk niets hadden te winnen met de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog.
GPD-kranten (Pieter van Lierop)
indigènes is meer dan alleen een schreeuw om gerechtigheid, hoewel die boodschap duidelijk doorklinkt in de nogal schematische opzet van het scenario. Bouchareb geeft de soldaten een gezicht, daarbij geholpen door een sterke cast. Tegelijkertijd verliest hij in dit pakkende oorlogssdrama ook de grote lijnen niet uit het oog, met indrukwekkende massascènes en spannende strijdmomenten.
De Telegraaf (Marco Weijers)
In de laatste grote confrontatie met de Duitsers loopt de spanning even hoog op als in om het even welke Amerikaanse oorlogsfilm waarmee de Franse en Marokkaanse productiemaatschappijen bewijzen dat zij het ook kunnen als ze maar een groot genoeg budget krijgen. Het is een waardige apotheose. En daarna wordt de boodschap er nog een, twee, drie keer ingepeperd, tot in de moderne tijd. Eigen schuld voor die arrogante Fransen natuurlijk, maar toch jammer in het filmhuiscircuit.
NRC Handelsblad (Bas Blokker)