De Pers Over – 10 februari 2017

  • Datum 10-02-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

TAXIDERMIA

TAXIDERMIA
György Pálfi
Navertellen zou zinloos zijn; de beeldkracht van Pálfi tart iedere beschrijving. Het is geen wonder dat Pálfi Terry Gilliam als geestverwant ziet. De maker van brazil, 12 monkeys en tideland is minstens even eigenzinnig en barok als hij. Het enige gevaar dat deze eigenzinnige filmers lopen, is dat de paden waarop zij gaan nauwer en nauwer worden. Er kan een moment komen dat alleen nog een handjevol getrouwen overblijft, zoals Gilliam merkte met tideland.
NRC Handelsblad (Bas Blokker)

taxidermia is bovenal een etalage voor Pálfi’s filmische virtuositeit. De regisseur trekt alles uit de kast om te laten zien wat hij allemaal kan én durft. Bij vlagen irriteert dat. Maar uiteindelijk tellen de eigenzinnige beelden die je je na afloop tegen wil en dank nog herinnert. Zoals de spectaculaire scène waarin een camera rondtolt om een steeds met andere zaken gevulde badkuip. Of de kluchtige montage van twee verliefd dartelende dikzakken in een badplaats. En natuurlijk die idiote beginscène waarin een erecte penis verandert in een vlezige vlammenwerper.
GPD-kranten (Fritz de Jong)

De uitzinnigheid werkt aanstekelijk. Maar de verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog, het communisme en het huidige consumentisme blijven te abstract, te geforceerd. taxidermia is het werk van een oorspronkelijke filmmaker die nu snel zijn derde film moet gaan maken. Met iets meer rust in zijn lijf, en iets minder aandrang om per se af te wijken van alles wat voor normaal doorgaat.
de Volkskrant (Ronald Ockhuysen)

FOREVER
Heddy Honigmann
Helemaal onberispelijk is de film niet. Er zijn momenten dat je je afvraagt waarom we ineens naar het Louvre moeten om te luisteren naar een mevrouw die dol blijkt te zijn op de schilderijen van Ingres, zonder dat zij de moeite neemt ervoor naar Père-Lachaise te trekken. Zo kun je je ook afvragen waarom we aan de rol van Simone Signoret in de film les diaboliques herinnerd moeten worden via uitgerekend blinde bewonderaars die evenmin iets met de fameuze dodenakker hebben uit te staan. Verbazingwekkend zijn ze wel.
GPD-kranten (Pieter van Lierop)

Hoewel forever gaat over Grote Kunst die de dood overwint, zijn het toch de onbekende doden die je het meest bijblijven. Zoals het ook de gewoonste handelingen van de bezoekers zijn die het meest ontroeren. Maar misschien dat die onbekende doden ook wel weer meer indruk maken omdat bij hen het gemis weer telt. Proust was altijd al dood, en wat hij is, kan zonder hem gemakkelijk voortbestaan. Hij wordt door velen gedragen. De Caribische vrouw die tranen stort om haar jong gestorven man zit er in haar eentje mee.
Trouw (Jann Ruyters)

Heddy Honigmann legt in haar mooie forever verbindingen tussen dood en leven, tussen onsterfelijke kunst en de alledaagse werkelijkheid. Onbedoeld illustreert forever ook de vluchtigheid en de onvoorspelbaarheid van het leven in de lengte van de film. Enkele ontmoetingen houden, ondanks de thematische lijn, een zekere willekeurigheid. Ook in zulke "toevallige" gesprekken, zoals met een vrouw wier echtgenoot jong overleed, toont Honigmann zich een uitnodigende interviewster
De Telegraaf (Eric Koch)

NACHTRIT
Dana Nechushtan
nachtrit lijkt gemaakt in navolging van het succes van Pieter Kuijpers’ Bende van Venlo-film van god los, gefotografeerd door dezelfde cameraman Bert Pot, met soortgelijk straatrumoer. nachtrit moet het wel met wat minder psychologie doen, en komt eerder uit op een vakbekwame thriller met Frank Lammers als trekpleister.
Trouw (Belinda van de Graaf)

Nechushtan haalt het beste naar boven in de hele cast. Lammers — met zijn hoofd tussen zijn schouders en een steeds diepere frons — overtuigt als de binnenvetter Dennis; Van Hûet is minstens zo goed als het kleine, net iets verstandiger broertje. De band tussen de twee wordt duidelijk in losse, korte scènes, met een paar gebaren en oogopslagen en halve zinnetjes. nachtrit is een in alle opzichten overtuigend relaas over macht en hebzucht, liefde en opoffering.
de Volkskrant (Jan Pieter Ekker)

Dat scenarist Ribbens een half jaar research deed in het taximilieu, is te merken aan de geloofwaardige situaties en dialogen, die nooit de indruk wekken — zoals vaak in Nederlandse films — dat ze achter een bureau zijn bedacht. De film, die een scenarionominatie bij de Gouden Kalveren had moeten krijgen, zit vol geestige opmerkingen uit de taxiwereld. nachtrit is een volwassen Nederlandse grotestadsthriller. Een klein stapje in de internationale filmwereld, maar een sprong voorwaarts in de Nederlandse filmwereld.
Het Parool (Jos van der Burg)

OBER
Alex van Warmerdam
In Van Warmerdams vorige film, grimm, ontbrak het op de een of andere manier aan de souplesse om de surrealistische situaties in balans te brengen met de hyperrealistische. In ober heeft hij de balans wel gevonden, en dat terwijl Van Warmerdam hierin qua surrealisme een stuk verder gaat dan in grimm. Als het moeilijk is aan te geven wat er zo goed is aan ober, dan is het omdat de film helemaal geslaagd is en dan nog een beetje extra.
NRC Handelsblad (Bas Blokker)

ober is aanmerkelijk beter dan zijn mislukte voorganger grimm, maar ook nu weet Van Warmerdam weer niet helemaal te overtuigen. De truc om telkens de nogal saaie schrijver op te voeren is snel uitgewerkt, en ook de lijdensweg van Edgar, die opeens een Japanse gangster als huisgenoot in zijn maag gesplitst krijgt, loopt op een gegeven moment dood. Toch zijn er enkele kostelijke scènes voorhanden, zoals het moment waarop Edgar door enkele hufterige gasten in het aquarium wordt gekieperd of een slapstickscène met René van ’t Hof.
Algemeen Dagblad (Ab Zagt)

De surrealistische spanning weet van Warmerdam in ober maar kort vast te houden. Op het moment dat Edgar niets meer blijkt te zijn dan een verzinsel van een worstelende scenarist, zakt de film in elkaar als een opblaaspop met een lekkend ventieltje. Elke noodzaak tot innerlijke logica in de filmpersonages of de wereld waarin zij rondwandelen, verdwijnt op dat moment. Er kan van alles gebeuren, elke ingreep of verhaalwending is geoorloofd, een verklaring is niet langer nodig.
De Telegraaf (Marco Weijers)

REQUIEM
Hans-Christian Schmid
In een horrorfilm zou alles wat Michaela doormaakt in eerste instantie een fraai in beeld gebrachte metafoor zijn voor de sociaal-maatschappelijke angst en afkeer van opgroeiende meisjes en ontluikende seksualiteit. requiem zingt met zijn gedragen tempo en plechtige toon niet alleen voor het zielenheil van Michaela, maar is ook, met haar als martelaar, een dodenmis voor alles wat vrouwvijandig is in samenlevingen. Daar en toen. Hier en nu.
NRC Handelsblad (Dana Linssen)

Het fijnzinnige requiem becommentarieert veel subtieler aspecten die je al aantrof in the exorcist. Het tijdperk van de jaren zeventig waarin stad en provincie nog tegengestelde werelden waren; de bekrompen huismoeder die niet kan omgaan met haar dochters seksualiteit; de kerk die geen antwoord heeft. En hoe onbedoeld maar ook vanzelfsprekend en voorstelbaar het eigenlijk is dat die instituten een nog ongevormd, gevoelig meisje tot waanzin brengen.
Trouw (Jann Ruyters)

requiem laat zien hoe ingewikkeld het samenspel van opvoeding, religie en sociale omstandigheden is, en hoe moeilijk het is daar een rechtlijnig oordeel over te vellen. Iedereen heeft het beste met het gekwelde meisje voor maar niemand weet haar van haar waanbeelden en haar faalangst te bevrijden. En zelfs die ijskoude moeder lijkt toch alleen maar bang geweest te zijn dat het met haar dochter verkeerd zou aflopen. Angst en onmacht, een fatale combinatie.
GPD-kranten (Leo Bankersen)

Geschreven door