De geruchtenmachine – 3 mei 2016
Heilige datum
Opa vertelt: vroeger maakte een filmmaker een film en als hij klaar was, werd hij aan bioscoopexploitanten aangeboden. Dat waren mooie tijden voor filmmakers, want zij bepaalden het tempo. Tegenwoordig gaat het anders: een distributeur bepaalt de premièredatum, waaraan de filmmaker zich moet aanpassen. Zo kreeg regisseur Pieter Verhoeff een tijdje geleden simpelweg te horen dat zijn jeugdfilm de brief voor de koning 16 juli in de bioscoop wordt uitgebracht. Distributeur BFD vond deze datum uit concurrentieoverwegingen het geschiktst. Dat de film dan eigenlijk nog niet klaar kon zijn, deed er niet toe. Het was buigen of barsten voor de makers. Verhoeff: "Ik heb gezegd: God zegene de greep." Daarna werd het stressen om de datum te halen. Journalisten van maandbladen, die een week of zes vóór premières films moeten zien, kregen vijftig minuten van de film voorgeschoteld. Verhoeff was not amused: "Het was een halve film met een onaffe montage. Ook moest nog worden gesleuteld aan het geluid en de muziek. Ik ben niet bij die viewing geweest, want ik had dat niet kunnen aanzien." Vergeet de auteurstheorie, want de toekomst is aan de distributeurstheorie.
Ieder voor zich
Het is al vaak gezegd dat de filmwereld een kruiwagen vol kikkers is. Probeer die maar eens binnenboord te houden. Het lukte de Federatie Filmbelangen acht jaar. Sinds 2000 was een tiental beroepsverenigingen in de Federatie vertegenwoordigd. Het voordeel was dat niet iedere club een boze brief naar ‘Den Haag’ hoefde te sturen als een minister het Nederlandse filmbelang weer eens uit het oog verloor. Men kon volstaan met één woedende brief. Bijkomend voordeel was dat dat professioneler overkwam, want het staat nogal slordig als een sector niet met één mond tegen politici en bestuurders praat. De Federatie Filmbelangen was er voor de collectieve belangenbehartiging. We schrijven in de verleden tijd, omdat de leden de financiële stekker eruit hebben getrokken. De aangesloten clubs hebben niet langer 160 duizend euro per jaar over voor de Federatie. Bestuursvoorzitter Jaap Nieuwenhuis formuleert het zo: "Het financiële draagvlak was altijd al broos, maar is verder verbrokkeld." Begrijpen doet Nieuwenhuis het niet, want de Federatie heeft volgens hem veel successen geboekt. Hij noemt de jarenlange bemoeienis met de fiscale stimuleringsmaatregelen, het luiden van de alarmbel over de belabberde inkomens in de filmwereld en het op de kaart zetten bij politici van de Nederlandse documentaire en animatie. De leden waren blijkbaar minder onder de indruk. Hoe dat kan? Nieuwenhuis houdt zich op de vlakte, want na de zomer praat het bestuur met de leden over de situatie. Te laat voor de twee personeelsleden van de Federatie Filmbelangen. Joost Dekkers en Marc de Groot staan per 1 september op straat.
Hoezo moordend?
Soms lijken er evenveel distributeurs te zijn als films, maar toch zijn er altijd nieuwe durfals die brood zien in filmdistributie. De nieuwste loot aan de rijk vertakte stam is European Film Partners (EFP). Misschien doet de naam een belletje rinkelen als u weet dat Volkert Struycken de man achter EFP is. Struyken produceerde eerder met Errol Nayci de grot (Martin Koolhoven), loenatik, de moevie (Bobby Eerhart) en rosenstrasse (Margarethe von Trotta). Nayci is ook bij EFP betrokken, maar niet als eigenaar. Hij is distributiemanager, waarbij zijn ervaring de laatste twee jaar als salesmanager bij Disney goed van pas zal komen. Nayci legt de bedrijfsfilosofie uit. "EFP is feitelijk een filminvesteringsfonds dat zich bezighoudt met productie, acquisitie en distributie. Distributie is bij ons dus een onderdeel van een groter geheel. We kopen films, maar investeren ook in produkties, die wij vervolgens distribueren." Wat voor soort films dat zijn? "Geen films die met zestig á honderd kopieën uitgaan, maar kwaliteitsfilms. We stellen ons bescheiden op en willen tien á vijftien titels per jaar uitbrengen." Hoe EFP de moordende concurrentie op de salesmarkt denkt te overleven? "Wij gaan die moordende concurrentie helemaal niet aan. Er zijn genoeg interessante films te vinden." Nayci noemt George Hickenloopers factory girl over Andy Warhols muze Edie Sedgwick, het surrealistische seriemoorddrama surveillance van Jennifer Lynch — de dochter van — en de wijnfilm bottle shock, Randall Millers crowdpleaser op het Sundance Festival. Binnenkort in het theater.
factory girl
Mooi portret
Waarom staat Thekla Reuten op het affiche van de komende editie van het Vlissingse festival Film by the sea? Vertoont het festival een retrospectief van de actrice, die deze weken te zien is in in bruges? Of speelt ze in een nieuwe film? Dat is niet het geval. Reuten zit in Vlissingen in de festivaljury die de beste literatuurverfilming moet kiezen. Daarin zitten ook Maria Goos, Christine Otten, Gerbrand Bakker, Ben Verbong en Rinus Ferdinandusse, maar die staan niet op het affiche. Wilde Reuten alleen in de jury als ze op het affiche mocht? Onzin, zegt een medewerkster van Film by the sea. "Er zit niets achter. Wij vinden het leuk om haar op het affiche te hebben."
Kleurgevoelig
Is Clint Eastwood kleurgevoelig? Spike Lee vindt van wel. Amerika’s bekendste zwarte regisseur verwijt Eastwood dat er geen zwarte soldaten voorkomen in zijn Tweede Wereldoorlogdrama flags of our fathers. Volgens Eastwood is de kritiek onzin. Volgens hem zitten er geen zwarte Amerikaanse soldaten in de film, omdat hij het verhaal vertelt achter de legendarische foto van het hijsen van de Amerikaanse vlag op Iwo Jima in 1945. In een interview begin juni in The Guardian erkende Eastwood dat er een klein zwart peleton soldaten op Iwo Jima was, maar dat was niet betrokken bij het hijsen van de vlag. "Als ik een Afrikaans-Amerikaanse acteur ertussen had gezet, hadden mensen gezegd: ‘Die kerel is zijn verstand verloren’. Ik bedoel: het is niet accuraat." Hij voegde er over Spike Lee aan toe: "Een kerel als hij moet zijn mond houden." Dat laatste pikte Lee niet, die de slavernij weer zag opduiken. "Die vent is mijn vader niet en bovendien zitten we niet meer op de plantage." Hoe je volgens Lee correcte films maakt over de Tweede Wereldoorlog, is eind dit jaar te zien als zijn film miracle at st. anna in de bioscoop komt. De film gaat over vier zwarte Amerikaanse soldaten, die tijdens de bevrijding van Italië in vijandelijk gebied komen vast te zitten.
Om de vijf jaar
Robert Jan Westdijks het echte leven opent op 24 september de 28ste editie van het Nederlands Filmfestival. De speelfilm gaat over een jonge regisseur die een speelfilm maakt waarin hij zijn vriendin de hoofdrol laat spelen. Of dat verstandig is, is de vraag, want op de set raken na een tijdje acteren en het echte leven danig met elkaar verknoopt. Schijn en werkelijkheid: Westdijk houdt het in zijn vierde speelfilm bij zijn favoriete thematiek. We hebben lang moeten wachten op een nieuwe film van Westdijk, want zijn vorige film, phileine zegt sorry is van vijf jaar geleden. Westdijk brak in 1995 door met het sprankelende zusje, dat drie jaar later werd gevolgd door siberia. Daarna duurde het vijf jaar voor hij terugkwam met de Giphart-verfilming phileine zegt sorry, waarna de weg naar het echte leven weer vijf jaar in beslag nam. Westdijks volgende film laat waarschijnlijk minder lang op zich wachten: de verfilming van Saskia Noorts De eetclub, naar een scenario van Paul Jan Nelissen en Hugo Heinen, moet eind volgend jaar in de bioscoop te zien zijn.
het echte leven
Afghaanse takkenbos
Terwijl Hollywood zich druk bezig houdt met de oorlog in Irak (in the valley of elah, redacted, stop-loss, lions for lambs) is het in de Nederlandse filmwereld oorverdovend stil over ‘onze jongens’ in Afghanistan. Wil niemand zijn vingers branden aan het onderwerp? Wie met een loep zoekt, vindt toch iets. Natuurlijk maakte Cyrus Frisch zijn mobiele telefoonfilm waarom heeft niemand mij verteld dat het zo erg zou worden in afghanistan? En nu is scenarist Hugo Heinen (de tweeling, oud geld) bijna klaar met het script van de telefilm stella’s oorlog. De film gaat over een in Oldenzaal wonend stel, waarvan de man wordt uitgezonden naar Uruzgan. De film gaat over de achterblijvende vrouw, maar ook over de ervaringen van Nederlandse soldaten in Afghanistan. "Ik wil iets overbrengen van de totale vervreemding die je voelt als je als argeloze, trouwhartige Nederlander daar terecht komt. Wij noemen het een missie, maar er is een oorlog aan de gang. Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen, maar hoe kun je iets positiefs doen als je de talen niet spreek — ik geloof dat er zestien talen worden gesproken in Afghanistan — en niet weet wie een Talibanstrijder is? Is die man die met een takkenbos op zijn rug loopt, misschien een vijand?" Een anti-oorlogsboodschap heeft hij niet, zegt Heinen. "Iedereen weet dat oorlog meer kapot maakt dan je lief is. Dat is geen nieuws. Ik wil met een spannnend verhaal de kloof tonen tussen Oldenzaal en Uruzghan." Of de Nederlandse troepen in Afghanistan moeten blijven? "Als je het me met een pistool op de borst vraagt, vind ik dat we nu niet weg kunnen gaan." stella’s oorlog is volgend jaar mei op de televisie te zien. Of de film ook een bioscooproulement krijgt, is nog onbekend.
Nu nog publiek
Het Berlijnse festival Doku Arts, dat zich op creatieve documentaires over kunst en kunstenaars richt, dreigde na twee jaar te verdwijnen, omdat de stad Berlijn er geen geld meer voor over had. Filmmuseum-directeur Sandra den Hamer ontfermde zich over het festival. De derde editie van het festival vond van 4 t/m 8 juni plaats in het Filmmuseum. Op het programma stonden ruim vijfentwintig films. Den Hamer kondigde voor het festival aan dat het Filmmuseum ook volgend jaar plaats biedt aan Doku Arts. Dat Nederland niet massaal warm liep voor het festival (er kwamen 623 bezoekers) heeft dat niet veranderd. Ondanks het geringe aantal bezoekers is het Filmmuseum tevreden, laat een medewerkster weten. "Zowel de bezoekers als de aanwezige makers waren zeer enthousiast."
Bob Marley in bob marley — exodus ’77 van Anthony Wall, te zien op Doku Arts
Einde lijdensweg
Bij producent Shooting Star (pietje bell, interview, afblijven, timboektoe) kan weer worden gefeest. Eind vorig jaar beschuldigde het bedrijf met een woedende open brief het Filmfonds ervan stelselmatig zijn filmvoorstellen en scenario’s naar de prullenbak te verwijzen. De laatste vijf jaar had de producent geen cent subsidie gekregen. De term beroepsverbod viel. Het kan verkeren, want Shooting Star krijgt van het Filmfonds 810 duizend euro voor de realisering van sonny boy. De verfilming door Maria Peters van de bestseller van Annejet van der Zijl over de onmogelijke liefde ruim zeventig jaar geleden tussen een Surinaamse man en een getrouwde Nederlandse vrouw, is met een budget van zeven miljoen euro de duurste film uit Shootings Stars geschiedenis. Volgens Dave Schram van Shooting Star is het geen toeval dat het Filmfonds nu wel geld geeft. "Blaffen helpt. Onze klacht heeft veel mensen aan het denken gezet. Plotseling ging iedereen zich afvragen waarom wij zo lang geen geld hadden gekregen. Ik betwijfel of sonny boy geld had gekregen als we ons stil hadden gehouden." Eind goed al goed? "Directeur Toine Berbers van het Filmfonds belde zelf met het goede nieuws. Dat was een leuk gesprek. Ik heb ook een stuk of veertig hartverwarmende mailtjes van collega’s gekregen. Men gunt het ons. Het negatieve stempel is van ons af. Het beroepsverbod is opgeheven."