Boeken: The Friedkin Connection

Het oog van de orkaan

Sorcerer

Zijn fans smachten al jaren naar een auto­biografie en dat wachten is nu beloond: William Friedkins memoires zijn om van te smullen.

Wie de regisseur een speech heeft zien houden — op YouTube zijn sappige exemplaren te vinden — weet dat spraakwaterval William Friedkin geen blad voor de mond neemt. Ook niet als het over hemzelf gaat. Friedkins oeuvre bevat films van zeer wisselende kwaliteit en hij weet ook over zijn mislukkingen (Jade, Rules of Engagement) grappig uit de hoek te komen. Hij is natuurlijk bekend om zijn twee meesterwerken, The French Connection en The Exorcist, gemaakt in een tijd waarin hij en een vriend als Francis Ford Coppola van Hollywood alle ruimte kregen om zich als filmauteurs te bewijzen.

Friedkin, wiens joodse grootouders na een pogrom uit Kiev naar Amerika vluchtten, groeide op in Chicago en ging als twintiger werken voor een televisiezender. Daar vielen zijn talenten al snel op. Als autodidact liet hij van zich spreken met The People vs. Paul Crump, een documentaire over een ter dood veroordeelde zwarte man. Snel maakte Friedkin toen de overstap naar Hollywood. Zijn eerste films, die allemaal een lauwe ontvangst kregen, droegen meteen zijn stempel: met een realistische, documentaire-achtige stijl nam hij uitgebreid de tijd om zijn personages neer te zetten.

Met The French Connection (1971) won dertiger Friedkin een Oscar en het wereldwijde succes maakte hem tot een zeer gewilde regisseur. Zijn volgende film, The Exorcist, werd een fenomeen en wordt nog steeds door velen beschouwd als de engste horrorfilm ooit gemaakt. De overmoedige Friedkin initieerde vervolgens zijn droomproject, Sorcerer (1977), een losse remake van Clouzots Le salaire de la peur. Het werd een enorme flop, maar is nog steeds Friedkins meest gekoesterde werk en een van de meest onderschatte films van de jaren zeventig.

Paard
Dat decennium begon voor Friedkin dus fantastisch, maar eindigde in mineur. De laatste periode vormt de hoofdmoot van The Friedkin Connection en is ook het meest lezenswaardige deel van het boek. De regisseur profileerde zich als een manipulator en agressieveling, die extreme toeren uithaalde om films volgens zijn eigen visie te realiseren. Dat gedrag leverde de rijzige filmmaker meteen de bijnaam ‘Hurricane Billy’ op. Voor de legendarische autoachtervolging van The French Connection naaide Friedkin zijn stuntrijder zó op, dat ze samen de scène opnamen door zonder vergunning met hoge snelheid door New York te scheuren. Dat er onder nietsvermoedende passanten geen doden vielen, noemt de regisseur achteraf een wonder.

Friedkin geeft toe dat over een groot deel van zijn oeuvre een schaduw hangt. Als filmmaker raakte hij geobsedeerd door duistere verhalen en schimmige figuren. Toen Friedkin zijn controversiële homoslasher Cruising (1980) voorbereidde, ontdekte hij dat Paul Bateson, een bijrolacteur uit The Exorcist, was opgepakt op verdenking van het vermoorden en in stukken snijden van homoseksuele mannen. De regisseur zocht hem op in de gevangenis, waar hij bruikbare informatie voor zijn scenario ontving. (Bateson gaf zijn daden toe en kwam in 2004 vrij.) En om de New Yorkse gayscene van clubs als The Mineshaft in beeld te brengen, raakte Friedkin bevriend met een beruchte onderwereldfiguur, bekend als ‘The Horse’, die voortdurend door de FBI in de gaten werd gehouden. Friedkin zag er de humor wel van in: ‘He was called The Horse either because he was built like one or could punch one out‘.

Het boek eindigt met Friedkins recente comeback dankzij Bug en het ijzersterke Killer Joe. Over zijn plotselinge glorieuze terugkeer houdt de zeventiger het kort. Met zijn markante mix van zelfspot en arrogantie meent hij dat succes voortkomt uit talent, geluk en hulp van boven. Ook op zijn oude dag is Hurricane Billy nog steeds een Friedkin in het diepst van zijn gedachten.


The Friedkin Connection, William Friedkin | HarperCollins Books (2014), 497 blz. | €17,95 (paperback)