Boeken: Voyages of Discovery

Chroniqueur van instituten

National Gallery

Het boek Voyages of Discovery is een diepgravende studie van het oeuvre van documentairemaker Frederick Wiseman.

Misschien dat Barry Keith Grant over een tijdje wederom een nieuwe versie kan schrijven van zijn boek Voyages of Discovery: The Cinema of Frederick Wiseman. De eerste versie verscheen in 1992 en omvatte Wisemans eerste 26 films (korte films niet meegerekend). Sindsdien maakte de legendarische documentairemaker nog eens twintig films en deze nieuwe editie is dan ook niet zomaar een opgepoetste versie, maar een boek verdubbeld in omvang en met drie nieuwe hoofdstukken, waarin dat hele oeuvre de revue passeert. En de inmiddels 93-jarige Wiseman is nog altijd niet uitgefilmd. In Venetië ging zijn nieuwste, Menus plaisirs – Les Troisgros, in première.

Voyages of Discovery is een diepgravende studie van het werk van Wiseman, chroniqueur van instituten, de pilaren van de Amerikaanse samenleving. Hij maakte documentaires over onder meer een ziekenhuis (Hospital, 1970), dierentuin (Zoo, 1993), bibliotheek (Ex libris, 2017), universiteit (At Berkeley, 2013) en gemeentehuis (City Hall, 2020). Grant groepeert de films primair op thematische wijze. Zo is er een hoofdstuk gewijd aan zijn films over het leger en eentje aan de films rond dieren. Tegelijk legt hij soms ook verrassende dwarsverbanden, zoals de benadering van jonge mensen in High School (1968, over een Amerikaanse middelbare school) en Basic Training (1971, over militaire basistraining).

Grant houdt zich niet aan de chronologie van het oeuvre van Wiseman, maar legt wel de ontwikkeling die daarin te ontwaren is bloot. Primair de verschuiving van zijn dynamische vroege werk, dat vaak als een aanklacht kijkt, naar zijn latere films, die zachtmoediger van toon zijn. Met als kantelpunt het zes uur durende meesterwerk Near Death (1988), waaraan Grant een compleet hoofdstuk wijdt.

From muckraking to meditation’, vat Grant de ontwikkeling samen. De vroege films tonen vooral, en vaak op niet mis te verstane wijze, hoe de menselijke maat vermalen wordt in de bureaucratische kaken van het systeem. Van instituten die geen mens zien, maar een casus. Zoals Wisemans meedogenloze debuut Titicut Follies (1967), over een inrichting voor psychiatrische patiënten met een criminele achtergrond. De latere films focussen juist op waar het menselijke nog wel te vinden is binnen de instituten en op degenen die dat proberen te bewaken.

Een belangrijk speerpunt voor Grant is om documentaires niet enkel binnen een documentairecontext te bespreken, zoals zo vaak gebeurt. En ze niet alleen op inhoud te bespreken, zoals ook zo vaak gebeurt. In zijn boek besteedt hij dan ook veel aandacht aan de vormkeuzes, (gevonden) metaforen en verteltechnieken die Wiseman hanteert. Zo illustreert hij die omslag in Wisemans oeuvre onder meer aan de hand van de montage, die in de vroege films nogal eens ironisch is, iets wat Wiseman in zijn latere films veelal achterwege laat.

Ook legt Grant in zijn lezing van de films verbanden met literatuur, schilderkunst en fictiefilms. Zo zet hij uiteen hoe Wiseman in de opening van Meat (1976), over de vleesverwerkingsindustrie, verwijst naar de beeldtaal van John Ford met een shot van cowboys tegen een laagstaande zon. Daarmee dwingt Wiseman de kijker ‘de geconstrueerde status van dergelijke beelden in een industriële wereld te erkennen,’ schrijft Grant, ‘waarvan de door die beeldtaal uitgedragen waarden alleen nog op het niveau van de mythe functioneren.’

In het laatste hoofdstuk bespreekt Grant een groep films die hij beschouwt als antwoord op het Trumpisme en de wortels daarvan. Films als City Hall (2020) en In Jackson Heights (2015), waarin Wiseman focust op gemeenschapszin, diversiteit en vooral ook het democratische proces. Dat Wiseman in deze film als maker minder sturend is – shots worden lang aangehouden en de camera beweegt soms nauwelijks – is een uitnodiging aan de kijker. Zoals een democratie niet functioneert als de burger achteroverleunt, betoogt Grant, zo werken ook deze films pas wanneer de kijker zich er actief toe verhoudt.

In National Gallery (2014), over het gelijknamige museum in Londen, suggereert de montage en compositie een dialoog tussen de kunstwerken en de museumbezoekers. Een uitwisseling van blikken, zoals Wiseman die ook op gang wil brengen tussen zijn film en de kijker. Want “de ware film,” zo citeert Grant de filmmaker zelf, “ligt ergens halverwege het filmdoek en de geest van de kijker.”


Voyages of Discovery: The Cinema of Frederick Wiseman Barry Keith Grant | 2023 | Columbia University Press, New York | 400 pagina’s | €35