Boeken: The Sopranos Sessions

In de ban van de aaibare schurk

The Sopranos

Het boek The Sopranos Sessions is een compleet overzicht van het fenomenale gangsterdrama dat het televisielandschap voorgoed veranderde. Twintig jaar na de première blikken critici Matt Zoller Seitz en Alan Sepinwall terug op de wereld van antiheld Tony Soprano.

Film- en televisiejournalist Matt Zoller Seitz volgde The Sopranos (1999-2007) op de voet vanaf het moment dat de serie in 1999 het levenslicht zag. Voor het in New Jersey gevestigde dagblad The Star Ledger voorzag hij de atypische verhaalwendingen en komische kwinkslagen van context.

De krant speelt ook een rol in de serie: Tony Soprano waggelt in menig aflevering uitgedost in badjas op z’n gemak naar de oprit waar hij een exemplaar opvist. In 2002 nam televisiejournalist Alan Sepinwall het stokje over van Seitz. In 2007, na de dubbelzinnige slotaflevering die eindigt in eetcafé Holsten’s, was Sepinwall zelfs de enige journalist die David Chase, de geestelijk vader van The Sopranos, te spreken kreeg.

Net als een horde vertwijfelde kijkers wilde Sepinwall natuurlijk weten of Tony Soprano na dat zinderende eindshot nog leefde. Dit vraagstuk komt in The Sopranos Sessions, net als een keur aan andere mysteries, ruim aan bod, onder meer in zeven gesprekken met Chase – zeven heeft, zoals blijkt, een sacrale betekenis.

Seitz en Sepinwall hebben kosten noch moeite gespaard en eveneens alle 86 (!) afleveringen voorzien van een essay, dat telkens begint met een fijn citaat. Het voorwoord is geschreven door Laura Lippman en dat is niet geheel toevallig: ze is de echtgenote van David Simon. Simon is op zijn beurt de bedenker van The Wire (2002-08), het misdaaddrama dat het qua kijkcijfers telkens moest afleggen tegen de maffiosi uit New Jersey.

Lippman omschrijft hoe ze destijds, zoals zovelen, in de ban raakte van de door James Gandolfini vertolkte aaibare schurk. Ook in de scherpzinnige essays van Seitz en Sepinwall, die worden geflankeerd met geestige trivia, weerklinkt bewondering voor de ultieme antiheld en zijn eigenzinnige Italiaans-Amerikaanse gezin. De critici schromen daarbij niet om oneffenheden aan te stippen, zoals de aflevering waarin het gezelschap afreist naar Napels. Hier wordt de serie volgens hen te cartoonesk en misogyn. En ging Chase te ver door een onschuldige jonge stripper op brute wijze te laten vermoorden?

Chase – van wie de familienaam eigenlijk DeCesare is – reageert in het boek begripvol op de kritiek. Over het vele geweld is hij kraakhelder: als er een man werd vermoord, dan kraaide er niemand naar. Maar was het, zoals hierboven omschreven, een vrouw, dan waren de rapen gaar, dan trokken feministen aan de bel. In afleveringen waarin de algehele grimmigheid uitbleef, verzochten trouwe kijkers juist om ‘less yapping, more whacking’ – minder gebabbel, meer moordpartijen.

Eieren
Chase was tijdens de succesjaren van The Sopranos tamelijk mediaschuw en voelt ook nu niet de behoefte om al zijn keuzes te verklaren. Hij werkt naar eigen zeggen intuïtief, vanuit zijn dromen. Ideeën ontstaan uit een diep onderbewustzijn en dienen zich ineens aan. Zoals de symbolische associatie van eieren (gebakken, gekookt, rot) – in tegenstelling tot de sinaasappelen in The Godfather (1972-90) – met de aanstaande dood. Het is geen verrassing dat The Sopranos met al die droomscènes gezien kan worden als een combinatie van gangsterdrama en Twin Peaks (1990-2017).

Terrence Winter (de latere bedenker van Boardwalk Empire, 2010-14, die meerdere afleveringen van The Sopranos schreef) oppert in het boek dat The Sopranos in beginsel gaat over psychotherapie en het onderbewustzijn. Dat is wel ironisch, zo wordt opgemerkt, met een hoofdpersoon die een hekel heeft aan introspectie. Dat zien we al in de pilotaflevering die in het boek wordt onderworpen aan een doorwrochte analyse: Tony deelt tijdens een sessie met psychiater Dr. Melfi (Lorraine Bracco) zijn nachtmerrie waarin de moedereend en haar kroost, die zich hebben genesteld in zijn achtertuin, ineens wegvliegen.

Gaandeweg maakt Melfi haar patiënt duidelijk dat de moedereend een metafoor is voor zijn onuitstaanbare moeder Livia (Nancy Marchand). De eenden laten een ontroostbare Tony thuis achter, zoals moederlief haar zoon vroeger zomaar achterliet. Tony vindt het maar quatsch. In The Sopranos Sessions treden Seitz en Sepinwall als het ware op als de psychiater uit de serie terwijl ze Chase op de pijnbank leggen. Dit leidt naast allerlei bespiegelingen ook tot intrigerende inzichten: zo is Tony’s moeder losjes gebaseerd op de moeder van Chase.

Ook saillant: The Sopranos werd aanvankelijk gepitcht bij televisiezender Fox en was bedoeld als een live-action versie van The Simpsons (vanaf 1989). De humor is ook in de uiteindelijk somberder eindversie zichtbaar. Chase blijkt boven alles een onmiskenbare bewonderaar van de slapstick van Laurel & Hardy en The Three Stooges. Zoals goed te zien is in de scène waarin de in ongenade gevallen capo Ralph (Joe Pantoliano) zich tegen een briesende Tony probeert te verweren met achtereenvolgens – kolderieker kan het bijna niet – potten, pannen, een mes en antimuggenspray. Het zijn allemaal voorwerpen die binnen handbereik liggen in Ralphs keuken, waar hij luttele minuten voordat de ellende uitbrak nog eieren stond te bakken.


The Sopranos Sessions, Matt Zoller Seitz en Alin Sepinwall | 2019, Abrams Books, New York | 480 pagina’s | €16