Boeken: Cimino: The Deer Hunter, Heaven’s Gate and the Price of a Vision

Een enigma in een mysterie in een mythe

The Deer Hunter

“Niemand weet eigenlijk iets van jou”, zei een vriend ooit tegen filmicoon Michael Cimino. Biograaf Charles Elton probeert feiten van fictie te scheiden om het mysterie te doorgronden, maar stuit op een caleidoscoop van persona’s.

De bittere en kritische toon van de Amerikaanse cinema tijdens de jaren zeventig weerspiegelde de morele crisis van het land. Dat wordt scherp gevat in de tagline van Easy Rider, Dennis Hoppers roadmovie uit 1969: ‘A man went looking for America. And couldn’t find it anywhere…

Vijf jaar na Easy Rider begon Michael Cimino (1939-2016) onder Clint Eastwoods vleugels met Thunderbolt and Lightfoot zijn eigen zoektocht naar Amerika. Hij vond het land overal: in pijnlijke verhalen, adembenemende landschappen en traumatische ervaringen.

Heaven’s Gate

Zijn filmreis liep van helletochten The Deer Hunter (1978), Heaven’s Gate (1980), The Year of the Dragon (1985), The Sicilian (1987) en Desperate Hours (1990) tot de helende roadtrip Sunchaser (1996). Met meer melancholie dan somberheid focuste Cimino op de in Amerikaanse cultuur populaire strijd tussen idealisme en zelfkastijding. Hij maakte ook zijn eigen verhaal van opkomst en ondergang door: hij transformeerde van wonderboy tot paria van Hollywood. Eerst bejubeld, daarna uitgespuwd en uiteindelijk vergeten.

Behalve in Frankrijk, waar gelobbyd werd voor de rehabilitatie van Heaven’s Gate en waar Cimino niet alleen de romans Big Jane en A Hundred Oceans publiceerde, maar ook zijn autobiografie Conversations en mirroir. Dat boek, met de openingswoorden ‘Ik ben een mythe’, is vooral het portret van een personage, de beschrijving van het leven van iemand die al dan niet Michael Cimino is. Een eenzaat die een reïncarnatie van Norma Desmond uit Sunset Boulevard (1950) lijkt. Teruggetrokken levend en dromend van onsterfelijkheid. ‘Ik haat het dit boek te schrijven,’ lezen we na 50 pagina’s, ‘ik heb niets te zeggen.’

Dat was natuurlijk niet zo, alleen had de filmmaker, zoals Charles Elton het stelt in zijn biografie Cimino, ‘een ambivalente relatie met de waarheid’ en de neiging zijn leven te fictionaliseren. Cimino’s leugens waren legendarisch: hij veranderde zijn geboortedatum, verzon oorlogservaringen die hem zouden hebben geïnspireerd voor The Deer Hunter, probeerde een ‘waargebeurd’ etiket te kleven op de Russische-roulettescène in die film, loog over het auteurschap van scenario’s en verzon opname-incidenten en interventies bij testscreenings. Elton prikt de meest grove leugens door, maar bij sommige verhalen blijft twijfel leven. Omdat er onvoldoende documentatie bestaat en omdat getuigenissen van naasten vaak constructies lijken. Elton lost dat op door verschillende versies te presenteren en de lezer te laten kiezen.

Michael Cimino

Grote onthullingen of definitieve conclusies levert dat niet op, maar wel het beeld van een complex man met gebreken én immens talent. Maar vooral ook de drang om ‘een verhaal als een matroesjka van zijn eigen leven te maken’, waarbij het moeilijk te bepalen was ‘of Cimino zijn eigen verhalen geloofde of dat de verzinsels waarheid werden door herhaling’. Daardoor was er ‘geen definitieve versie van zijn leven, geen final draft’, maar enkel variaties die pasten bij de steeds weer andere beelden die Cimino van zichzelf presenteerde.

Volgens Elton sloeg de verwarring die dat creëerde ook over op de man die verantwoordelijk was voor het vervagen van de scheidslijn tussen feit en fictie. ‘Ook al had hij zijn caleidoscopische persona zelf gecreëerd, Cimino worstelde met het integreren van die verschillende Michael Cimino’s in één Michael Cimino.’ Elton memoreert hoe Cimino ooit aan een vriend opbiechtte: “Als ik mezelf google, herken ik de meeste mensen niet die ik ben geweest.”

De kracht van Cimino is dat deze eerste biografie van de regisseur duidelijk maakt dat zijn omstreden statement ‘I am not who I am, and I am who I am not’ niet verwarrend, maar verhelderend is. Voor de filmmaker waren creatie, transformatie en identiteit verbonden. Terwijl de kloof tussen zijn zelfbeeld en imago groot bleef.

Elton geeft toe het enigma van monstre sacré Cimino – ‘hij mag zich monsterlijk gedragen hebben, hij was echt geen monster’ – niet helemaal ontsluierd te hebben. Hij schetst wel hoe de filmmaker het product was van zijn ambitie, talent en gedrevenheid. Waarbij compromisloosheid leidde tot unieke, tegendraadse films. Maar dat had een prijs, zoals de ondertitel ‘The Price of a Vision’ onderstreept. Met die bijzonderheid dat Cimino volgens Elton deze prijs bewust betaalde, omdat hij als de dood was voor middelmatigheid. Een van de matroesjka’s genaamd Michael Cimino was ook een variant op de hoofdpersoon van The Fountainhead, die liever zijn eigen creaties vernietigt dan zich te conformeren. Geen toeval dat de verfilming van Ayn Rands boek voor Cimino een nooit gerealiseerd droomproject bleef.


Cimino: The Deer Hunter, Heaven’s Gate and the Price of a Vision, Charles Elton | 2022, Abrams Press, New York | 348 pagina’s | €26