Boeken – 5 juli 2012
Andy Warhol: Meer dan camp
Heeft de vluchtige digitale cultuur ons besef van tijd onherroepelijk veranderd? Hoe bereid zijn we nog om ons over te geven aan de extended time van Andy Warhol? Zonder het letterlijk zo te benoemen, positioneert professor Douglas Crimp met deze vragen Warhol zomaar als voorloper van de ‘slow cinema’-beweging. En dus als inspiratiebron voor Apichatpong Weeresethakul, Lisandro Alonso en mammoetfilmer Lav Diaz. Zij delen een voorliefde voor eindeloze films, lange takes en real time, al deed Warhol daar nog een schepje bovenop, door Empire, Sleep, Blow Up en de Screen Tests vertraagd af te spelen.
Crimp verwondert zich erover dat Warhol-vertoningen nog altijd op zoveel enthousiasme kunnen rekenen, juist onder 35mm-liefhebbers. Warhol was juist — met gespeelde oprechtheid — verbaasd over het schromelijke gebrek aan interesse. "Waarom komen ze niet in drommen om Empire te zien?" Het is de schilder, schrijver, muzikant, filmer en rasprovocateur (1931-1987) ten voeten uit: met listige kwinkslagen de draak steken met de heersende conventies. Onze verslaving aan de sneltreinvaart van Hollywoodblockbusters: niets anders dan sociaal gedetermineerd. Voor hetzelfde geld had Warhol zelf aan de top van de box office gestaan.
Crimp moet zich prima in die speels tegendraadse houding kunnen herkennen. De band met zijn studieobject is een uitermate persoonlijke. In de jaren ’60 maakte Crimp deel uit van de kringen van intimi rondom Warhol. Het was een tijdperk vol revolutionair elan, waarin niet alleen vrouwen en immigranten, maar ook homo’s en travestieten zich emancipeerden. Crimp dompelde zich met Warhol onder in de New Yorkse queer culture, die zwart-wit noties van gender en seksualiteit wilde deconstrueren. Ook daarin herken je het ‘verzet’ tegen de dominante machtsstructuren.
Verfrissend
Het is daarom een positieve verrassing dat Crimp, op de openingshoofdstukken na, afstand weet te bewaren. Hij balanceert op het smalle koordje van de neutrale blik van de beschouwer en het subjectieve gezichtspunt van de ervaringsdeskundige, maar blijft overeind. Ook vervalt hij niet in de slachtofferrol, rond het vermeende onrecht dat onderdrukte minderheden zou zijn aangedaan. Laat staan dat hij dit verpakt in een complexe maar rammelende analyse en gewichtig maar ondoorzichtig jargon — wat soms de norm lijkt binnen het vakgebied van de queer studies.
Wel schemeren op elke pagina zijn enthousiasme en bewondering voor Warhol door. De in stijl en opbouw zeer verschillende essays willen nogal eens meanderen, Crimp komt altijd op een verfrissende stelling uit. Vaak rakend aan het wezen van de queer, het ‘anders’ en ‘uniek’ zijn. Zo was de intense samenwerking van Warhol met scenarist Ronald Tavel niet gegrond in consensus, maar op twee eigenwijze ego’s die hun eigen koers blijven varen. Niet voor niets wekten hun personages de indruk "samen te komen om apart te blijven". Dit geldt ook voor de twee schermen waarop The Chelsea Girls werden geprojecteerd: de combinatie van beelden varieerde elke vertoning, en nooit lijken ze helemaal samen te vloeien tot een samenhangend geheel.
Warhol verbreedde volgens Crimp ons blikveld, door buiten de oogkleppen te kijken die elke samenleving opheeft. Hij liet een mogelijke wereld zien, een wereld waarin mensen in alle vrijheid náást elkaar kunnen leven. Zonder zich per se te moeten verenigen tot eenheidsworst. Crimp reageert daarmee indirect op de toenemende intolerantie in de huidige westerse wereld. Al is die niet gericht tegen homo’s en travestieten, in essentie gaat het om hetzelfde. Het onderstreept dat Warhols films onverminderd relevant en urgent zijn. Vanwege zijn ironische houding wordt zijn serieuze maatschappelijk engagement nog vaak over het hoofd gezien. In het bijbrengen van het besef dat Warhol het niveau van camp verre ontstijgt, schuilt Crimps grootste verdienste.
Niels Bakker
"Our Kind of Movie" The Films of Andy Warhol | Douglas Crimp | 2012, MIT Press | 171 pagina’s | $27,95
Boeken kort
Film — A Very Short Introduction | Michael Wood | 2012, Oxford | €12,50
Een bescheiden boekje dat met gemak in een handtas of de binnenzak van een jas past, en dat je op onbewaakte momenten overal kunt lezen. Wood schrijft bevlogen over filmgeschiedenis, op een persoonlijke en licht-filosofische manier, die de lezer wijzer maakt en entertaint. Soms zijn de dingen waarover Wood schrijft algemeen bekend, maar toch is het goed om eraan te worden herinnerd. Bijvoorbeeld het feit dat film ooit heel klein is begonnen, als een groot experiment.
Cinema Nostalgia De avant-garde van Hollywood | Thomas Leeflang | 2012, Uitgeverij Aspekt | €19,95
Thomas Leeflang publiceert met bewonderenswaardige regelmaat boeken over film. Dit keer over de avant-garde van Hollywood, onder wie Charles Chaplin, Buster Keaton, Harry Langdon, W.C. Fields, Laurel & Hardy en de gebroeders Marx. Het boek bevat veel mooie zwart-witfoto’s en filmstills. Leeflang is gul met anekdotes en schrijft toegankelijk, met zinnen als: ‘Chaplin hield van volgzame vrouwen, werkte graag met ze, zag ze graag op zijn feesten en nog liever in z’n bed.’
De Toonder Animatiefilms | Jan-Willem de Vries | 2012, Uitgeverij Silvester Strips | €100,00
Prachtig gebonden boek over de rol van Marten Toonder als filmmaker en over De Toonder Studio’s, jarenlang een van de belangrijkste Nederlandse filmproductiebedrijven. In 1983 was de Bommel-film Als je begrijpt wat ik bedoel de eerste avondvullende animatiefilm in Nederland. De complete geschiedenis van de Toonder-animatieproductie wordt in kaart gebracht, in woord en beeld, ook de oorlogsjaren. Bij het boek hoort een dvd met meer dan dertig filmpjes, "gerestaureerd en exclusief uit de Toonder Studio archieven". Geen geringe aanschaf, dit boek, maar Toonder-fans zullen de verleiding moeilijk kunnen weerstaan.
Samenstelling Claudia Jong | International Theatre & Film Books | Leidseplein 26 | 1017 PT Amsterdam | t 020 6226489 | theatreandfilmbooks.com