Boeken – 30 mei 2016
Chimera
De Amerikaanse filmcriticus Bill Krohn — lange tijd Hollywood-correspondent voor Cahiers du Cinéma — schreef voor de firma Taschen een toegankelijk boek over het werk van de Spaanse regisseur Luis Buñuel. Toegankelijk betekent in dit geval dat het werk niet alleen qua tekst maar ook qua beeld goed gedocumenteerd is. Daardoor komt Buñuels geschiedenis — die een groot deel van de 20ste eeuw beslaat (hij leefde van 1900 tot 1983) — ook echt tot leven.
Het Poolse affiche van un chien andalou, Buñuels eerste (korte) film uit 1929 die hij met compadre Salvador Dalí maakte en die de befaamde oogbalsnijscène bevat, is bijvoorbeeld een van de beste horroraffiches die ik heb gezien. Het monsterlijke creatuur — half mens, half dier — roept herinneringen op aan dat andere wezen dat door de Surrealisten van die tijd (de jaren twintig) in de armen werd gesloten. Het gaat om de chimera, het vuurspuwende monster uit de Griekse mythologie met de kop van een leeuw, de romp van een geit en de staart van een draak. Krohn wil Buñuel best met zo’n chimera, zo’n fabeldier, vergelijken, omdat zijn DNA gelijke delen avant-garde kunst, populaire cultuur en literaire klassiekers zou bevatten. Kop, romp, staart.
Buñuel hield van horrorfilms, merkt Krohn op. Hij was gefascineerd door mensen met lichamelijke gebreken, zoals dwergen. Zelf was hij doof, en het schijnt dat hij daarom zo’n hekel had aan blinden. Hij was een fan van Buster Keaton, en tijdens een bezoek aan Hollywood raakte hij bevriend met Charlie Chaplin. Buñuel filmde graag het vrouwelijk lichaam, met name borsten en benen — liefst in panties. Hij hield er ook een verzameling pistolen op na, en ging met zijn twee zonen wel eens een potje schieten. In het boek zijn het ‘obsessies’, en Buñuel heeft er veel, en ze keren ook steeds terug in zijn films. Met fotoreeksen van borsten en pistolen wordt dat in het boek goed geïllustreerd. Kippen zijn er ook veel.
Verder maakte de Spaanse provocateur, iconoclast, dromer en wat al niet meer ook gewoon films over de drie grote thema’s seks, religie en politiek. In él probeert een ziekelijk jaloerse man de vagina van zijn vrouw dicht te naaien — een ideetje dat Buñuel opdeed bij zijn held Marquis de Sade. En dan gaat het over de Rooms Katholieke Kerk en over religieuze iconen. Als jongetje zat Buñuel bij de Jezuïeten op school, en hij wist er volgens Krohn zo veel van, dat hij zo les kon geven in de katholieke theologie. ‘God zij dank ben ik een atheïst’, werd een beroemde uitspraak van de regisseur die zich in de jaren twintig de aandacht van de Parijse Surrealisten liet welgevallen, en daarna toch weer afstand nam. In 1932 werd hij lid van de Spaanse Communistische Partij. In de jaren dertig was hij daar aardig zoet mee. En dan hebben we nog de psychoanalyse van Freud en Lacan. Buñuel frequenteerde in zijn Parijse jaren de huispsycholoog van de Surrealisten, Jacques Lacan. En het begint dan eerlijk gezegd ook wel te spoken, met Surrealisme, Communisme, Katholicisme, Atheïsme, en alle Fetisjismen. Voeg daar nog de ingewikkelde geschiedenis van de Spaanse Burgeroorlog bij, waarbij ook Joris Ivens nog even om de hoek komt kijken met spaanse aarde (1937), en Krohn dreigt toch even in de -ismen en de vele historische details te verzanden. De auteur moet dan nog aan Buñuels Mexicaanse periode beginnen, met als hoogtepunt los olivados (1950), waarvoor Buñuel zes maanden incognito research deed in de sloppenwijken van Mexico Stad.
Tegelijkertijd zie je op elke pagina ook weer nieuwe fascinerende facetten van het fabeldier opduiken, ook als we in de succesvolle laatste periode met de Franse sterren Catherine Deneuve en Michel Piccoli belanden. ‘Ik ben niet geïnteresseerd in karakters zonder contradicties’, zei Buñuel in zijn autobiografie My Last Sigh. Hij schreef het boek samen met zijn scenarist Jean-Claude Carrière toen hij 78 jaar was, en zijn laatste film had voltooid, cet obscur objet du désir (1977). Waar Buñuels zwanenzang over gaat? De obsessieve liefde van een man voor een vrouw. Zij is een flamencodanseres. Conchita. En zij heeft hem verteld dat ze maagd is. De rest van de film probeert hij haar te bezitten.
Buñuels eigen vrouw komt slechts een enkel keertje ter sprake in zijn autobiografie. Hij trouwt midden jaren dertig met haar. Ze heet Jeanne. Ze is een gymnastieklerares. De voorwaarden die Buñuel voor de trouwdag stelde: géén priester, géén kerk, géén gasten, géén ring, géén feestje. Wel maakte Luis samen met Jeanne een foto in een fotohokje. Parijs 1934. Jeanne lacht. Luis kijkt alsof hij in een heel andere wereld is.
Belinda van de Graaf
Luis Buñuel — The Complete Films
Bill Krohn en Paul Duncan (red.)
2005, Taschen, 192p, 14,95 euro
Andrei Tarkovsky. Elements of cinema
Robert Bird
2008, Reaktion Books, 29,95 euro
Tarkovsky
Nathan Dunne
2008, Black Dog, 55,- euro
Naast Tarkovski’s eigen De verzegelde tijd is er momenteel weinig in druk over de Russische regisseur. Deze twee nieuwe boeken voorzien in die leemte, het eerstgenoemde door een thematische studie van het hele oeuvre, het tweede minder studieus, maar met een grote hoeveelheid interessant (foto-)materiaal over leven en werk, waaronder herinneringen van een oud-studente en een tekst van Sartre.
Handboek voor productieleiders
Désirée te Nijl
2008, Boom, 39,50 euro
Serie vult leemte in de Nederlandstalige markt voor filmboeken met delen over televisiemaken en digitale communicatie. Boeken zijn geschreven voor studenten en navenant opgezet, met veel kaders, tabellen en checklists; in dit deel voor productieleiders staan ook veel (grappige) praktijkvoorbeelden.
Deleuze, cinema and national identity. Narrative time in national contexts
David Martin-Jones
2008, Edinburg University Press, 33,50 euro
Deleuze’s theorieën gekoppeld aan een selectie films die een spel spelen met narratieve tijd (memento) en nationale identiteit (peppermint candy). Besproken films worden gekoppeld aan grote historische gebeurtenissen en de weerslag daarvan in diverse nationale cinema’s.
Cities and cinema
Barbara Mennel
2008, Routledge, 39,50 euro
Boek vormt goede aanvulling op stad-en-film studie Projected cities van Stephen Barber (Reaktion Books, 21,95 euro). Hier is het uitgangspunt dat stad en film worden verbonden door het begrip ‘moderniteit’, al was het maar door de vaak aangehaalde anekdote over de eerste demonstratie van de Cinématographe in Parijs in 1895. Ook aandacht voor verzonnen steden en, natuurlijk, globalisering.
A licence to be different. The story of Channel 4
Maggie Brown
2008, British Film Institute, 29,50 euro
Geschiedenis van eerste vijfentwintig jaar van Brits televisiestation, recent in de problemen door beschuldigingen van racisme in het programma ‘Celebrity big brother’. Begon als een anomalie in Thatcher-Engeland — klein, onafhankelijk en innovatief — en groeide uit tot een gigant op de Engelstalige televisiemarkt. Channel 4 (co-)produceerde onder meer the crying game en four weddings and a funeral.
Film music
Peter Larsen
2008, Reaktion Books, 37,50 euro
Als er een film zonder muziek wordt uitgebracht, wordt dat altijd vermeld (no country for old men). Dit boek vraagt zich af wat filmmuziek is en waarom het een zo vanzelfsprekend onderdeel is van het medium, ingebed in een geschiedenis vanaf de zwijgende film. Boek concentreert zich op de westerse, meest commerciële, film.
Cinema Babel. Translating global cinema
Abé Mark Norris
2008, University of Minnesota Press, 25,- euro
The cinema of globalization. A guide to films about the new economic order
Tom Zaniello
2007, Cornell University Press, 18,50 euro
Atom Egoyan stelde in 2004 de bundel Subtitles: on the foreignness of film samen, en geeft het uitgangspunt van dit boek, te mooi om te vertalen: ‘Every film is a foreign film, foreign to some audience somewhere.’ Norris gaat dieper in op vertalingen van en in film, ook al van belang bij zwijgende film, en stelt kritische vragen bij de rol van veel filmvertalers. Zaniello maakte een thematisch overzicht van 201 films over allerlei onderdelen van globalisering, van olie tot migratie.
Making Dead Birds. Chronicle of a film
Robert Gardner
2007, Peabody Museum Press, 39,50 euro
Documentairemaker Gardner maakte al eerder een prachtig boek over de totstandkoming van zijn forest of bliss en doet in dit boek iets vergelijkbaars voor zijn film over Nieuw Guinea, behalve dat er bij deze uitgave geen dvd is bijgevoegd. Boek volgt op de voet het voorbereidings- en maakproces van etnografische film uit 1965.
Midday with Buñuel. Memories and sketches, 1973-1983
Claudio Isaac
2007, Swan Isle Press, 27,50 euro
Portret van Buñuel door Mexicaanse collega Isaac, die de meester meemaakte tijdens diens ballingschap in Mexico-stad in de jaren zeventig is een verzameling herinneringen, anekdotes, foto’s en tekeningen.
Samenstelling Philip Hartzuiker (theatreandfilmbooks.com).