Boeken – 29 maart 2017

  • Datum 29-03-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Flodder 3

‘Buurman, wat doet u nu?’
In de wereld van MAAS heeft Dick Maas altijd gelijk

‘Buurman, wat doet u nu?’ is handboek, auto­biografie en afrekening ineen, van de filmmaker die zijn publiek graag voor boodschappen naar de Albert Heijn verwees.

Door Julius Ponten

Dana Linssen van de Filmkrant vroeg me het boek van DICK MAAS te lezen en er iets zinnigs dan wel onzinnigs over te schrijven.
Ik heb Dick Maas nog nooit mogen ontmoeten en tevens niet al zijn films gezien, wel koester ik mooie herinneringen aan de eerste keer dat ik Flodder gezien heb. Aangezien mijn opvoeding volgens de strenge leer van Rudolf Steiner verliep stond er een kleine zwart-wit TV verstopt in de kelder die enkel voor zeer verantwoorde programma’s naar boven werd gehaald. Eén daarvan was Lassie. Flodder kwam zeker niet door de keuring van de grondlegger van de Antroposofie Steiner. Dick Maas zou wel raad weten met deze geitenwollensok en hem, als hij het had geweten, net als de ‘code commissie’ van het Filmfonds de huid vol hebben gescholden.
Het niet malse boek (ruim 350 pagina’s) van MAAS leest als een autobiografie, afrekening en praktisch handboek hoe je volgens Dick Maas een film maakt. Uitgangspunt bij het lezen: in de wereld van MAAS heeft Dick Maas altijd gelijk. Ik kan genieten van de verhalen over het tot stand komen van zijn films, de vetes en de weerstand, herken de perfectionistische drive om dan maar heel veel zelf te gaan doen en moet een beetje lachen over het gebruik van het woord NEUKEN. In een film van Dick Maas wordt de liefde niet bedreven maar ouderwets geneukt. Het liefst in een lift of een garage.

Slang
Als één van Neerlands grootste filmauteurs die niet alleen zijn eigen scenario’s schrijft, maar ook produceert en de muziek componeert is het goed dat hij zijn visie op het vak zo aan het papier toevertrouwt. Ik kan van veel praktische zaken nog veel leren, maar de hele financieringsstrategie en -visie daarentegen voelt enigszins achterhaald en erg versimpeld. Daarnaast leest de onbegrepen kant van DICK MAAS als een slang die in zijn eigen staart bijt. Ik denk namelijk dat je in elke business mensen tegenkomt die je tegenwerken, iets niet gunnen en schijt hebben aan jouw bewezen succes. Maar gelukkig is ook Maas niet zo cynisch geworden dat hij geen tijd en energie meer heeft om ambitieuze plannen te blijven ontwikkelen en te pushen en heeft hij een nieuwe businesspartner gevonden in Tom de Mol.
Ik hoop dat alle miljoenen mensen die zijn films gezien hebben dit boek kopen, maar ik zou Maas bij dezen ook een advies willen geven. Bundel al die anekdotes en interessante feitjes voor leken in een apart boekje met veel foto’s en hark zo nog de financiering voor een nieuwe film binnen, of een appartement in Marbella.

P.S. Kan dit boek gelanceerd worden met een talkshow met de mensen die MAAS volgens hem het leven het meest zuur hebben gemaakt? Laurens Geels, Arnold Heslenfeld en Hans de Weers?

Maas rekent af

‘Buurman, wat doet u nu?’ is handboek, autobiografie en afrekening ineen, van de filmmaker die zijn publiek graag voor boodschappen naar de Albert Heijn verwees.

Door André Waardenburg

"In de tijd dat je dit boek las, had je ook een film kunnen maken." Met deze tip besluit Dick Maas zijn boek ‘Buurman, wat doet u nu?’ — Films maken in Nederland. Het is de laatste van de vele handige tips, met steeds als kopje ‘Wat hebben we geleerd?’, waarmee hij elk hoofdstuk eindigt. Andere geestige tips zijn "Stuur mij geen ideeën" en "Seksscènes vereisen een goede communicatie vooraf."
Het boek van Maas is opgezet als een ‘hoe maak je een film’-cursus. Met ruim dertig jaar ervaring als regisseur van altijd met veel humor doorspekte genrefilms als De lift, Flodder, Quiz, Sint en Prooi is Maas natuurlijk een prima leermeester. In veertien hoofdstukken komen uiteenlopende zaken aan de orde als financiering, het omgaan met acteurs, het filmen van actiescènes, het werken met een crew, het maken van visuele effecten en de montage. Net als in zijn films gebeurt dat met zelfrelativering en droogkomische opmerkingen. Het past bij iemand die in de inleiding zegt "in eerste instantie wil ik dat mijn films entertainen."
Toch is het ‘cursusgedeelte’ niet het interessantst. ‘Buurman, wat doet u nu?’ is veel meer dan dat: een verkapte autobiografie (met de nadruk op film) en een afrekening met mensen en instanties die hem ooit dwarszaten. Het lijkt erop dat dit Maas’ primaire motivatie was en dat hij dit in deze verhullende vorm heeft gegoten. Zo komt het Filmfonds, dat projecten van Maas meerdere malen afwees, er niet goed van af. In Maas’ woorden: "Mijn ervaringen met het Filmfonds zijn de laatste jaren wisselend geweest om het maar netjes uit te drukken." Soms uit hij zijn grieven middels een algemene opmerking, bijvoorbeeld in zijn analyse waarom de incentive-regeling (die een zogenaamde ‘cash rebate’ biedt aan producenten) van het fonds niet goed werkt. Maar vaker is het persoonlijk. Zo uit hij niet malse kritiek op Arnold Heslenfeld, destijds hoofd speelfilm bij het Filmfonds. Heslenfeld torpedeerde stelselmatig de ingediende projecten van Maas om het geld te kunnen verdelen onder "zijn vrienden bij IDTV". Fijntjes besluit hij de paragraaf over Heslenfeld met de zin "Na zijn tijd bij het Filmfonds is Arnold bij IDTV gaan werken als producent. En dat zag natuurlijk niemand aankomen…"

Steekjes onder water
Ook doet hij zijn visie uit de doeken hoe het faillissement veroorzaakt werd van First Floor Features, het door Maas en zijn, naar later bleek onbetrouwbare, zakenpartner Laurens Geels opgezette productiebedrijf. Niet verwonderlijk dat het hoofdstuk waarin het staat eindigt met "Vertrouw niet elke producent of distributeur." De distributeur op wie hij doelt in die opmerking is het niet meer bestaande A-Film, dat net voordat Sint de grens van 400.000 bezoekers zou overgaan de horrorfilm opeens uit de bioscoop haalde. De reden: na die grens moest A-Film meer geld afdragen aan de producenten, Maas en Tom de Mol. Waar of niet waar? Het is moeilijk te beoordelen maar aardig om te lezen is het wel. Ook met anderen wordt meer of minder vilein afgerekend, zoals Paul de Leeuw, de Kijkwijzer, distributeur Dutch Filmworks, meer dan regisseurs verdienende cameramannen, Reinout Oerlemans en SBS6 — die de Flodderfilms al jarenlang in het verkeerde beeldformaat uitzenden.
Daarnaast krijgt de pers krijgt een steekje onder water, al geeft hij collega-filmers de gouden tip: "Ga nooit bij een persvoorstelling van je eigen film zitten." Op clichématige vragen ("Wie zijn je grote voorbeelden?") tijdens interviews geeft Maas gewoon professioneel antwoord, waarbij hij collega’s adviseert "doe alsof je elke vraag voor het eerst hoort."
Wie het boek leest, krijgt niet alleen handige maakadviezen maar leert ook Maas zelf goed kennen. Bovendien leest het met veel foto’s, illustraties, diploma’s en afwijzingsbrieven doorspekte ‘Buurman, wat doet u nu?’ prettig weg. Wat hij in het voorwoord over zijn films zegt, geldt eigenlijk ook voor zijn boek: "Ik probeer een goed verhaal te vertellen en soms sluipt daar ook wel eens een boodschap in".

Dick Maas: ‘Buurman, wat doet u nu?’
Films maken in Nederland | 2017, Parachute Pictures, Amsterdam | 360 pagina’s | €24,95 | Te koop vanaf 13 april 2017
Julius Ponten is producent van Rabat en Wolf.

Boeken kort

Film Noir Production | David Landau | 2017, Focal Press, Routledge | €27,99
Er is al zoveel geschreven over het genre van de film noir dat het voor iedere liefhebber goed zou zijn om dit boek aan te schaffen. In plaats van het genre van een nieuwe theoretische beschou­wing te voorzien, neemt David Landau je in dit boek mee langs de belangrijkste film noir films, hun ontstaansgeschiedenissen en de literatuur die er over verschenen is. Het is geen stoffig naslagwerk maar een gids die je alle onderdelen uitpluist van wat de film noir tot film noir maakt. Hierbij geeft Landau verschillende aanzetten voor de (aspirant)filmmaker om een eigen film noir in de steigers te zetten. Het trakteert je daarnaast op smakelijke offscreen anekdotes over het wel en wee van de cast, scenarioschrijvers en regisseurs (bijvoorbeeld John Seitz en Billy Wilder). Een van de redenen dat het genre zich op een blijvende belangstelling kan verheugen, zijn de sterk personage-gedreven plots, zegt Landau. Door de levens van makers erbij te betrekken, wordt geïllustreerd hoe de twee realiteiten van filmpersonage en privéleven soms interessante uitwisselingen zijn aangegaan.

The Fashion of Film | Amber Jane Butchart | 2016, Mitchell Beazley | €41,95
Wist u dat Karl Lagerfeld inspiratie voor zijn ontwerpen uit de film Metropolis (1927) haalde en de collecties van Miuccia Prada vaak refereren naar de kleurrijke en speelse films van Wes Anderson? Dit boek dat is opgedeeld in de zeven hoofd­stukken: Crime, The Musical, Historical Epic, Horror, Romantic Drama, Sci-Fi & Fantasy en Art House & Independent neemt je mee langs meer dan vijftig films die, zonder dat u het misschien weet, ons modebeeld blijvend hebben veranderd. Modehistoricus Amber Jane Butchart illustreert met afbeeldingen van filmstills, affiches, filmsterren en modeshows de parallellen. Interessant voor iedere mode­liefhebber die van films houdt en iedere filmliefhebber die van mode houdt.

Samenstelling Jorik Galama | International Theatre & Film Books | Leidseplein 26 | 1017 PT Amsterdam | t 020 622 6489 | theatreandfilm-books.com.

Geschreven door