Boeken – 2 december 2016

Freule July

  • Datum 02-12-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Miranda July

Miranda July is niet zo iemand die geïnteresseerd is in de zinnen tussen dialogen. Tenminste, vroeger niet. Niet boeiend genoeg. Toch begon het een paar jaar geleden te jeuken, vertelde July toen ze begin juni in Nederland was. Al ruim voor ze het scenario schreef voor haar eerste langspeelfilm me and you and everyone we know (2005). Er moest een echt verhaal komen, compleet met spanningsboog. Die jeuk leidde tot het net verschenen en onmiddellijk in het Nederlands vertaalde Niemand hoort hier meer dan jij. Het is een verzameling verhalen verteld vanuit verschillende personages — emotioneel autobiografisch volgens de schrijfster — waarin niemand elkaar echt vindt, hoewel iedereen daar wel behoorlijk veel behoefte aan heeft.
Het schrijven begon al op jonge leeftijd, zoals vaker. Toen July zeven jaar oud was startte ze een briefwisseling met een veroordeelde man — volgens haar ‘meestal iets voor vrouwen van middelbare leeftijd’ — en dat hield ze vol tot haar zeventiende. Op die correspondentie baseerde July op haar vijftiende haar eerste toneelstuk ‘The lifers’ waarvoor ze in een lokale krant advertenties plaatste om acteurs te vinden. Geen half werk dus. Gerepeteerd werd er op de zolder van haar ouderlijk huis en het stuk werd opgevoerd in de plaatselijke punkclub.
Toen haar vrienden na de middelbare school als lemmingen naar New York vertrokken besefte July dat de kosten van levensonderhoud in Portland veel lager zouden zijn. Ze bleef, waardoor ze zich al snel met performances in leven kon houden in plaats van een baan als serveerster bij Starbucks te nemen, zoals gebruikelijk in de kunsten.

Shotgun
Tijdens dat promotiebezoek begin juni aan het Amsterdamse Hotel Arena zag July’s interviewer een engel op het podium staan — die stond er ook echt — en merkte op dat de schrijfster ‘misschien een engel was’ die in haar boek ‘de poort naar de hel had opengezet.’ Dat was wat al te bombastisch. Ook July zocht even naar een antwoord op die analyse want zo dramatisch was de eenzaamheid in haar zestien korte verhalen nou ook weer niet. De interviewer ging verder en merkte op dat de schrijfster in haar verhalen blijk gaf van een naïef wereldbeeld. De schrijfster raakte geïrriteerd. Maar omdat veel mensen haar die vraag al hadden voorgelegd, besloot ze niet te exploderen. Want misschien was die opmerking terecht, misschien had ze inderdaad iets naïefs over zich.
Maar July is niet naïef en het is ook geen eigenschap die ze zelf cultiveert. Dat doen anderen. In de VS is Miss July een indie-queen met haar installaties en muziek en performances en natuurlijk me and you and everyone we know. En terecht, aan talent geen gebrek. Al hoopte een Amerikaanse recensent dat Hemmingway met een shotgun in het frame zou stappen toen July in haar film ‘Ik hou van je!’ riep tegen een voorbijvliegende goudvis. Inderdaad, dat was een beetje te veel fris-vlindermeisje. Dat daarnaast haar uitgevers en fans nooit nalaten om haar energie en sprankelende naïviteit te bejubelen, grenst aan overkill. Zie ook July op de achterflapfoto van de Nederlandse uitgave, met grote ogen en zomerjurkje geheel in stijl.

Zwemles
Maar hoe zit het met het boek?
Persoonlijk hoop ik wel vaker op shotguns in het frame als er weer een film of een boek over eenzame, babbelende westkustfreaks verschijnt — ik bedoel, is er iemand wél tevreden in Californië? — maar July (geboren met de minder frivole naam Miranda Grossinger) weet betreden paden met een dromerige distantie en onverwachte waarnemingen en redeneringen helemaal nieuw te maken. Het is haar niet te doen om de freaks trouwens maar om contact-maken, aanraken en meer nog, om verlangen. Maar ja, verlangen naar wat? De meeste personages in het boek draaien op afstand om het object van hun verlangen heen en dat object wordt vager naarmate ze dichterbij komen. Dan lijken ze afgeschrikt, of op z’n minst niet zeker meer van hun zaak. Willen ze dit wel: deze relatie, deze baan, dit leven? Doodnormale vragen. Andere dingen zijn minder alledaags, zoals in het hoofdstuk waarin drie oude mensen zwemles krijgen op een keukenvloer. Of zoals in openingszinnen: ‘Ik ben niet zo iemand die geïnteresseerd is in de Britse koninklijke familie.’ of ‘Mensen hebben me vaak gevraagd of ik hun zuster wilde ontmoeten.’. Of dingen lijken minder alledaags maar gaan over hele gewone dingen: dat het verdwijnen van een wijnvlek verdriet oplevert omdat die wel echt bij iemand hoorde, of dat het enige dat een vader kort voor hij stierf aan zijn dochter leerde, de vingerbewegingen waren om een vrouw klaar te laten komen. En dat hij niet wist of ze daar iets aan zou hebben.
Of het verhaal emotioneel autobiografisch is doet er niet toe — welke emoties zijn dat niet — maar July sleurt je mee in haar vertwijfeling over de wereld om zich heen, zodanig dat het de enige manier is om nog naar die wereld te kijken. Aan het eind word je wakker als er op de deur wordt geklopt, net als een van haar personages: ‘Het was Mr Hildebrand, de huisbaas. In een bizarre, alternatieve, sciencefictionachtige realiteit moest de huur betaald worden.’

Ronald Rovers

Niemand hoort hier meer dan jij
Miranda July
De Bezige Bij, 223 p., 17,90 euro

Playing the waves. Lars von Trier’s game cinema
Jan Simons
2007, Amsterdam University Press, 29,95 euro
Film architecture and the transnational imagination. Set design in 1930s European cinema
Tim Bergfelder e.a.
2007, Amsterdam University Press, 34,95 euro
Moving forward, looking back. The European avant-garde and the invention of film culture 1919-1939
Malte Hagener
2007, Amsterdam University Press, 39,50 euro
Drie nieuwe delen in reeks van Amsterdamse universiteitsuitgeverij hebben als gemeenschappelijk thema ‘Europa’, maar daar houden de parallellen op. Simons’ boek stelt dat Von Triers films beter benaderd kunnen worden vanuit de spel- dan vanuit de filmtheorie; Bergfelder c.s. onderzoeken theorie en praktijk van setontwerp in met name de Duitse, Franse en Engelse film van de jaren dertig. En Hagener’s boek ontrafelt de invloed van de Europese avant-garde op hedendaagse film en noemt als voorbeeld het ontstaan van de gesubsidieerde filmcultuur.

Secrets of award-winning animation. Behind the scenes of 13 classic short animations
Olivier Cotte
2007, Focal Press, 34,95 euro
Optical poetry. The life and works of Oskar Fischinger
William Moritz
2007, John Libbey Publishing, 31,50 euro
Biografie van Duits-Amerikaanse animatiefilmer Fischinger, wiens werk aan Disney’s fantasia zo werd veranderd dat hij ermee stopte, daarna vooral als schilder werkzaam was en in 1950 ook nog de ‘lumigraaf’ of ‘kleurorgel’ uitvond. Had grote invloed op Norman McLaren en Stan Brakhage. Cotte’s boek is een verzameling van dertien ‘making of’s’ in boekvorm aan de hand van illustraties en interviews met makers, waaronder Michael Dudok de Wit.

Time frames. Japanese cinema and the unfolding of history
Scott Nygren
2007, University of Minnesota Press, 28,60 euro
Pas na 1951, toen rashomon de grote prijs van het filmfestival van Venetië won, begonnen films uit Japan langzaam hun weg te vinden naar het Westen. Tegenwoordig zijn ze niet alleen gemeengoed, er is ook een bloeiende cultuur van boeken over Japanse cinema. Nygren beslaat vier decennia en veel genres en ontwaart zelfs het einde van de Japanse filmgeschiedenis, nu het opgaat in een geglobaliseerde wereldfilmcultuur.

Gangster priest. The Italian American cinema of Martin Scorsese
Robert Casillo
2007, University of Toronto Press, 39,95 euro
Over Scorsese is een flinke bibliotheek bij elkaar geschreven, waaronder een tweetal goede interviewbundels en erg veel knip- en plakboeken. Dit is een serieuze poging tot duiding van de expliciet Italiaans-Amerikaanse films van de meester (goodfellas, mean streets) op basis van zijn biografie en met geweld en katholicisme als centrale thema’s. Studieus, omvangrijk, leesbaar.

Meta/Data. A digital poetics
Mark Amerika
2007, MIT Press, 38,- euro
Digitaal kunstenaar, schrijver en wetenschapper Mark Amerika werd o.a. bekend met grootschalige internetprojecten, waaronder het project ‘djrabbi’ (zie djrabbi.com), ‘a furious collage of black and white images (and sudden flarings of colour) and theory-saturated subtitles that you can only grasp at as they roll by’, ook op DVD. Meta/Data is een verzameling van artikelen die uiteenlopen van herinneringen tot experimentele collages en meer wetenschappelijk werk die allemaal te maken hebben met, zoals de auteur het zelf noemt, ‘postcinematic writing’. Zie natuurlijk ook markamerika.com.

Jean Renoir. Écrits (1926-1971)
Claude Gauteur (Red.)
2006, Éditions Ramsay, 14,95 euro
Ramsay herdrukt na een flink aantal jaren delen uit de reeks Poche cinéma, waaronder dit deel met allerlei artikelen van de hand van Renoir, waaronder zijn autobiografie, maar ook hommages (aan bijvoorbeeld Dreyer, Becker) en stukken over zijn eigen films. In de Petit Bibliothèque van de Cahiers du Cinéma verscheen vorig jaar een deel met interviews met Renoir (‘Jean Renoir: entretiens et propos’, 15,- euro).

Filmjaarboek 2006. Alle bioscoopfilms van 2006
Mariska Graveland (Red.)
2007, IT&FB, 20,- euro
Het nieuwe filmjaarboek is voor het eerst volledig in kleur en bevat dit jaar artikelen over George Clooney, ‘de vloedgolf aan animatiefilms’, een stuk over zwartboek en een over het Film 1 Filmliefde project.

Samenstelling Philip Hartzuiker (International Theatre & Film Books, 020-6226489, e-mail itfbooks@euronet.nl).

Geschreven door