Boeken – 15 december 2016
Manson versus Polanski

Charles Manson
Wat is het verschil tussen A.F.Th. van der Heijden en Jim Vanbebber? Of is het beter je af te vragen wat de overeenkomst is tussen een Nederlandse literator en een Amerikaanse pulpregisseur? Allebei lieten ze zich inspireren door Charles Manson. Allebei exploiteren ze zijn erfenis. En allebei waren ze geïnteresseerd in het geven van een contemporaine kijk op de moorden die in augustus 1969 in opdracht van de hippiesekteleider op onder anderen actrice Sharon Tate, de echtgenote van filmregisseur Roman Polanksi, werden gepleegd. Bloederige moorden. Onbegrijpelijke moorden, omdat het kwaad misschien in redelijke taal kan spreken, maar zich toch onttrekt aan de logica van waaruit wij de wereld proberen te ervaren. Of, zoals in A.F.Th. Van der Heijdens roman Het schervengericht wordt opgemerkt: een paar messteken zijn genoeg om iemand het leven te nemen, dus waarom tweehonderd?
Van der Heijden heeft verklaard dat zijn boek zich ook laat lezen als een parabel over hedendaags Nederland, en in de semi-filosofische discussies die zich tijdens een reeks fictieve ontmoetingen tussen Manson en Polanski in een Californische gevangenis afspelen, komt onder meer de vraag aan de orde wat het belangrijkste kenmerk van geloven is: overgave of onderwerping (‘submission’). En het is daarin dat we in Nederland ook een verwijzing naar de moord op Theo van Gogh kunnen lezen.
Mytho-iconografie
Voor Van der Heijden zijn de Manson-moorden onderdeel van de mythologie van onze tijd. Voor clipregisseur (onder meer voor de hardrockband Pantera en Skinny Puppy) Jim Vanbebber waren ze bepalend voor de iconografie. Dat betekent dat Vanbebber Charles Manson harder nodig heeft voor zijn experimentele exploitatiefilm the manson family (2003) dan Van der Heijden voor zijn boek. Voor de gesprekken die hij aan en naar Manson en Polanski (Scott Maddox en Remo Woodehouse in de roman) toeschreef waren de werkelijke figuren nauwelijks geboden. Dus waarom dat semi-mystificerende spel met aliassen? Is de mythe Manson niet al gemystificeerd genoeg? Zeker als je je bedenkt dat het in de filmgeschiedenis heel gewoon is om een film te maken over bestaande personen waarin je een heel persoonlijke kijk op hun leven kunt geven. Hun ontmoeting is fictief, dus vanaf dat moment kun je vrijelijk de waarheid liegen. Over Charles Manson is bovendien al zoveel gefilmd en geschreven dat niemand meer zal denken dat Van der Heijden nu met het finale inzicht is gekomen. Het is een bijdrage aan de verdere verstrooiing van het beeld. Wat dat betreft is er dus nadrukkelijk geen verschil tussen Van der Heijden en Vanbebber.
Voor iemand die gewend is aan de simultaanervaring van denken, voelen, zien, horen, aantrekken en afstoten tijdens het kijken naar een film is Het schervengericht tergend saai. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om het boek hier op z’n literaire kwaliteiten te beoordelen (want de hypnotische herhaling die Van der Heijden gebruikt loopt natuurlijk helemaal parallel aan wat anno nu in de artfilm gebruikelijk is). Maar de vanuit filmhistorisch perspectief noodzakelijke vraag wat het boek over deze echt bestaande personen wil beweren, levert een mager antwoord op. Het beschreven proces is literair-lineair interessant, maar het doet ons niet anders over Manson, Polanski of Van Gogh als film(ische) personae denken, omdat het boek op geen enkele manier van visuele sensibiliteit blijk geeft.
Soms dan, een grappige trivialiteit: deze week werd op het Filmfestival Cannes bekend dat Polanski eindelijk genoeg geld bij elkaar heeft voor zijn Pompei-film. Het schervengericht nam er al een voorsprong op door Remo Woodehouse in de isoleercel te laten speculeren dat zo, in die absolute, vochtige, desoriënterende duisternis de Pompeiers zich gevoeld moeten hebben.
Slasher
the manson family van Jim Vanbebber heeft het geluk, of de pech dat de film min of meer parallel aan Het schervengericht op dvd verschijnt. De film is zo gruwelijk dat je eigenlijk niet weet hoe snel je hem weer uit moet zetten. Maar hij is ook fascinerend in de manier waarop hij de typische sixties underground esthetiek mengt met die doodordinaire slasher. Manson is in de film niet de geniale psychopaat die Van der Heijden van hem maakt. Vanbebber toont hem als een dopehead en het uit de hand lopen van de gebeurtenissen als een gigantische blackout, die men later filosofisch-revolutionair is proberen te rechtvaardigen. En dat liep pas uit de hand, door de manier waarop journalisten , schrijvers en juristen alles als het evangelie vraten wat de leden van de ‘family’ maar te beweren hadden. Op een cynische manier doet Van der Heijden daaraan mee, terwijl Vanbebber dat juist ondermijnt. Intrigerend zijn de scènes waarin hij Mansons kinderen opvoert, een stelletje sm-junks in hedendaags Los Angeles die voorbestemd zijn tot het einde der tijden redeloze gruweldaden te herhalen. De hel op aarde.
De film werd in de duur van enkele jaren geproduceerd, wat zo’n beetje alles verklaart: waarom de acteurs ouder worden, de continuïteitsfouten, de mengeling van nep-archiefmateriaal en iets wat er bijna uitziet alsof er van de moorden een snuff movie bestaat. Dat suggereert Van der Heijden overigens ook op driekwart van zijn boek. Alsof ook na de honderdduizenden woorden die hij schreef alleen een enkel beeld onze sensatielust kan bevredigen of ons begrip kan prikkelen. In een envelopje naar Uitgeverij Querido die film.
Dana Linssen
Het schervengericht
A.F.Th. van der Heijden
Querido, 1051 p., 24,95 euro
The Manson family
Jim Vanbebber
Filmfreak, dvd
Money for nothing. A history of the music video from the Beatles to the White Stripes
Saul Austerlitz
2007, Continuum Books, 29,95 euro
Hoewel de invloed van de videoclip in de muziekindustrie sterk is afgenomen sinds de dagen van ‘Thriller’, nemen hedendaagse regisseurs het medium zeer serieus — zie bijvoorbeeld het oeuvre van Spike Jonze en Michel Gondry, ook in deze geschiedenis uitgebreid vertegenwoordigd. Volgens Austerlitz gaat het beter dan ooit met de videoclip, al is het dan niet meer ten dienste van supersterren.
The unsilvered screen. Surrealism on film
Graeme Harper
2007, Wallflower Press, 30,40 euro
New philosophy for new media
Mark B. Hansen
2006, MIT Press, 23,50 euro
Waardevolle aanvulling op Dada and Surrealist film (MIT Press, 2004) beslaat alle continenten en zowat alle filmgenres, van animatie (Svankmajer) tot documentaire. Apart hoofdstuk voor Marcel Broodthaers. Veel surrealisme bij nieuwe mediakunstenaars in Hansens boek, dat een definitie probeert te geven van het digitale beeld aan de hand van Deleuze, Bergson en Benjamin.
Digital storytelling. The narrative power of visual effects in film
Shilo T. McClean
2007, MIT Press, 42,50 euro
Ondermijnen digitale technieken een film, of een filmscenario? Zijn ze misschien soms zelfs een vervanging van het verhaal? Auteur probeert te laten zien dat verhalen juist baat kunnen hebben bij DVFx.
The cinematic tango. Contemporary Argentine film
Tamara L. Falicov
2007, Wallflower Press, 30,40 euro
Insights into Syrian cinema. Essays and conversations with contemporary filmmakers
Rasha Salti
2007, Rattapallax Press, 23,50 euro
In Nederland weinig ontsloten nationale cinema’s hebben in boekvorm tot nu toe nauwelijks aandacht gekregen. Falicov schetst ontstaansgeschiedenis van Argentijnse film aan de hand van de roerige geschiedenis van het land. Salti laat, omkleed met drietal essays, hedendaagse Syrische regisseurs zelf aan het woord.
All those moments. Stories of heroes, villains, replicants and blade runners
Rutger Hauer
2007, Harper Entertainment, 28,95 euro
Red carpets and other banana skins. The autobiography
Rupert Everett
2006, Warner Books, 29,50 euro
Paul Newman. A life in pictures
Yann-Bric Dherbier
2007, Chronicle Books, 47,50 euro
In de stortvloed aan boeken over Hollywoodsterren zitten soms een paar leuke. Iedere Nederlander moet natuurlijk de biografie van ’s Neerlands enige Hollywoodster lezen. Everetts levensgeschiedenis is vooral geestig en — uitzonderlijk in dit genre — goed geschreven. De fotogenieke Newman schakelde geen ghostwriter in, maar liet zijn leven documenteren in fraai uitgegeven fotoboek.
The animated man. A life of Walt Disney
Michael Barrier
2007, University of California Press, 34 euro
Serieuze en uitvoerige biografie van tekenfilmgenie onderzoekt ook diens roemruchte zakelijke instincten en vooral de strijd tussen deze twee talenten, die als een rode draad door dit levensverhaal loopt.
Film fables
Jacques Rancière
2006, Berg Publishers, 31,50 euro
Film hieroglyphs. Ruptures in classical cinema
Tom Conley
2007, University of Minnesota Press, 26,50 euro
Conley’s boek stamt oorspronkelijk uit 1991, en gaat uit van de stelling dat iedere film te ‘lezen’ is als een vorm van ‘écriture’, zoals gedefinieerd door Roland Barthes. Conley verwijst naar Rancière’s boek, vorig jaar verschenen in het Engels, dat film in verband brengt met de ‘fabel’ uit de titel — opnieuw een vorm van schrijven dus. Bij beide auteurs veel verwijzingen naar filosofie, maar ook naar een veelvoud aan regisseurs (Nicholas Ray, Godard, Marker).
The Dream Team. The rise and fall of DreamWorks: lessons from the New Hollywood
Daniel M. Kimmel
2006, Ivan R. Dee, 29,50 euro
A killer life. How an independent film producer survives deals and disasters in Hollywood and beyond
Christine Vachon
2006, Simon & Schuster, 31,50 euro
Kimmel beschrijft in kort bestek de komeet DreamWorks, die in 1994 als een nieuwe (studio)gigant aan het firmament verscheen, maar tien jaar later bijna volledig was verbleekt. Vachon schrijft uit eigen ervaring over haar strijd om haar onafhankelijke productiemaatschappij Killer Films (far from heaven) in leven te houden.
Samenstelling Philip Hartzuiker (theatreandfilmbooks.com)