Actie! Op de set van Venserpolder
Wagenaarstraat 16H,
1093 CR Amsterdam
12 juni 2019, 18.03 uur
“Doe je een beetje rustig aan met de rookmachine!?”, zegt Sabine van der Helm als een productiemedewerker het volgepropte, piepkleine café vult met een walm van blauwe rook. “Dit zijn wel chille katten, maar toch. Van zoveel rook kan een kat makkelijk over de zeik gaan en dan is ie weg; dan doet ie niks meer.”
Voor alle zekerheid heeft kattentrainer Van der Helm van het dierencastingbureau Catvertise drie ‘mooi uitgekamde boerderijkatten’ meegenomen naar bar One Love Dalloe in de Wagenaarstraat, op een steenworp afstand van de Amsterdamse Dappermarkt, waar opnamen plaatsvinden voor Venserpolder, een KORT!-bijdrage van regisseur Teddy Cherim. Daarin draait het om Williams (Emmanuel Ohene Boafo), een Ghanese kroonprins die een schoonmaakimperium heeft opgebouwd in de wijk Venserpolder in Amsterdam Zuidoost. Williams heeft een bepaalde status verworven en is trots op zijn werk. Dat de dood van zijn vader hem weer naar Ghana lijkt te voeren om diens troon te bestijgen, zorgt dan ook voor een grote innerlijke strijd.
In een van de sleutelscènes drinkt Williams zijn verdriet weg; hij valt op de grond en belandt in een droomwereld, waarin een leeuwachtige kat op hem af komt. “Een béétje een Lion King-achtige scène,” verduidelijkt Cherim.
Van der Helm, die ook de ‘glamourkat’ Abatutu leverde, de hoofdrolspeler van Mark Verkerks grotestadsdocumentaire De wilde stad, weet precies wie van haar drie katten het meest geschikt is voor de leeuwenkoningrol: Jochie. “Hij is de meest professionele van het spul en heeft misschien wel meer gefilmd dan iedereen hier op de set. Hij is ook te zien in Kapsalon Romy van Mischa Kamp, die begin
oktober in de bioscopen wordt verwacht.”
Terwijl Cherim de steadicambeweging doorneemt met cameraman Jurgen Lisse posteert Van der Helm Jochie op de bar, waaraan hoofdrolspeler Boafo met een draadloze koptelefoon op zijn hoofd naar muziek zit te luisteren. Scenarist Ashar Medina steekt zijn neus om de hoek, en loop direct weer naar buiten als hij ziet hoe druk het is in het café. “Kunnen er zoveel mogelijk mensen naar buiten?!”, vraagt opnameleider Jurre Wieten. Om nog wat ruimte te winnen, worden er ook nog twee tafeltjes naar buiten gebracht. De rookmachine geeft nog een pufje, Jochie krijgt nog een handje tonijn, Boafo legt zijn koptelefoon weg. “Ok dames en heren, kan het een beetje stil zijn? Quiet please… en actie!”
Williams wil een slok van zijn Guinness nemen, maar grijpt mis. Het glas valt kapot, bier spettert alle kanten op. De barman (Fridolin Dela Kwaku Fiakpui) haalt een dweil tevoorschijn, maar Williams grist het ding uit zijn handen. Hij dweilt het bier en het gebroken glas op, en begint vervolgens ook de rest van het café schoon te maken. “This place is a fucking mess”, murmelt hij, terwijl hij op een barkruk klimt en een vieze muur begint schoon te schrobben. “That’s ok, Chief. You don’t have to do that“, zegt de toegesnelde barman. “Don’t call me Chief!”, riposteert Williams boos. Hij probeert de vaatdoek naar de barman te gooien, maar hij is zo dronken dat hij zijn evenwicht verliest, van de kruk valt en hard tegen de vlakte gaat.
Cherim, die de lange scène achter een monitor heeft gadegeslagen, is tevreden. En Van der Helm ook: Jochie is lekker lui op de bar blijven liggen, ook toen Chief woest met zijn jasje zwaaide.