Redactioneel – juni 2021

Amazon koopt de Amerikaanse studio MGM voor 8,45 miljard dollar en krijgt zo niet alleen de rechten op het MGM-logo in handen (met die brullende leeuw), maar vooral ook een deel van de lucratieve James Bond-franchise. Plus, haastte Amazon zich te zeggen, een catalogus van meer dan vierduizend films en zeventienduizend tv-programma’s. Twee jaar geleden kocht Disney het Fox-imperium. En de opmars van Netflix mag de laatste maanden dan iets zijn afgevlakt, niemand zal ontkennen dat de thuiskijkgewoonten van het publiek wereldwijd zijn veranderd.

Het garanderen van pluriformiteit in media – een verscheidenheid van stemmen – is een fundament van westerse democratieën. Het eerste wat dictaturen meestal doen zodra ze de macht in handen krijgen, is die pluriformiteit ontmantelen.

Maar hoewel het idee van pluriformiteit van nieuwsmedia best ingebakken zit bij parlement en regering – waardoor monopolies kunnen worden voorkomen – lijkt men pluriformiteit in de entertainmentsector nauwelijks van belang te vinden. Terwijl de consolidatie daar razendsnel gaat. Mocht de komende jaren verder bezuinigd worden op mediaorganisaties als publieke omroepen, omdat een handjevol luidruchtige useful idiots suggereert dat daar politiek bedreven wordt, dan groeit de macht van internationale streamingdiensten nog verder.

Het probleem is niet alleen dat een handjevol partijen dan meer en meer gaat bepalen wat er in de huiskamers te zien zal zijn. Het probleem is ook dat nieuws en entertainment al jaren steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden zijn. Dat weten we al sinds Guy Debords The Society of the Spectacle uit 1967, waarin hij onder meer stelde dat mensen steeds meer ‘gedrogeerd raken door spectaculaire beelden’. Als gevolg daarvan willen kijkers nieuws en politiek bij voorkeur als spektakel geserveerd krijgen, als show. Politici die geen spektakel leveren, worden niet uitgenodigd aan tafel. Dat is een fundamentele devaluatie van het landsbestuur en de democratie. De verwoestende effecten daarvan hebben we de afgelopen vier jaar in de Verenigde Staten gezien, waar een tv-presentator zonder enige kennis van zaken president werd.

Entertainment kan verkiezingen en dus de toekomst van democratieën net zozeer sturen als het ‘harde’ nieuws. Waarschijnlijk zelfs nog meer. Daarom moet de verscheidenheid van stemmen in de entertainmentsector net zo krachtig gegarandeerd worden als in de journalistiek. Omdat die regulering op gespannen voet staat met een vrije markt, moet daar nu al en niet pas achteraf over nagedacht worden.

Concreet: waar trekken (euro)parlementariërs de grens? Mogen Amazon, Netflix of Disney bijvoorbeeld het Europese RTL Group overnemen? Mogen ze bioscopen opkopen? Bioscoopketens? En wat als ze verplicht worden om een percentage van hun investeringen in de Nederlandse film- en tv-sector te stoppen voor nieuwe producties: mag daar dan door anderen, zoals het Filmfonds, over meebeslist worden? Of wordt zoiets beschermd door bedrijfsgeheim en non-disclosure agreements? Linksom of rechtsom: er moet nagedacht worden over de groeiende macht van de grote streamingdiensten. Entertainment is een serieuze zaak.