We Live in Time
Leven of laten verplegen
Romantisch feelgood melodrama houdt een opgeknipt pleidooi voor leven in het moment.
Romantisch relatiedrama bestaat bij de gratie van mensen die voor elkaar vallen, maar elkaar door misverstanden of omstandigheden steeds mislopen. In dit geval krijgen chef-kok Almut (Florence Pugh) en havermoutvertegenwoordiger Tobias (Andrew Garfield) elkaar al snel, maar hebben ze vervolgens te dealen met elkaars verschillen in karakter, wensen en ambities. En met de ongeneeslijke ziekte van Almut.
Eerst zien we Almut in een buitenhuis met kippen. In de keuken breekt ze behendig eieren zonder dat er stukjes schaal in haar omelet belanden. Dan is ze in een stadsappartement, hoogzwanger. Daarna zien we haar (nu weer niet zwanger) als chef-kok tijdens het werk door een pijnscheut dubbelklappen. Op het daaropvolgende slechtnieuwsgesprek bij de dokter reageert ze kalm, sterk, rationeel. Met haar partner Tobias bespreekt ze op de parkeerplaats de opties: liever heeft ze nog een paar actieve maanden dan passief een slopend medisch traject te doorlopen. Deze Tobias zien we vervolgens een reclamepraatje houden voor het havermoutmerk waarvoor hij werkt. Als hij daarna op een hotelkamer zijn scheidingspapieren wil tekenen en in badjas naar een avondwinkel loopt omdat zijn pen op is, wordt hij aangereden. Als hij bijkomt zit Almut tegenover hem.
Verwarrend? Inderdaad. Maar dat is de bedoeling. De makers van dit relatiedrama (geschreven door de scenarist van de serie Wanderlust met Toni Colette, 2018) willen hun boodschap over leven in het moment overbrengen door de verhaallijn te verknippen. De door elkaar gehusselde scènes worden als sneeuwvlokken over de kijker heen gestrooid. Die moet daar chocola van zien te maken, want ergens zit er toch gewoon een lijn in het verknipte verhaal verstopt.
Maar met die vorm schiet deze feelgood formulefilm zijn doel voorbij: in plaats van mee te leven in het moment vraag je je steeds gedesoriënteerd af waar in de tijd elk loszandfragment zich nou weer afspeelt. Andere handicap is dat door het klutsen de spanningsboog is verbroken. Daarnaast laat de timing te wensen over. Zo valt een lang uitgesponnen, bizar maffe bevallingsscène in de toiletten van de winkel van een tankstation uit de toon.
Blijft over een verzameling bitterzoete situaties met een lach en een traan, die manipulatief en opzichtig naar de sympathie van de kijker hengelen met vet aangezette romantiek (het onvermijdelijke huis vol kaarsjes), dramatiek (geluk dat wordt bedreigd door de dood) en keurige, goedbedoelde, politiek correcte (en dus voorspelbaar saaie) clichés over sterke vrouwen, gemengde relaties en inclusieve bijfiguren. Een formulefilm die de kunstzinnigheid en fijngevoeligheid van een topchef voorwendt, maar in wezen, om in horecatermen te blijven, niet meer dan een opgeklopte cateringhap uit de groothandel is.