Tokyo Trial
Een strafexpeditie uit het westen
Tokyo Trial is een gedramatiseerde verbeelding van het roemruchte naoorlogse proces tegen 28 Japanse oorlogsmisdadigers in Tokio, grotendeels bezien vanuit het perspectief van een Nederlandse rechter en met amper ruimte voor de Japanse kant van het verhaal.
Kort na de Tweede Wereldoorlog werd in Tokio een tribunaal opgericht: 28 van oorlogsmisdaden verdachte Japanners zouden worden berecht, variërend van oud-ministers tot hooggeplaatste officieren. De rechters waren afkomstig uit landen waar Japan oorlog mee had gevoerd.
De verfilming van deze historische episode verscheen eind 2016 in vier uitgesponnen afleveringen bij Netflix. Afgelopen najaar presenteerden regisseur Pieter Verhoeff en co-regisseur Rob King op het Nederlands Film Festival een kortere versie voor in de filmtheaters, waarin de nadruk meer dan in de druilerige serie ligt op de gedramatiseerde belevenissen van de Nederlandse afgezant uit het gezelschap: jurist B.V.A. Röling (Marcel Hensema).
De Hollandse hoofdrolspeler ontpopt zich gaandeweg als een draaikont: hij is het tijdens de vele oeverloze discussies met zijn zelfvoldane ambtgenoten afwisselend wel en niet eens over de te volgen juridische lijn. Intussen maakt hij tijdens het langslepende proces frivole uitstapjes naar decadente banketten, terwijl hij resideert in het Imperial Hotel in Tokio, waarvan het interieur voor de film werd nagebouwd op de set in Litouwen. Het verhaal speelt zich grotendeels af binnen de muren van het ooit voor westerlingen gebouwde complex, waardoor er in de film — op enkele fragmenten na — weinig van het authentieke of op dat moment in chaos verkerende Japan te zien is.
Een parallelle verhaallijn over de wederopbouw van Tokio was hier een welkome aanvulling geweest, met volwaardige Japanse personages, gefilmd op locatie. Nu zijn de Japanners gereduceerd tot schaars geklede modellen bij door de Amerikanen georganiseerde schoonheidswedstrijden. Of ze werken als bedienden die niets anders doen dan de deuren van achterkamers dichttrekken, zodat hun westerse nestors, gelegenheidskolonisten uit de rechtsprekende macht, weer verder kunnen delibereren. Ook in de rechtszaal is er amper aandacht voor de Japanse kant van het verhaal: de in gekunsteld zwart-wit gefilmde beraadslagingen van de rechters worden in een afwijkende beeldverhouding getoond en vastgeplakt aan vluchtige, korzelige archiefbeelden van de beklaagden.
Omar Larabi