The Stranger
Geweld van de ziel
De bedwelmende misdaadfilm The Stranger duikt diep in het duistere gemoed van een undercoveragent en de kindermoordenaar die hij een bekentenis probeert te ontlokken.
“Ik doe niet aan geweld”, schuttert Henry nog even als hij door zijn nieuwe vriend Mark wordt geronseld voor een schimmig zaakje. “Zo’n klus is het niet”, stelt Mark hem gerust. Wat strikt genomen klopt, maar wat natuurlijk ook een wassen neus blijkt.
Dat geldt eigenlijk in zijn geheel voor de Australische misdaadfilm The Stranger, die draait om deze twee mannen. Er is geen geweld, in die zin dat we vrijwel geen druppel bloed zien vloeien. De film draait om de meest abjecte vorm van fysiek geweld denkbaar, de moord op een kind, maar die komt niet in beeld – de film begint pas jaren na die daad. Het geweld van The Stranger zit dieper weggestopt; het is niet fysiek maar psychisch. Het is geweld van de ziel.
Al snel blijkt dat de zogenaamde vriendschap van Henry en Mark op drijfzand gebouwd is en dat beide mannen zich voordoen als iemand anders. Mark is undercoveragent, onderdeel van een grootschalig onderzoek naar de ontvoering en moord op een dertienjarige jongen acht jaar geleden, en moet Henry een bekentenis zien te ontlokken.
Regisseur en scenarist Thomas M. Wright baseerde zijn tweede speelfilm The Stranger op werkelijke gebeurtenissen, maar de film houdt zich verre van de twee vormen die waargebeurde misdaadfilms overwegend aannemen: exploitatieve geweldsporno die het lijden van slachtoffers centraal stelt (het slachtoffer of zijn familie komen in The Stranger nooit in beeld) of minutieuze reconstructies van het politieonderzoek – dat laatste speelt op de achtergrond wel een rol, maar de focus ligt ergens anders.
Wright verkent de tol die het undercoverwerk van Mark eist en hoeveel van zijn menselijkheid hij opzij moet zetten om Henry te benaderen. Het is een portret van twee mannen die zich verbergen – achter volle baarden, achter zwijgen, achter valse namen. Mark verbergt voor Henry wie hij echt is, maar om dicht genoeg bij zijn doelwit te komen moet hij ook kanten van zichzelf blootgeven die hij in zijn ‘echte’ leven juist verdringt.
Wright steunt daarbij op sterk spel van zijn twee hoofdrolspelers, Joel Edgerton als de agent en de Britse acteur Sean Harris als de ongrijpbare verdachte. Beiden weten met minimaal spel, waarin aan het oppervlak vrijwel nooit iets gebeurt, toch de storm die in hun personages woedt over te brengen. Nog sterker doet Wright dat in de sfeer van de film. Het hypnotiserende tempo en de in duisternis gehulde beelden vertolken op drukkende wijze hun gemoed.