Slave Island
Pijnlijke realiteit van moderne slavernij
Slave Island
Het even ontluisterende als desoriënterende Slave Island is een portret van een samenleving die poogt zijn spoken te bezweren.
“Als een kat iets verkeerd doet, slaan we hem; maar we houden ook van hem.”
“Dus een kat is belangrijker dan een slaaf?”
“Nee, ze zijn precies hetzelfde.”
Dit gesprek vindt anno 2025 plaats. Het is een flard van een van de ontluisterende conversaties die de Indonesische activist Jeremy Kewuan voert in de documentaire Slave Island (gemaakt in samenwerking met de Belgische regisseur Jimmy Hendrickx), een film over de praktijk van (kind)slavernij op het Indonesische eiland Sumba.
In koloniale tijden was dit eiland aan de buitenrand van Indonesië een centrum van slavenhandel. Tegenwoordig is Sumba een economisch achtergesteld eiland waar lokale tradities in ere worden gehouden. Over slavernij wordt op het eiland geheimzinnig gedaan. Eufemistisch gaat het over ‘bedienden’. Al zijn er ook genoeg mensen die – zoals het gesprek hierboven aantoont – met verontrustende vanzelfsprekendheid over het onderwerp praten.
Sumba is een sterk hiërarchische samenleving waar de Ata-gemeenschap van oudsher de Maramba (de adel) dient. Tegenwoordig worden slaven grotendeels verkregen via kindhuwelijken, waarbij de kinderen als een soort huishoudelijke hulpjes te werk worden gesteld. Kewuan gaat met eilanders – van ex-slaafgemaakten tot lokale adel – in gesprek over deze pijnlijke realiteit. Terugkerende naam in zijn gesprekken is die van ‘Papa Lucky’, die meerdere kinderen als eigendom behandelt en met wie Kewuan uiteindelijk een confrontatie aangaat.
Doordat Kewuan een eilandbewoner is en de gemeenschap goed kent, wint hij makkelijk vertrouwen. Hij wordt ontvangen met een openhartigheid die buitenstaanders vermoedelijk niet ten deel zou vallen. Tegelijkertijd word je als kijker zonder veel houvast midden in de complexe lokale gemeenschapsdynamiek geplaatst. Wie aan het woord is en waarom, is regelmatig onduidelijk. Context wordt nauwelijks gegeven. Het maakt van Slave Island een tamelijk desoriënterende kijkervaring.
Daarbovenop komen Kewuans persoonlijke besognes: zijn aanstaande vrouw gaat terug naar haar familie omdat Kewuan als activist, en daarmee slecht verdienende man, de bruidsschat niet kan betalen. Het toont hoe persoonlijk de benadering van Slave Island is, maar ook hoe rommelig. Als journalistiek product is deze documentaire niet geslaagd. Maar de diepe hartenkreet van een samenleving die zijn spoken poogt te bezweren maakt indruk.