Salamatty Kazakhstan

Gezondheidszorg in een rijdende trein

Salamatty Kazakhstan

Voor de documentaire Salamatty Kazakhstan reisde Ben van Lieshout enkele maanden mee met een als kliniek ingerichte trein. In zijn portrettering van artsen en patiënten zoekt de regisseur de schoonheid in het alledaagse.

Net als andere voormalige Sovjet-republieken zet Kazachstan zichzelf internationaal graag in de etalage als een modern land waar het soepel zakendoen is. Maar ver weg van de protserige wolkenkrabbers van Astana en de hipheid van Almaty bestaat een ander Kazachstan.

Op het dunbevolkte platteland ligt alles er nog net zo desolaat bij als in de Sovjet-tijd. Monstrueus boven het steppelandschap uittorenende silo’s. Verveloze huisjes met wrakke tuinhekken. Onverharde wegen die van niks naar nergens gaan.

Om de bevolking van deze afgelegen gebieden van gezondheidszorg te voorzien is er het reizende hospitaal Salamatty Kazakhstan. Van buiten lijkt de trein een Sovjet-relikwie. Niet alleen vanwege de vijfpuntige ster op de snuit van de locomotief, maar ook door de cyrillische koeienletters waarmee de naam van de spoorkliniek op iedere rode wagon is geschreven.

De polikliniek binnen in deze trein is wel van deze eeuw. De apparatuur is modern en de artsen zijn opgeleid naar hedendaagse standaarden. De begintitels melden dat de trein jaarlijks acht maanden onafgebroken rijdt. Hij stopt op 121 stations in zeventien provincies waarbij in totaal 18 duizend kilometer wordt afgelegd. Ben van Lieshout en zijn crew stappen aan boord in de zomer, als de trein zich in het noorden van het land bevindt, en stappen uit in de herfst, in het zuiden.

Verschillende pleisterplaatsen worden uitgelicht. Makinka met een bevolking van 1950 zielen en een piepklein fruitmarktje op een parkeerplaats vol regenplassen. In het door 385 mensen bewoonde Belogradovka wordt het treinpersoneel begroet door snoepjes strooiende vrouwen in klederdracht.

In spaarzame interviews vertellen artsen en verpleegkundigen over hun motivatie. Nuchtere mensen zijn het, die het belangrijk vinden dat iedereen toegang tot medische zorg heeft. Maar dat deze klus goed betaalt, laten ze ook niet onvermeld. De patiënten die in de trein voorbijkomen hebben een keur aan klachten: van een ingegroeide teennagel tot een verkeerd geplaatst spiraaltje.

Van Lieshout lijkt vooral op zoek naar de schoonheid van het alledaagse. Die vindt hij in een wiebelende tafel vol medische apparatuur. Maar ook in een kok die bergen kool snijdt, het onverstoorbare gezicht van de treinbestuurder of de lichte paniek in de ogen van een patiënt die zijn kies laat trekken door een tandarts in opleiding.

Van Lieshout observeert het allemaal zonder oordeel en dat levert een plezierig kabbelende kijkervaring op. Maar net als bij een vorige film als Snelweg NL (2019) was ik op driekwart van de reis eigenlijk wel uitgekabbeld.