Leave Her to Heaven

Nihilistische romantiek

Leave Her to Heaven

Het Gene Tierney-vehikel Leave Her to Heaven uit 1945 is een waanzinnige film: een nihilistische film noir vermomd als Technicolor melodrama.

In 1946 won Leave Her to Heaven de Oscar voor Best Cinematography in Color (ja, voor zwart-wit was destijds nog een aparte categorie) en vrijwel vanaf de eerste scène van de film is overduidelijk hoe terecht dat was. Het was al de derde Oscar voor cameraman Leon Shamroy, die in de jaren twintig in Hollywood begon en voor wie The Planet of the Apes (Franklin J. Schaffner, 1968) een van de laatste wapenfeiten was. Maar Leave Her to Heaven is ook binnen die rijke carrière een onbetwist hoogtepunt.

Shamroy en regisseur John M. Stahl begeven zich ogenschijnlijk op het vlak van het melodrama (of zoals het destijds werd aangeduid: een vrouwenfilm), een genre waarin Stahl een expert was. Met zijn bucolische locaties, een verhaal dat draait om rijkeluisromantiek en vooral de weelderige Technicolor-beelden lijkt de film een onvervalst exemplaar. Maar de romantiek van het genre wordt hier vervuild door de impulsen van de film noir (al zou die stroming pas een jaar later voor het eerst benoemd worden). Het blijkt een licht ontvlambaar mengsel.

Hoewel Leave Her to Heaven zich grotendeels bij daglicht afspeelt, worden de weelderige sets telkens weer bezoedeld door dreigende, bijna expressionistische slagschaduwen die boven de personages uittorenen. Het is een visuele uiting van het uiterst noir-achtige nihilisme dat de centrale romance gaandeweg aantast. Maar vooral is Leave Her to Heaven een film noir dankzij hoofdpersonage Ellen Berent, ongenaakbaar gespeeld door Gene Tierney als een onvervalste femme fatale.

Tierney’s ster was in die tijd razendsnel rijzende aan het Hollywood-firmament; in de voorgaande jaren schitterde ze al in Ernst Lubitsch’ komedie Heaven Can Wait (1943) en Otto Premingers Laura (1944), een van de vijf oer-noirs. In Leave Her to Heaven bewijst ze in één rol dat ze werkelijk alle registers kan bespelen: haar personage Ellen gaat van innemende flirt via onstuimige minnares en jaloerse echtgenote naar een psychopaat die letterlijk over lijken gaat om haar geliefde voor zichzelf te houden. Schijnbaar moeiteloos knoopt Tierney al die complexe omslagpunten aan elkaar.

Op papier is overigens niet Ellen de hoofdpersoon, maar Richard Harland (Cornel Wilde), een schrijver die halsoverkop verliefd op haar wordt en al enkele dagen na hun eerste ontmoeting met haar trouwt. Maar dit is zonder enige twijfel Tierney’s film, zeker als we het weke laatste kwartier wegdenken, waarin Tierney uit beeld verdwijnt en de film zich in bochten wringt om alsnog een maatschappelijk gewenst einde te bereiken. Tot dat punt is het niet moeilijk om Ellen niet te zien als slechterik, maar als een proto-feministische heldin die zich rücksichtslos onttrekt aan het keurslijf waarin ze als vrouw wordt gedwongen.