ILLÉGAL
De angst van de illegaal
De onzichtbaren krijgen een gezicht in het intense illégal, met een schijn van echtheid waar de Belgische overheid tegen heeft geprotesteerd.
De Belgische overheid beweert dat de uitwassen in illégal niet op de werkelijkheid berusten, ook al is een van de personages, Aïssa, gebaseerd op Semira Adamu, de immigrante uit Nigeria die stierf nadat de bewakers haar in het vliegtuig terug naar huis met een kussen lieten stikken. Haar dood leidde tot wijzigingen in het uitzetbeleid. Voor de kijker is het moeilijk om het waarheidsgehalte van de film in te schatten. Een film is een film en dus nooit echt. Maar bij illégal kun je je niet aan de gedachte onttrekken dat we hier echt iets zien wat in onze samenleving doorgaans verborgen blijft. We leren eindelijk eens de ondergedoken schimmen achter de ramen kennen, of de gezinnen in uitzetcentra die ver weg van het oog van de wereld als criminelen zijn weggezet. Actrice Anne Coesens, vrouw van de regisseur, geeft akelig goed inzicht in de angst en volharding van de illegale vrouw Tania, wat het de kijker makkelijk maakt zich met haar te identificeren.
Wel blijft de gehele film onduidelijk waarom Tania uit man en macht probeert te voorkomen om terug te moeten gaan naar Oekraïne. Er zijn dan ook geen ‘zielige verhalen’ te horen in de film, want wij moeten erop vertrouwen dat ze goede redenen heeft om per se niet naar Oekraïne terug te keren. Hoe graag je ook zou willen weten wat haar achtergrondverhaal is, uiteindelijk is het verzwijgen ervan een goede scenariokeuze geweest. Zo schept de film een vertrouwensband tussen kijker en personage, dat een mens van vlees en bloed wordt en geen prototypisch ‘schrijnend geval’ dat om medelijden vraagt. Tania probeert zichzelf te redden, maar vooral haar veertienjarige zoon, die wist te ontsnappen aan de agenten die hen op straat oppakten. Hij dreigt in handen te vallen van de Russische maffia, terwijl zij hem wanhopig via ultrakorte, nerveuze telefoongesprekken vanuit het uitzetcentrum op het goede pad probeert te houden. De ellenlange wachtrijen voor de telefoon en de moeizame wijze waarop een telefoonkaart moet worden bemachtigd, illustreren de totale isolatie en de hopeloze situatie van de mensen die daar opgesloten zitten. Ook de druk waaronder Tania staat tijdens de ondervragingen, is bedoeld om haar te ondermijnen. Zonder als heilige te worden afgeschilderd, laat Tania zien dat de vreselijke dingen die haar overkomen haar geest niet breken.
Mariska Graveland