Finn
Topzware kerstvertelling
De eerste familiefilm van veteraan Frans Weisz, over de dromerige Finn die liever viool leert spelen dan voetballen, trakteert ons op een overdosis tragiek.
Met zijn warrige rode haar en fronsende blik is de negenjarige Finn (Mels van de Hoeven) een jongen die je graag in het hart sluit. Hij is het bedeesde maar slimme buitenbeentje zoals je dat wel vaker in het jeugd- en familiegenre tegenkomt. Een beetje een dromer, die op school wordt gepest. Dat is misschien weer wat al te vanzelfsprekend in deze eerste familiefilm van veteraan Frans Weisz.
Op het voetbalveld kijkt Finn liever naar een overvliegende kraai dan naar de bal. Hij heeft het wel gehad met voetbal, maar zijn soms wat verstrooide vader (Daan Schuurmans) meent dat het goed voor hem is. En Finns moeder? Die is natuurlijk overleden.
Zo gaat deze kerstvertelling een beetje stereotiep van start, en dat Finns beste vriend Erik ook al uit een problematisch gezin komt is allicht wat veel van het goede. Maar voorlopig nemen we dat voor lief in deze sympathieke en met tragikomische accenten ingekleurde geschiedenis.
Gelukkig doet de verbeelding ook een duit in het zakje. Subtiel, wanneer Finn meent te zien dat zijn moeder hem vanaf een foto een knipoog geeft. Of uitbundig, wanneer diezelfde moeder in een plotselinge zomerse sneeuwbui verschijnt. Dat overkomt Finn bij een verlaten boerderij waar hij een geheimzinnige oude man (Jan Decleir) aantreft die prachtig viool kan spelen. Na die wonderbaarlijke ervaring weet Finn het zeker — hij wil ook viool leren spelen.
Het beste in Finn zijn de korte, soms wat ongemakkelijke gesprekjes tussen vader en zoon aan de eettafel. Vermakelijk is de manier waarop Finn zich met gefingeerde blessures aan het voetballen onttrekt en zijn vader om de tuin leidt, om bij de boerderij moeizaam krassend de eerste stappen op het vioolpad te zetten. Zijn oude leermeester kan het bijna niet aanhoren. Dat moet allemaal in het geheim plaatsvinden, want Finns vader is er tegen, al wil hij niet zeggen waarom.
Wanneer die het toch ontdekt volgt een woedende uitbarsting die we niet verwacht hadden. In de aanloop naar de uiteindelijke goede kerstgevoelens trakteert het scenario van Janneke van der Pal ons op zo’n overdosis tragiek en schuldgevoel dat deze innemend begonnen vertelling lelijk uit de bocht vliegt. Dan wordt het alsnog echte kerstkitsch die meer steunt op de clichés over het volgen van je dromen en je hart dan op originele verbeeldingskracht. Achteraf gezien is ook dat wonder rond Finns overleden moeder en die oude man toch een beetje gekunsteld.
Leo Bankersen