Fighting fish
Rebel geeft schop onder de kont
Scenarist en acteur Kim Ho Kim is volledig autodidact. Met Fighting fish heeft hij nu samen met Jamel Aattache de eerste Nederlandse martial arts film gemaakt. "Met Hongkong kunnen we niet concurreren; daar maken ze al decennia lang vechtfilms. De enige manier om overeind te blijven is door origineel te zijn."
De stapel afwijzingsbrieven van fondsen die Kim Ho Kim thuis heeft liggen, moet enorm zijn. "Maar ik lees ze niet eens meer", zegt hij schouderophalend. "Het Filmfonds beweert dan wel jonge filmmakers te steunen en de Nederlandse publieksfilm te willen stimuleren maar als wij een plan indienen dan krijgen we iedere keer weer te horen: ‘Het is onze smaak niet.’ Eigenlijk zijn het altijd dezelfde namen die wel subsidies krijgen; het is vriendjespolitiek."
Niet dat dat een reden voor Kim is om het er dan maar bij te laten zitten. Samen met regisseur Jamel Aattache heeft de acteur en scenarist de afgelopen zes jaar een bijna on-Nederlandse doe-het-zelf-attitude geperfectioneerd. Het tweetal kende elkaar van de middelbare school, waar ze ieder vrij uurtje vulden met het bekijken en bediscussiëren van films. Toen hun studies rechten en vrijetijdskunde minder interessant bleken dan gedacht, schreven ze zich uit aan de universiteit en draaiden ze met 60 duizend gulden geleend geld de korte misdaadfilm So be it. Kim: "Dat was onze filmschool. Het begon ermee dat Jamel me vroeg hem te helpen met het schrijven van een scène en dat werd al snel het hele scenario. Toen vroeg hij me ook nog voor een hoofdrol."
Kim kreeg de smaak van het acteren te pakken en oefende zich in diverse gastrollen in soaps. In zijn onderhoud voorzag hij door à la Quentin Tarantino fulltime te werken in een video/dvd-winkel. De samenwerking met Aattache resulteerde in nog twee korte films: de Kurosawa/Leone-hommage The good, the bad and the innocent en Déja vu, dat voor het absurd lage budget van tweehonderd euro werd gemaakt. En eindelijk waren er subsidieverleners die er brood in zagen. Het Rotterdamse Fonds voor de Film bezorgde Kim en Aattache marktkaarten voor Cannes zodat ze er hun volgende project, Fighting fish konden promoten. Deze maand gaat de film in première en is de eerste Nederlandse martial arts film een feit.
Touwenwerk
"Analoog aan de western zou je Fighting fish een eastern kunnen noemen", vertelt Kim. "Natuurlijk hebben we hier in Nederland totaal geen traditie op het gebied van martial arts films. En met Hongkong kunnen we niet concurreren; daar maken ze al decennia lang vechtfilms. Bovendien hebben wij ook het geld niet voor spectaculair touwenwerk. De enige manier om overeind te blijven is door origineel te zijn. Voordat ik het scenario schreef voor Fighting fish heb ik tientallen films gekeken. Alle clichébewegingen die je in iedere film ziet terugkeren, heb ik genoteerd. Die kwamen dus zeker niet in onze film. Daarna heb ik de mooie bewegingen geanalyseerd en daar mijn eigen draai aan gegeven. Het choreografiescenario is uiteindelijk even dik geworden als het gewone script."
Het resultaat was zo opmerkelijk dat het zelfs de goedkeuring kon wegdragen van een Singaporese delegatie sales agents. Maar hoewel de Nederlandse Chinees zeker een schuin oog op de Aziatische markt houdt, is Amerika het grote voorbeeld. "Schrijven heb ik geleerd uit Amerikaanse scenariohandboeken. En waarom zouden we hier alleen maar polderdrama maken? Amerikaanse films doen het gewoon beter. Daar kunnen we van leren."
Tijdens de opnamen voor Fighting fish werd Kim tussen twee scènes door benaderd door een passant die hem vroeg zijn voicemail in te spreken. "Waarom dat?", vroeg Kim. Nadat de man van de verbazing was bekomen, bracht hij stamelend uit: "Jackie Chan, je spreekt Nederlands!" De crew, die verantwoordelijk was voor dit geintje, lag dubbel.
De anekdote is typerend voor de werkwijze van Kim en Aattache. Ze spiegelen zich ongegeneerd aan de grote namen maar hebben genoeg realiteitszin en gevoel voor zelfspot om met beide benen op de grond te blijven. Bovendien heerst er een grote saamhorigheid onder het tegendraadse clubje dat tegen alle Hollandse nuchterheid in en met meer liefde dan loon een ongebruikelijke genrefilm maakte. Kim: "Het is eigenlijk heel simpel om acteurs te krijgen; je moet ze gewoon vragen. En het helpt als je een kick-ass scenario in handen hebt. Alle mensen die aan Fighting fish hebben meegewerkt zijn professionals met ervaring. Daardoor hebben we niet telkens het wiel opnieuw hoeven uitvinden."
Rebellie
Op acteergebied scherpt Kim zelf zijn capaciteiten aan met toneellessen. Zijn spel wil hij boven het niveau tillen van wat hij ‘instinctief acteren’ noemt. "Ik vind dat je als acteur moet trainen. Dat wordt in Nederland al snel een beetje overdreven gevonden. Maar het is toch je werk? In Fighting fish zit twee jaar van mijn leven — op een gegeven moment stond ik zes dagen per week in de sportschool — en dat is volgens mij te zien op het scherm."
Fighting fish gaat op het Filmfestival Rotterdam in première — "American style uiteraard, met limousines en rode lopers" — maar Kim en Aattache zijn er de mannen niet naar om lang op hun lauweren te rusten. Niet minder dan drie filmplannen heeft de scenarist op de plank liggen, waaronder een misdaaddrama met enkel veertigplussers en een The sixth sense-achtige thriller naar hyper-Amerikaanse snit. En als bij Kim zelf de acteerkiebels weer de kop opsteken "dan schrijf ik die rol die ik wil toch zelf". Opgeven is een woord dat niet in zijn vocabulaire voorkomt. "Ik wil op een dag mijn brood hiermee verdienen. De filmindustrie is helemaal gebaseerd op ‘nee’ en de grote taak is om ervoor zorgen dat het ‘ja’ wordt." Eigengereidheid en een portie rebellie zijn hierbij noodzakelijk. Want, zo haalt hij James Cameron aan: "Persistance is the determination not to fail."
Edo Dijksterhuis