FARINELLI, IL CASTRATO
De stem als spiegel van alle emoties
Farinelli, il castrato is een film over Carlo Broschi, oftewel Farinelli, de beroemdste castraatzanger van de 18e eeuw. Gerard Corbiau heeft de levensloop van deze operazanger stijlvol verfilmd, waarbij niet zozeer Farinelli’s leven centraal staat alswel zijn virtuoze stemgeluid. Een film waarin dramatische ontwikkelingen worden beleefd via de stem.
Farinelli is een film over de macht van de stem. "Want", zo vertelt de regisseur in een interview, "een stem is het meest persoonlijke uitdrukkingsmiddel van een mens. De stem geldt als spiegel van alle emoties; ongesluierd en direct."
Hoewel het roemruchte levensverhaal van Carlo Broschi (1705-1782) tot ieders verbeelding zal spreken, heeft Corbiau ervoor gekozen de verwikkelingen in zijn privéleven vrij summier weer te geven. De stem voert letterlijk de boventoon. Het hoe en waarom van dingen worden vaak niet uitgelegd maar echt storend is dat niet. Je raakt als toeschouwer dusdanig in de ban van die magische stem dat je bepaalde onlogische details voor lief neemt.
Volle zalen
Heen en weer springend in de tijd worden verschillende episoden uit Farinelli’s leven belicht. Zo zien we hoe de jonge Carlo en zijn broer Riccardo door hun vader worden voorgesteld aan de beroemde zangpedagoog Porpora, waar Carlo aanvankelijk weigert te zingen uit angst net als zijn leeftijdsgenootjes te worden gecastreerd. In de daarop volgende scène is het leed echter al geschied en horen we hoe deze ingreep zijn stem ten goede is gekomen. Ten overstaan van een hele menigte neemt Carlo het op tegen een trompetvirtuoos, het publiek is laaiend enthousiast en vanaf dat moment luidt zijn naam Farinelli.
In de jaren die volgen maken de broers furore in heel Europa. Riccardo (Enrico Lo Verso) componeert, Carlo (Stefano Dionisi) vertolkt. Overal waar ze komen, trekken ze volle zalen en vooral Farinelli wordt door vrouwen op handen gedragen. Zoals de broers hun liefde voor muziek delen, delen zij hun liefde voor vrouwen. Carlo schenkt het genot, Riccardo het zaad. Regelmatig vraagt Carlo aan zijn broer hoever hij is met zijn meesterwerk Orfeo, wat hun gezamenlijk hoogtepunt zou moeten worden.
Inmiddels is ook hofcomponist Händel (Jeroen Krabbé) attent gemaakt op de magische stem van Farinelli. Hij stelt hem voor in zijn theater in Londen te komen werken. Het aanbod geldt alleen voor Carlo, niet voor Riccardo. Carlo bedankt voor de eer en dat is het begin van een langdurige strijd tussen Händel en Farinelli. Na verloop van tijd verslechtert de verstanding tussen de twee broers: Farinelli krijgt steeds meer kritiek op de werkwijze van Riccardo en verkiest meer sobere muziek.
Drie jaar later ziet Farinelli zijn broer terug die eindelijk de opera heeft voltooid waarvan zij beiden hadden gehoopt dat het hun hoogtepunt zou worden. Farinelli erkent de kwaliteit van dit werk maar weigert het te zingen. Wanneer Riccardo zichzelf probeert te doden, komt Farinelli tot inkeer en krijgt Riccardo een kans dat wat hij zijn broer vroeger heeft aangedaan goed te maken. Net als vroeger maken zij een broederlijk ritueel van het minnespel, zij het dit keer met het doel Farinelli’s echtgenote zwanger te maken. Wanneer Riccardo vertrokken is en hij zijn broer nog een brief schrijft, betuigt hij zijn spijt. Hij hoopt dat hij ‘iets moois heeft teruggegeven voor het stukje menselijkheid dat hij hem af nam. En dat het kind dat Alexandra draagt net als hun muziek een gemeenschappelijk project is.’
Laatste adem
Of de film, die eerder dit jaar een Golden Globe, twee Césars en een Oscarnominatie voor beste buitenlandse film veroverde, de waarheid volledig recht doet, valt te betwijfelen. Het al dan niet authentieke verhaal is in ieder geval met veel zorg verfilmd. Het verhaal van Farinelli is nooit eerder verfilmd omdat het bijna ondoenlijk was een authentieke castraatstem te creëren, castraten zijn immers niet meer te vinden. Er is dan ook heel veel technisch vernuft voor nodig geweest om Farinelli’s stem zo goed mogelijk te benaderen. Uiteindelijk zijn de een mannelijke en vrouwelijke stem zodanig gemixt dat de hoogte ervan ongeveer klopte. Behalve het bereik dat deze stemmen moesten kunnen halen, was het van belang dat er emotie mee uitgedrukt kon worden. Net als het vroegere operapubliek, moet de filmkijker in de eerste plaats door de stem worden beroerd.
Naast de muziek weet Farinelli te boeien door het tijdperk waarin de film zich afspeelt. De 18e eeuwse passie en emotie worden ook weerspiegeld in het bombastische, barokke taalgebruik, de melodramatische taferelen en de schitterende aankleding. De beklemmende sfeer waarin beide broers elk op hun eigen manier gevangen zitten, wordt door het symbolische taalgebruik extra benadrukt. Want hoe glansrijk Farinelli’s carrière ook verloopt, echt gelukkig is hij nooit. Zijn stem is in feite zijn enige bestaansrecht, zoals Händel hem fijntjes weet duidelijk te maken. Zonder muziek bestaat hij niet. Met zijn laatste adem, sterft ook zijn stem en zal hij in geen enkel opzicht iets nalaten.
Denise van Laar