DE BLOEDBRUILOFT
Ode aan schoonheid
Hans Fels toont met zijn ontroerende documentaire de bloedbruiloft het aardse paradijs dat Haïti had kunnen zijn.
Hoeveel leed kan een mens aanzien? Hans Fels (60) reisde vanaf 1976 als cameraman, reportage- en documentairemaker de wereld rond. Hij verdiepte zich in historische gruwelen (de Holocaust, de Rode Khmer-terreur) en reisde voor de legendarische VPRO-rubriek Diogenes naar nieuwe brandhaarden. Tien jaar geleden werd de ellende hem teveel. Fels trok zich terug en schreef het boek In het landschap van mijn ouders. Daarin gaat hij de confrontatie aan met zijn Joodse ouders, die de Duitse concentratiekampen overleefden. Na de oorlog streden zij voor een communistische samenleving. Hun zoon lukte het niet om na Auschwitz in een betere wereld te geloven. "Nooit heb ik kunnen bevatten dat Nederlandse politieagenten mijn grootvader, zijn broers, mijn grootmoeder, haar broers en zusters, mijn ooms en tantes en mijn eigen moeder op de trein naar Auschwitz en Sobibor hebben gezet", schreef hij een paar jaar geleden in een open brief aan rabbijn Abraham Soetendorp.
Anders dan zijn idealistische ouders keek Fels met een cynische blik naar de wereld. In telkens nieuwe gruwelijkheden zag hij zijn gelijk bevestigd. Tot hij moe werd van zichzelf. Nogmaals: hoeveel leed kan een mens aanzien? Is het toeval dat documentairemaker Roel van Dalen, die ook jaren voor Diogenes werkte, tegen dezelfde muur liep? "Ik heb zoveel ellende in mijn leven gefilmd, dat ik het niet meer opbreng er nog films over te maken", zei hij recent in een interview." Van Dalen leest zelden nog een krant. Hij wil zich "alleen nog met mooie dingen bezighouden." Zoals de film over Wende Snijders, waaraan hij nu werkt.
Snoeimes
Terug naar Fels, die met de bloedbruiloft (le maryaj lenglensou) ook de strijd met lelijkheid aangaat door iets moois te creëren. De film volgt een operaproject in Haïti. Enige voorkennis is geboden. Fels, die al jaren Haïti bezoekt, ontdekte op het eiland een operatraditie, die ontstond in de tijd van de Franse koloniale bezetter. Ook na de onafhankelijkheid in 1804 hield de operatraditie stand. Er kwamen Haïtiaanse opera’s, die westerse en Afrikaanse muzikale invloeden mengden. Later verdween de operatraditie, maar in de marge bleven sommigen actief. Fels vond de door componist Ipharès Blain en librettist Raoul Labuchin geschreven opera ‘De bloedbruiloft’. De scheppers van de ‘eerste zwarte Creoolse opera’ leven beiden nog, maar hun opera is door geldgebrek nooit opgevoerd.
Fels regelde Nederlandse financiële steun, zodat ‘De bloedbruiloft’ in Haïti kon worden opgevoerd. Een grote, geweldig beschilderde container, die door een trailer van dorp naar dorp wordt gereden, fungeert als podium. Fels doet verslag van de voorbereiding (casting, repetities) en volgt later het operagezelschap door het land. De majestueuze landschapsbeelden onderweg tonen een aards paradijs. Tegenover de idyllische beelden van diepgroene berghellingen, strakblauwe zee, oogverblindend zonlicht en kraakheldere lucht staat de wreedheid van de opera, waarin een driehoeksverhouding eindigt met drie doden. "Snoeimes, kapmes, sabel, machete", zingt het koor als voorbode van wat komen gaat. De opera weerspiegelt het nog steeds door bloedige conflicten verscheurde Haïti. Maar wat brengt Fels het land mooi in beeld! de bloedbruiloft is zijn liefdesverklaring aan Haïti. Geen blinde liefdesverklaring, want de film heeft oog voor de wreedheid onder de paradijselijke oppervlakte. Zelden een wreder hanengevecht gezien. "Alle kunst is opstandigheid tegen het lot van de mens", is het citaat van de Franse schrijver André Malraux dat Fels als motto aan zijn film heeft gegeven. de bloedbruiloft is een ontroerende ode aan mensen die in een wrede omgeving het lef hebben om schoonheid na te streven.
Jos van der Burg