BANDIT QUEEN
Strijdster tegen dubbele onderdrukking
"Alle mannen zijn klootzakken", meldt Phoolan Devi reeds in het begin van de film over haar leven. Voor een elfjarig meisje op het Indiase platteland is dat een opmerkelijk inzicht. Phoolan was dan ook geen gewoon Indiaas meisje: ze werd een legendarische bendeleidster, berucht en geliefd in het hele land. Haar verfilmde biografie is een ouderwets avontuurlijke film met een moderne moraal.
In bescheiden berichten haalde het zelfs de Nederlandse kranten. Een jaar geleden werd voormalig bandietenkoningin Phoolan Devi vrijgelaten uit de gevangenis, enthousiast verwelkomd door duizenden bewonderaars. Elf jaar eerder had zij zich overgegeven, op de door haar gestelde voorwaarden. Dankzij de media was Devi toen al uitgegroeid tot een levende legende. Ongrijpbaar voor leger en politie leefde zij met haar bende in de bergen en ravijnen van de noordelijke deelstaat Uttar Pradesh. Daar hielden zij zich verscholen na hun plundertochten.
Toen Devi in 1983 uit haar schuilplaats kwam, bleek zij niet de imposante verschijning die de mythe van haar gemaakt had. Een kleine, verfomfaaide vrouw was het, zonder bijzondere uiterlijke kenmerken. Des te groter moet haar charisma zijn, want zij was er in geslaagd om twee levensgrote nationale handicaps te overwinnen: haar vrouw-zijn en haar afkomst uit de lage Mallah-kaste. Bandit queen verklaart de ontwikkeling van Devi, van onderworpen meisje tot gehard bendeleidster, uit deze strijd tegen dubbele onderdrukking: door mannen in het algemeen en mannen van een hogere kaste in het bijzonder. Het gebruik van geweld wordt door deze verklaring gelegitimeerd.
Verschrikkingen
Bandit queen werd gemaakt met geld van het Engelse Channel Four, maar volledig opgenomen in India door een Indiase crew. Regisseur Shekhar Kapur baseerde zich op de biografie van Mala Sen, die tevens het scenario schreef. Vanwege de lengte van de film, die toch nog twee uur duurt, moesten veel elementen uit het boek sneuvelen. Nogal wat vragen blijven hierdoor onbeantwoord, de film beweegt zich van de ene spannende episode naar de volgende. ‘Spannend’ lijkt niet de juiste aanduiding voor de verschrikkingen die Devi moet ondergaan, maar het is wel de wijze waarop ze worden gepresenteerd.
Van effectbejag kan Kapur zeker niet worden beschuldigd. Verkrachting is het terugkerende motief in het lijden van de hoofdpersoon, maar slechts eenmaal wordt dat expliciet getoond. De suggestie komt veel harder aan: het gegil van het jonge meisje dat wordt overstemd door tabla en schrille mannenzang, het licht dat tegelijk met ieder paar mannenbenen binnenkomt in de donkere schuur. De wraak van Devi, waarbij 22 mannen van de hogere Thakur-kaste worden vermoord, vindt plaats in wit licht en slow motion. De kleur keert pas terug als een eenzame peuter over het bloed heenstapt. Heel beheerst is het, maar ook een beetje te esthetisch.
Bandit queen is te smaakvol voor het onderwerp. Locaties, fotografie, muziek, spel, het is allemaal piekfijn verzorgd. Was het maar wat ruwer geweest, dat had de werkelijkheid dichterbij gebracht. De paradox van Bandit queen is dat het de lelijke werkelijkheid wil laten zien met mooie middelen. Als Devi en haar toekomstige minnaar hun eerste blikken wisselen, lijkt dat afkomstig uit een Hollywoodfilm. Dergelijke romantische verfraaiing zit de film in de weg. In de stijl van een gedateerde westerse avonturenfilm wil Bandit queen wel degelijk iets zeggen over misstanden in de Indiase samenleving van vandaag.
Heldin
"This is a true story" meldt Kapur aan het begin van zijn film. Dat simpele zinnetje is altijd verraderlijk, maar hier helemaal. Deze film betreft namelijk iemand waar werkelijkheid en mythe onmogelijk zijn te scheiden, en die bovendien nog in leven is. Phoolan Devi, inmiddels getrouwd met een Thakur uit Delhi, rijk van alle boek- en filmcontracten en vastbesloten een nieuw leven te beginnen, verzet zich hevig tegen Bandit queen. Met juridische middelen probeert zij vertoning in India te verhinderen. Met name de groepsverkrachting en haar naaktheid in twee andere scènes wekken haar toorn.
Dat moet een bittere pil zijn voor de regisseur. Zijn visie bevestigt juist de mythe van Devi als heldin, als slachtoffer van de samenleving. Haar criminele gedrag kwam voort uit structurele vernedering door mannen. Als ze haar ex-echtgenoot met een geweer tot moes slaat, doet ze dat met haar vroegere verkrachting voor ogen. Dat Devi bij deze wraakactie in werkelijkheid ook de nieuwe echtgenote mishandelde, laat Kapur echter niet zien. Naar eigen zeggen om de kijker niet af te leiden van zijn feministische boodschap. Vrouw slaat vrouw, dat past niet binnen de moraal.
De Indiase reacties op Bandit queen zeggen meer over India dan de film zelf. Devi ontkent de groepsverkrachting uit schaamte: geen groter schande voor een vrouw dan verkracht te zijn. Niemand valt daarentegen over het in de film getoonde wangedrag van de politie; kennelijk wordt dat als vanzelfsprekend beschouwd. Bandit queen heeft een gecompliceerde relatie met de werkelijkheid. Was het niet meer geweest dan een hardvochtig sprookje over de opkomst en ondergang van een vrouwelijke outlaw, dan was het een geslaagde film. Het is echter meer dan dat: nog steeds onderhoudend, soms aangrijpend, maar vooral nieuwsgierig makend naar de werkelijkheid. Zelfs als die veel lelijker is.
Mark Duursma