Alien: Earth

Alien: Earth

Disney+ | Met deze achtdelige serie brengt Noah Hawley de Alien-franchise naar de aarde. En dat werkt.

De crew op een ruimteschip ontwaakt uit cryoslaap. Het volgende moment zien we ze ontbijten rond een tafel, dialogen overlappen elkaar. De opening van Alien: Earth knipoogt nadrukkelijk naar een van de eerste scènes uit Alien (1979). Maar wie vreest dat deze achtdelige serie blijft kleven aan het origineel, komt gelukkig bedrogen uit.

Noah Hawley, die eerder succesvol de wereld van Fargo naar het televisiescherm vertaalde, slaagt er opnieuw in een serie op poten te zetten die trouw blijft aan zijn oorsprong en toch zelfverzekerd een eigen koers vaart. Dat is knap in een franchise die inmiddels in meerdere richtingen, en niet altijd even succesvol, uitdijde. Al moet ik toegeven een zwak te hebben voor de pretentieus-filosofische prequels Promotheus (2012) en Alien: Covenant (2017).

Het is 2120, twee jaar voordat Ripley met de Nostromo ergens ver in het heelal op een verlaten ruimteschip en een stel mysterieuze eieren stuit. De wereld wordt geregeerd door vijf tech-bedrijven, verwikkeld in een wedloop naar onsterfelijkheid. Die corporatocratie was altijd al aanwezig in de achtergrond van de Alien-films, maar vormt in Alien: Earth een groot deel van de focus. Specifiek het bedrijf Prodigy, gerund door Boy Kavalier (een tegelijk gluiperige en kinderlijke Samuel Blenkin). Deze nog piepjonge, door Peter Pan-geobsedeerde triljonair heeft zijn imperium gebouwd op een naar Neverland genoemd eiland, waar hij eeuwig rondloopt in pyjama en op blote voeten.

In de eerste aflevering botsen twee verhaallijnen letterlijk op elkaar. In de ene wordt onder het toeziend oog van Kavalier het bewustzijn van een terminaal ziek kind overgeplaatst naar een synthetisch lichaam. Met haar nieuwe lichaam krijgt ze ook nieuwe krachten en een nieuwe naam: Wendy (een sterke rol van Sydney Chandler). Ze is de eerste van wat een leger aan ‘hybriden’ moet worden. Waarbij de tem ‘leger’ niet per se overdrachtelijk moet worden opgevat. In de andere verhaallijn breekt de hel los op het ruimteschip uit de openingsscène, dat behoort aan een van die andere monsterbedrijven, Weyland-Yutani, en een bonte verzameling aan buitenaardse wezens aan boord blijkt te hebben. Een slachtpartij later ligt het ruimteschip op ramkoers met Neverland.

Na de soms wat desoriënterende eerste twee afleveringen rond die crash, bouwt de rest van het seizoen zijn verhaallijnen en personages zorgvuldig uit. Zeker in de sterke middenafleveringen vier en vijf combineert de serie op knappe wijze het uitdiepen van de personages met een sluimerend gevoel van dreiging en een dosis horror. Leunend op de onverwoestbare ontwerpen van H.R. Giger, aangevuld met nieuwe creaties. Hoogtepunt is een octopusachtig wezentje met een oogbal als kop, dat de nogal onhebbelijke gewoonte heeft om bij andere levende wezens een oog eruit te wippen en zich in de lege oogkas te nestelen. Het levert onder meer een paar briljante scènes op met een schaap.

Hoewel de serie niet terugdeinst voor die horror, ligt de focus toch vooral op de mensen. Op wat de mens doet met de wereld, met de realiteit, met ons menszijn. Opvallend is het veelvuldige gebruik van superimpositions, het over elkaar heen leggen van beeldlagen. Hoeveel artificiële lagen kun je over de realiteit leggen voordat je niet meer van een realiteit kunt spreken? Hoeveel aanpassingen kun je maken aan iemand, voordat die niet meer dezelfde persoon is? “Heb je echt het bewustzijn van mijn zus in dat lichaam gedownload? Is zij het?”, vraagt Wendy’s broer Joe (Alex Lawther) ergens in de serie. “Dat zijn twee verschillende vragen”, luidt het antwoord. “De eerste is praktisch. De tweede is de existentiële crux.”

“Je wordt geboren, je leeft, je sterft”, somt wetenschapper Kirsh op (Timothy Olyphant met witblond haar, zwarte coltrui en angstaanjagend precieze dictie). Maar precies die simpele formule probeert de mens in zijn arrogantie te veranderen. Een arrogantie die maakt dat we onszelf boven andere levensvormen stellen. Denken het recht te hebben die op te sluiten en te bestuderen. Een arrogantie die maakt dat we zelfs ons eigen menszijn als een construct zien waarin we kunnen ingrijpen, waarmee we kunnen experimenteren. Zoals Kavalier doet met zijn troep volgzame kinderen. Maar kinderen worden altijd sneller groot dan je zou willen.

Alien: Earth voelt heel erg als een Alien-serie, maar durft ook genoeg zijn eigen ding te zijn om te intrigeren. Bijvoorbeeld door de manier waarop we altijd naar die ontzagwekkende xenomorph hebben gekeken voorzichtig op losse schroeven te zetten. Een tweede seizoen is nog niet aangekondigd, maar in een interview met Variety gaf Hawley aan dat hij seizoen één nadrukkelijk als een opmaat beschouwt voor volgende seizoenen. Iets wat de laatste aflevering bevestigt. “Ik geloof dat eindes een verhaal betekenis geven, dus ik heb een idee van waar ik naartoe wil”, voegde hij er nog aan toe. Nu maar hopen dat hij de kans krijgt ons mee te nemen daarnaartoe.  


Alien: Earth is vanaf 13 augustus 2025 te zien op Disney+ (VoD).