Matthijs Wouter Knol over de Maand van de Europese Film

Herontdekking van Europese cinema

Matthijs Wouter Knol. Foto: Massimiliano Rossetto

Onder auspieciën van de European Film Academy (EFA) vindt vanaf 13 november de Maand van de Europese Film plaats in 35 Europese landen, waaronder Nederland. EFA-directeur Matthijs Wouter Knol schetst een toekomstbeeld.

Vandaag de dag lijkt het alsof cinema geen grenzen kent. Over de hele wereld prijken de bekende gezichten van Amerikaanse filmsterren op reclameborden, op vliegvelden en in stadscentra, op tijdschriften en sociale media, in de openbare ruimte en op onze mobieltjes. Films gaan wereldwijd gelijktijdig in première op Netflix en zijn beschikbaar op welk digitaal toestel dan ook. We weten inmiddels niet beter, en de pandemie-jaren hebben die realiteit nog alledaagser gemaakt. Slechts af en toe staan we erbij stil dat vrijwel alle films en entertainment buiten Europa gemaakt wordt. En dat een groot deel ervan gemaakt met het oog op een groot publiek, waarbij formules die eerder succes hadden steeds weer herhaald worden in franschises rond bekende en geliefde personages.

Ik ben ook zo opgegroeid en heb daar nooit vraagtekens bij gezet, tot een paar jaar geleden. Ik zag een ander Europa voor me en begon mijzelf vragen te stellen. Wat is er gebeurd met de wereld die draaide om Bergman, Bresson, Antonioni, Muratova en Skolimowski? Deze filmmakers leefden een groot deel van hun carrière in een verdeeld Europa. Filmmakers waren niet mainstream maar werden beschouwd als auteurs en gevierd als belangrijke stemmen in onze cultuur. Veel van hun films waren anders, ze namen creatieve risico’s en creëerden zo klassiekers die tot de dag van vandaag geliefd zijn.

Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 (het jaar waarin de European Film Academy werd opgericht om Europese filmmakers te verenigen) leek de toekomst er voor Europese films rooskleurig uit te zien. Maar vandaag, 35 jaar later, worstelt de Europese film voor zichtbaarheid in Europese landen, zowel binnen als buiten de Europese Unie.

In het Europa van vandaag ontbreekt het bewustzijn van zowel de rijkdom als de kwetsbaarheid van haar eigen cinema, en daarmee de wil en de toewijding om deze films te beschermen. Dat kunnen we veranderen. Wellicht bestaat die trots en bescherming wel op landelijk niveau, maar zo werkt de wereld niet meer. De zichtbaarheid van Europese films kan niet op nationaal niveau bevochten worden. Het is een Europese zaak, die alleen met vereende krachten tot stand kan komen.

Soms stel ik me een Europa voor waar je met het grootste gemak de nieuwste films uit Italie, Roemenie, Zweden of Griekenland kunt ontdekken. Met ondertiteling in mijn eigen taal. Dan zou het mogelijk zijn alle talen van ons continent te horen, klanken die we soms kennen van vakanties, van muziek, van vrienden. Ik stel me voor dat ik die films kan zien in de bioscoop, maar als me dat zo uitkomt ook op mijn favoriete streaming-platform. Ik zou willen dat Europese tv-zenders meer van deze films zouden uitzenden. Ik zou willen dat kinderen en tieners ze zouden zien – zodat ze vertrouwd raken met verhalen uit Europa, waar ze zichzelf in kunnen herkennen. Ik stel me van voor hoe het is als Europese content overal beschikbaar is, een alternatief voor films en tv-series uit mijn eigen land. Hoe het is om de gezichten van acteurs als Nina Hoss, Lola Dueñas of Joanna Kulig op al die billboards te zien. Of hoe het moet zijn als makers als Ferzan Özpetek, Ruben Östlund, Margarethe von Trotta of Athina Rachel Tsangari een kans krijgen om reclames voor luxemerken te maken, in plaats van hun Amerikaanse collega’s.

Het is vreemd dat we hier niet al veel eerder op Europees niveau aan hebben gewerkt. Natuurlijk hebben allerlei organisaties hun stem laten horen en ideeën geopperd, zoals de promotie van Europese films in het buitenland, of de European Film Academy met haar prijsuitreikingen. Maar dikwijls ontbrak een heldere visie en de besluitvaardigheid om de zaak in beweging te krijgen. Hoe interessant het ook is om de achterliggende redenen te onderzoeken, laten we niet wachten tot we uitgepiekerd zijn over hoe en wat – we moeten nu handelen. In een wereld waarin het entertainmentlandschap er zo ongeveer iedere maand weer anders bij ligt, heeft de Europese film ons nú nodig. Die keuze kunnen we nu maken: wij willen dat Europese films en Europese verhalen deel uitmaken van ons dagelijks leven. Dat is een primaire keuze. Hoe we dat tot stand brengen, moet ieder jaar opnieuw worden uitgezocht, het zal met vallen en opstaan gaan. De Europese cinema kan alleen voortbestaan als we ervoor zorgen dat die Europese producties ook zichtbaar zijn. Als er geen ruimte voor is, worden ze steeds verder verdrukt.

Die keuze voor Europese films zou allerlei soorten films moeten behelzen, niet alleen de producties die al op grote festivals bewierookt worden. Als we Europa zichtbaar willen maken op al onze schermen, moet er ruimte zijn voor een breed scala van films, van succesvolle komedies en animatiefilms tot bestseller-verfilmingen en serieus drama. En er moet ruimte zijn voor stemmen die te weinig gehoord worden, uit ondervertegenwoordigde groepen mensen – wat niet altijd minderheden zijn. Het moet betekenen dat films niet alleen beschikbaar zijn in dichtbevolkte steden, maar ook op het platteland.

Laten we, om te beginnen, eens bedenken hoe het zou zijn als we eens per jaar een paar weken lang over het hele continent verrast kunnen worden door Europese films? Een afgebakende periode aan het einde van het jaar, waarin alles mogelijk is. Laten we zeggen: een maand. Een maand waarin het publiek de films kan inhalen die ze eerder dat jaar gemist hebben. Of klassiekers kunnen herontdekken, die zijn opgepoetst of vertoond worden naar aanleiding van een jubileum of andere mijlpaal. Een pan-europese maand vol verrassingen, een filmisch doosje vol chocolaatjes, waarmee we de Europese film vieren. We noemen het: de Maand van de Europese Film. Een mooi begin.

Wat gebeurt er dan? We zullen zien dat lokale bioscopen enthousiast zullen deelnemen. Een groot aantal van hen vertoont die Europese films al, als lid zijn van de netwerken Europa Cinemas of CICAE. Die bioscopen geloven al in de Europese cinema en ze kennen hun publiek. De programmeurs van deze bioscopen komen met ideeën: retrospectieven rond Pier Paolo Pasolini of Jonas Mekas, die beide honderd jaar geleden werden geboren; of een eerbetoon aan Lars von Trier, die te kennen heeft gegeven dat hij door ziekte niet meer kan werken; of programma’s rond Margaretha von Trotta en Elia Suleiman, dit jaar de ereprijswinnaars van de European Film Awards. Andere bioscopen zullen met de suggestie komen voor een programma van korte films uit de 50-er en 60-er jaren, speciaal voor Alzheimer-patiënten. Of ze nodigen schoolklassen uit in de bioscoop, waar de kinderen hun eigen filmposters kunnen na het zien van een film. Er komen eindeloos veel ideeën en creativiteit los, en het publiek kijkt ernaar uit.

Goed nieuws: die eerste stap wordt dit jaar al gezet, onder auspiciën van de European Film Academy. Alle hierboven beschreven initiatieven vinden plaats tijdens de Maand van de Europese Film, een evenement in 35 Europese landen. Daarmee lanceert de EFA een nieuw netwerk, van bioscopen die zorgvuldig gecureerde programma’s presenteren. Ze volgen niet blindelings wat de markt hen biedt aan recente festivalwinnaars, maar tonen films die inspelen op de nieuwsgierigheid en de smaak van hun plaatselijke publiek.

De Maand van de Europese Film is een eerste stap in een groter project dat voortkomt uit deze filosofie. Een maand waarin de vele smaken die de Europese film te bieden heeft op elke plek tot een ander gerecht worden gecombineerd. Niet alleen in bioscopen, maar ook online en op TV, zodat mensen die het huis niet uit kunnen of willen, toch ook deel kunnen nemen aan de herontdekking van de Europese film.

Vraagt dat van ons allemaal dat we anders over dingen gaan nadenken? Absoluut, zo werkt dat immers. We zien allemaal dat het tijd wordt voor verandering en voor veel meer ruimte voor de Europese film. Is dit denkbaar? Laten we het proberen. Er is een miljoenenpubliek dat graag verrast wil worden.


Maand van de Europese Film | 13 november t/m 10 december | In Nederland doet Eye Filmmuseum mee, met een programma in de filmzalen én online op de Eye Film Player. Ook streaming-platform MUBI biedt een programma van 100 films.