Zes Nederlandse (co)producties te zien op Sundance
Donderdag aanstaande gaat in Park City, Utah de 49ste editie van het Sundance Film Festival van start. Op het festival dat beschouwd wordt als een van de belangrijkste voor onafhankelijke filmmakers, draaien dit jaar zes films met Nederlandse inbreng.
Drie van de twaalf titels in de World Cinema Dramatic Competition, het programmaonderdeel gericht op jonge, innovatieve makers, hebben een Nederlands tintje. The Wound van John Trengove en Don’t Swallow My Heart, Alligator Girl! van Felipe Bragança zijn internationale coproducties. Alleen voor I Dream in Another Language was de productie geheel in Nederlandse handen. Het Amsterdamse Revolver is verantwoordelijk voor dit verhaal over de laatste twee sprekers van een inheemse Zuid-Amerikaanse taal die weigeren met elkaar te praten vanwege een halve eeuw durende vete.
Honderd procent Nederlands is Zeezucht van Marlies van der Wel. De korte animatie draait in Amerika onder de naam Jonas and the Sea. De film ging vorig jaar in première tijdens de Berlinale en wist al een indrukwekkend aantal prijzen in de wacht te slepen, waaronder de prijs voor Best Animated Short tijdens het prestigieuze TIFF Kids Festival.
Submarine tekende voor de laatste twee Nederlands gekleurde films in het Sundance-programma. Winnie van regisseur Pascale Lamche, een portret van de omstreden eerste vrouw van Nelson Mandela, draait in de World Cinema Documentary Competition. Noboby Speak: Hulk Hogan, Gawker and Trials of the Free Press van Brian Knappenberger is onderdeel van de US Documentary Competition. De maker van het in 2014 op Sundance onderscheiden The Internet’s Own Boy: The Story of Aaron Schwartz laat nu zien hoe de vrije pers wordt gemuilkorfd door het grote geld.
Edo Dijksterhuis