Wat zeggen ver­kie­zings­pro­gram­ma’s over film en AV?

Volgende week kan er in het stemhokje gekozen worden tussen 37 partijen, waarvan dertien nu in de Tweede Kamer zitten. Die hebben allemaal een cultuurparagraaf in hun verkiezingsprogramma, behalve Denk. Daarin gaat het vooral over de arbeidsmarkt voor culturele professionals, cultuur als identiteit en het belang van verbeelding, maar wordt ook specifieke aandacht besteed aan film en de audiovisuele industrie.

Als het gaat over film en AV spitsen de verkiezingsprogramma’s zich toe op twee onderwerpen. Ten eerste: de omgang met de publieke omroep. Moet er meer of minder geld voor worden gebudgetteerd, maar ook: in hoeverre mag de NPO ondernemend zijn? Het tweede onderwerp is de zogeheten ‘investeringsverplichting’, een heffing voor bioscopen, omroepen en streamingplatforms die ten goede komt van Nederlandse makers van films en series.

Over de publieke omroep lopen de meningen sterk uiteen. Thierry Baudet twitterde op 19 februari nog “SANEER DE NPO” en in het verkiezingsprogramma van Forum voor Democratie wordt de NPO “een instrument van het partijkartel” genoemd waar nodig op gekort moet worden. Collega-populist Geert Wilders gaat nog een stapje verder. De PVV pleit voor volledige afschaffing van de publieke omroep dat in haar ogen “een vehikel voor het multiculturalisme” is.

De VVD wil de publieke omroep behouden maar wil dat die zich richt op “de kernonderwerpen nieuws, cultuur en educatie en zo reclameluw mogelijk is op landelijk, regionaal en lokaal niveau”. Wel willen de liberalen dat de NPO stopt met zijn eigen betaalde streamingdienst. De samenwerking met commerciële partijen in platform NL Ziet mag wel doorgaan. Ook de ChristenUnie wil af van NPO Plus omdat ze vindt dat aanbod dat gemaakt is met publiek geld niet achter een paywall thuishoort. Wel willen de Christenen het minimumbudget van de NPO verankeren in de wet “om te voorkomen dat de financiering van de publieke omroep voorwerp wordt van snelle politieke besluitvorming”.

Hilversum heeft ook uitgesproken vrienden in Den Haag. De PvdA pleit voor verhoging van het NPO-budget want “de inkomsten van de publieke omroep mogen nooit afhankelijk zijn van de grillen van de markt”. Ook BIJ1, dat grote kans maakt deze keer de kiesdrempel te halen, wil meer geld steken in de NPO maar wil dat “deze investeringen worden gekoppeld aan het verplicht naleven van de Fair Practice Code en de Code Culturele Diversiteit” (die overigens al twee jaar Code Diversiteit & Inclusie heet). 50PLUS wil extra geld voor een zender die specifiek gericht is op ouderen, lokale zenders en een uitgebreide programmering in de middag, wanneer senioren veelal kijken.

Over de investeringsverplichting zijn de meningen een stuk minder gepolariseerd. Er zijn geen uitgesproken tegenstanders van de heffing, die op het ministerie van OCW al in de maak was toen het kabinet aftrad halverwege januari. De investeringsverplichting staat expliciet vermeld in de verkiezingsprogramma’s van de PvdA, D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren. De manier waarop verschilt. In sommige gevallen worden alle vertoners genoemd als toekomstige betalers, inclusief de bioscopen die het het afgelopen jaar zo moeilijk hebben gehad. GroenLinks richt de pijlen echter exclusief op streamingdiensten. “Grote buitenlandse technologiebedrijven zijn belangrijke verspreiders geworden van films en muziek, vaak zonder er zelf in te investeren. Bedrijven die flink verdienen aan het werk van anderen, moeten ook een eerlijke bijdrage leveren aan de makers. We voeren een exploitatieheffing in over de inkomsten van onder meer streamingabonnementen. De opbrengsten komen ten goede aan Nederlandse producties en aan de makers.”

In hun verkiezingsprogramma’s gaat een aantal partijen in op de schade die de creatieve en culturele sector heeft opgelopen (en blijft oplopen) als gevolg van de coronacrisis. De SP heeft het over “een investeringsfonds ter ondersteuning van kunst en cultuur”. De PvdA wil structureel meer geld voor de sector om te investeren in de culturele infrastructuur en de arbeidsmarktpositie van culturele professionals, vaak kwetsbare zzp’ers, te versterken.

De reddingsplannen en ideeën omtrent noodhulp en structurele verandering zijn niet bijzonder gedetailleerd uitgewerkt in de verkiezingsprogramma’s, wat toch iets zegt over het kortetermijndenken dat nog steeds heerst in Den Haag. Kunsten ’92, de vereniging die de belangen van alle kunst- en cultuurbranches behartigt, heeft daarom een eigen plan gelanceerd: de New Creative Deal. Dit totaalpakket van aanbevelingen is erop gericht dat in de toekomst het cultuurbeleid beter en consistenter wordt geregeld en de subsidietoewijzing efficiënter en minder bureaucratisch plaatsvindt. Ook specifiek voor de film- en AV-sector heeft de New Creative Deal aanbevelingen.

Zo wordt er gepleit voor de ontwikkeling van een duurzaam garantiefonds voor audiovisuele producties zodat in het geval van calamiteiten zoals de coronacrisis er nog veilig voorinvesteringen kunnen worden gedaan. De slagkracht van de audiovisuele productiesector moet worden vergroot en een stimuleringsmaatregel moet ervoor zorgen dat streamingdiensten “een percentage van hun in Nederland gegenereerde omzet besteden aan of afdragen voor de productie en zichtbaarheid van Nederlands (cultureel) audiovisueel aanbod”. Het verschil tussen hoog en laag btw-tarief moet worden ingezet voor de financiering en promotie van nieuwe producties.

Om versneld uit de coronacrisis te komen stelt de New Creative Deal het instellen van fieldlabs voor. Ook moeten internationale experimenten worden gefaciliteerd. Op de langere termijn moet de sector worden versterkt door de Geefwet te verruimen waardoor meer private donaties worden aangetrokken. Daarnaast zouden overheid en fondsen giften en crowdfundingsacties ruimhartig moeten matchen.