Webfilm: NTR Kort mist zeggingskracht

  • Datum 10-11-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Verwarde docent-op-leeftijd in Vingers

Alleen Michiel ten Horn haakt aan bij de generatie Nanouk Leopold-David Verbeek. Andere beginnende makers in NTR Kort 2013 bevestigen weer eens het stereotype: de Nederlandse film schiet tekort in zeggingskracht.

NTR Kort zou een jaarlijks feestje van de Nederlandse film moeten zijn. De belangrijkste filmfinanciers — Filmfonds, Mediafonds en CoBO fonds — geven talent de kans om een korte film te maken. Hoewel het geldpotje beginnende én gevestigde regisseurs bedient, betekent deelname voor net afgestudeerden aan de Filmacademie niet zelden het opstapje naar ‘groter’ werk.

Na vertoning op televisie verscheen de nagenoeg complete selectie 2013 afgelopen maand ook online. Voor zover er een rode draad te trekken valt, is dat een teleurstellende. Een nieuwe generatie (Nanouk Leopold, David Verbeek, Sacha Polak, Marco van Geffen) logenstraft op dit moment de heersende clichés over de Nederlandse film, maar hun opvolgers schieten — als vanouds — tekort in zeggingskracht.

Zo is de bravoure van Guido van Driel ver te zoeken in Chauffeur. Net als in zijn korte films en De wederopstanding van een klootzak voert hij een lonesome wolf op: een taxichauffeur die een jochie zijn eerste rondjes leert draaien op een verlaten parkeerterrein. Het is sterk dat Van Driel de situatie niet benoemt, laat staan hoe het zover kwam. Maar hij reikt te weinig aan om er meer van te maken dan de bekende dooddoeners, over alleenstaande vaders en het magere contact met hun zonen.

Iets vergelijkbaars geldt voor Stand-by Me, de Nederlandse inzending voor de Oscar voor korte film, en Greifensee, dat in Utrecht een Gouden Kalf won. Martijn de Jong en Sonja Wyss proberen een magisch mysterie te creëren, rond respectievelijk een bejaarde die plotseling aan het klussen slaat en een moeder die haar dochter bijna laat verdrinken in een Zwitsers bergmeer. Alleen worden de achterliggende drama’s — van het naderende einde en ouder-kind-relaties — geen moment invoelbaar.

Pony Place en Kort ontberen dan weer een coherente visie. Joost Reijmers en Sanne Vogel (tevens Filmkrant-columnist) barsten van de ideeën, hele interessante ideeën zelfs, over de adoptie van nieuwe technologie en de eerste date met hetzelfde geslacht. Maar het zijn er zoveel, dat hun films eraan ten onder gaan — zoals een kakafonie van stemmen kan uitmonden in nietszeggendheid.

De enige die zich aansluit in het rijtje Leopold-Verbeek is Michiel ten Horn (De ontmaagding van Eva van End). Een wat oudere docent raakt in Vingers danig in de war: de hormonen van de generatie Facebook gieren door zijn klaslokaal. Als zijn vrouw de pan uitlikt, is dat (ineens weer?) een erotische uitnodiging; met zijn suffe gezinswagen vroemvroemt hij tegen de brommerjeugd. Zelden heb ik de tragiek van de man-op-leeftijd zo daverend humoristisch én hartverscheurend pijnlijk verbeeld zien worden.

Niels Bakker