Webfilm: Noah (hoe Facebook ons paranoïde maakt)
Een muis die over een iMac-scherm beweegt, is dat boeiend genoeg voor een film? Ja, zo bewijst deze Toronto-winnaar, die haarfijn uiteenzet hoe het internet onrust creeërt in ons hoofd — en het wantrouwen tegenover onze geliefden vergroot.
Het lijkt wel een knipperlicht. Online. Offline. Online. En toen weer offline. Wie de gebroken link op YouTube volgt, krijgt de mededeling "deze video is niet langer beschikbaar vanwege een auteursrechtclaim door Patrick Cederberg."
Cederberg is, samen met Walter Woodman, één van de regisseurs van deze winnaar van het afgelopen filmfestival van Toronto. Maar googelen leert dat de werkelijke aanklager Noah Lennox heet, de hoofdpersoon van Noah. Het liedje dat hij op zijn gitaar tokkelt, zo vertelt hij in een webcam-boodschap, schreef hij in een moeilijke periode: het was net uit met zijn vriendin. Over die verbroken liefde gaat de film. Noah wil zijn song nu op single uitbrengen, en liet de film daarom van YouTube verwijderen.
Het klinkt als een geloofwaardig verhaal. Ware het niet dat Noah een fictiefilm is, en Noah een verzonnen karakter. Nemen de makers het publiek in de maling? Is hun geknipperlicht op YouTube soms een parodie óp zulke auteursrechtclaims, die gemeengoed zijn in het internettijdperk?
Het zou me niets verbazen. De film gaat namelijk ook over het online bestaan. Woodman en Cederberg, debuterende filmstudenten, doen een poging dat bestaan betekenis te geven, het te doorgronden, de achterliggende essentie bloot te leggen.
Op papier klinkt Noah niet erg veelbelovend. Een simpele webcam brengt het surfgedrag van Noah in beeld. Als hij met de muis over het scherm gaat, beweegt de camera met hem mee. Geen baanbrekende cinematografische vondst, maar wel direct herkenbaar voor de 21e-eeuwse mens. En dat was precies de bedoeling: de film gaat over de onrust die deze handelingen creëren. Onrust op het scherm, die zich vertaalt in onrust in ons hoofd.
In het openingsbeeld logt Noah in op zijn iMac. Hij surft meteen naar YouTube, of ehmm foutje, YouPorn. Het volgende tabblad is voor Facebook, waar hij een chat opstart met zijn vriendinnetje Amy. Even skypen? Terwijl ze met elkaar bellen, blijft Noah actief met zijn openstaande vensters. Hij is maar half bij het gesprek. Zij zegt: "Je gaat volgend jaar studeren, in een andere stad, en ik wil je niets ontnemen in de mooiste fase van je leven." Ofwel, denkt Noah: Amy wil het uitmaken.
Vanaf dat moment raakt alles gekleurd. Noah leest alleen wat hij wíl lezen, ziet alleen wat hij wil zien. Hij logt in op Amy’s Facebook-account. Een jongen die haar foto’s liked en aan wie ze persoonlijke berichten schrijft: oja, Amy gaat dus vreemd.
Schrijver Nicolas Carr waarschuwde al voor de gevolgen van vluchtige aandacht op internet: het maakt ons tot oppervlakkige en paranoïde denkers. Woodman en Cederberg droppen de perfecte illustratie bij zijn betoog. Noah is weliswaar fictie, maar laat zich het beste bekijken als een documentaire. Want Noahs scherm spiegelt niet alleen hemzelf, maar ook de kijker. En alle internetgebruikers. Naar Noah kijken is kijken naar onszelf. Naar hoe we langzaam opgeslokt worden door Facebook, Skype, YouTube: een informatie-overload die onbeheersbaar dreigt te worden.
Paradoxaal genoeg is er een webfilm voor nodig om deze onheilsboodschap over te brengen. Als u een confrontatie niet uit de weg gaat: Noah is elders op het web gewoon nog te zien.
Niels Bakker