Webfilm: Neorealisme – de essentials
Twee montages van dezelfde film. Twee totaal verschillende benaderingen. In een prikkelend video-essay legt Kogonada, aan de hand van parallellen en verschillen tussen Stazione Termini en Indiscretion of an American Wife, de essentie van het neorealisme bloot.
"Als ik een experiment mocht doen, zou ik een tijdmachine bouwen, om daarmee naar het Italië van 1952 te reizen. Daar zou ik Vittorio De Sica vragen om een film te maken met Montgomery Clift en Jennifer Jones. Ik zou hem opzadelen met een Hollywoodproducer, bijvoorbeeld David O. Selznick. Vervolgens zou ik hopen op een clash van filmopvattingen. Zo krachtig dat er ruzie ontstaat, en er twee montages van dezelfde film komen. Die zou ik parallel aan elkaar afspelen, om zo de essentie van neorealisme te kunnen blootleggen."
Aldus video-essayist Kogonada, die zijn wens op een presenteerblaadje kreeg aangeboden. Niet als spel of experiment, maar als daadwerkelijke botsing tussen de Italiaanse en Amerikaanse cinema. Kogonada, die met Kubrick // One-Point Perspective één van de beste video-essays van 2012 afleverde, bekeek de films Stazione Termini (De Sica) en Indiscretion of an American Wife (O. Selznick)* op twee naast elkaar hangende schermen. Om harde noten te kraken over zijn ervaring, in een kortfilm voor Sight & Sound.
Kogonada’s prikkelende analyse past perfect in de beschouwende, bijna filmwetenschappelijke traditie van het deftige Britse filmblad. Door identieke scènes naast elkaar te leggen, ontstaat een overtuigend beeld van de cruciale verschillen. De Sica en Selznick maakten vooral andere keuzes in de montage. Om het op z’n Godards te zeggen: "The only great problem of cinema seems to be more and more, with each film, when and why to start a shot and when and why to end it."
Het belangrijkste verschil schuilt misschien wel in de lengte van de shots. Waar De Sica zich volgens Kogonada richt op de lege ruimte tussen de handelingen, zoals een van een stationsloket weglopende Mary Forbes (Jones), daar snijdt O. Selznick strak en to the point. Hij richt zich, geheel op zijn Hollywoods, op het als een sneltrein voortstuwen van het plot. Zo verliest O. Selznick hoofdpersoon Mary ook geen moment uit het oog — terwijl De Sica’s aandacht veelvuldig afdwaalt naar bijfiguren. Regelmatig gewone mensen, door wie Mary zich omringd weet.
Bij De Sica staat het collectief voorop, niet het individu. Kogonada zegt het niet met zoveel woorden, maar ook dat was een drijfveer van het neorealisme: de verbroedering van mensen weergeven, niet dat waarin ze anders zijn. Ondanks zijn warme pleidooi staat Kogonada daar in zijn eigen aanpak, ironisch genoeg, mijlenver vanaf. In weerwil van de talloze parallellen tussen de films, kijkt hij liever naar het handjevol verschillen. Die vormen de brandstof voor conflict, en levenselixer voor filmhistorici zoals hij.
*De films zijn bij Criterion op dvd verschenen.
Niels Bakker