Webfilm: Instant Cinema
Instant Cinema is het eerste Nederlandse webplatform voor videokunst. Initiatiefnemer René Daalder hoopt op een grotere publieke belangstelling voor de obscure kunstfilm.
De Nederlandse filmwereld is weer een digitaal filmhuis rijker. Na Cinemalink.tv, de webkanalen van de drie grootste filmfestivals en Filmotech (dat nog in de week staat), vond eind januari op het IFFR de lancering plaats van Instant Cinema, dat zich volledig wijdt aan de videokunst. De site is een initiatief van René Daalder, zelf experimenteel filmmaker, en EYE Film Instituut, in het bezit van een eigen avant-garde collectie.
Instant Cinema is een gesloten community-platform. Kunstfilmers die hun werk op de site willen zetten, moeten eerst door een collega worden uitgenodigd. Vervolgens mogen ze zelf weer vijf nieuwe makers benaderen die ze waarderen. Dat moet voorkomen dat de site een vergaarbak à la YouTube wordt. Er zijn inmiddels meer dan honderd films te vinden, vooral van Nederlandse makers zoals Gerard Holthuis, Noud Heerkens, Pim Zwier, Sietske Tjallingii, Michiel van Bakel en Dick Tuinder.
Daalder maakt in een geschreven pamflet duidelijk waarom hij niet met het Stedelijk Museum in zee is gegaan, toch de meest voor de hand liggende partner voor het project. De experimentele cinema moet het nu eenmaal hebben van exposities in musea en galerieën. Maar Daalder schrijft met ergernis over de exclusiviteitsclaim die zij leggen: musea willen de oneindig reproduceerbare videokunst eenzelfde uniciteit geven als een schilderij. Zo sluiten ze haar op in een ivoren toren, ver weg van het grote publiek. Met Instant Cinema wil Daalder die fout herstellen, door de experimentele film alsnog net zo populair te maken als de televisie.
Waar Daalder in zijn analyse wat makkelijk overheen stapt, is dat een museale presentatie in ‘ambitieuze installaties’ ook een artistieke en esthetische functie heeft. Want wat doet het met de kijkervaring als je de films van het computerscherm consumeert? De zich vervormende natuurlijke en stedelijke landschappen in sensibel van Michiel van Bakel komen beter tot hun recht in het pikkedonker van een expositiezaaltje, waar de film in een loop geprojecteerd wordt en je rustig in en uit kunt wandelen. Zoals from xerox to xerox van Jasper Elings juist gezien moet worden in combinatie met een tentoonstelling van abstracte schilderkunst.
Of is het een kwestie van tijd om eraan te wennen, omdat we op internet simpelweg nog te weinig op dit soort gruizige, vervreemdende videokunstwerken stuiten?
Mels van Zutphens the tip of the mont blanc had in elk geval zo als komische sketch op YouTube gekund. Op geanonimiseerde foto’s zien we hoe hij een poging doet de Mont Blanc te beklimmen. Niet om eeuwige roem te vergaren zoals De Saussure, maar om het stukje rots dat deze eerste bedwinger meenam van ‘het dak van Europa’ terug te brengen. Van Zutphen trof het ’topstuk’ aan in het Teylers Museum in Haarlem.
Of het waar gebeurd is of niet, doet er niet toe. the tip of the mont blanc neemt de absurde kronkelwegen waarmee museale collecties worden samengesteld op de hak: hoe is het mogelijk dat zo’n lullig stuk steen wordt tentoongesteld! Een beter pleidooi voor Daalders kritische houding tegenover dit gearriveerde instituut is nauwelijks denkbaar.
Niels Bakker