Webfilm: Caleidoscopische nostalgietrip

  • Datum 03-06-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Van het gekickstarte Kung Fury druipt de virale potentie af: eighties Miami cops, kung-fu, Thor, Hitler, hackers, dinosaurussen en ronkende Ferrari’s samengebracht in een aanstekelijk tijdreisplot.

Kung Fury is een goudmijn voor het internet, een half uur durende bron van postmodern vermaak die alle absurde elementen van de jaren tachtig overneemt en uitvergroot tot een caleidoscopische nostalgietrip. Er hangen in deze korte film ontelbaar veel balletjes in de lucht, maar in plaats van ze één voor één te laten vallen, jongleert de Zweedse regisseur, scenarist en hoofdrolspeler David Sandberg met ze als een virtuoze circusartiest. Van onwaarschijnlijk briljante hackers tot felgekleurde computeranimaties, van fetisjistische in beeld gebrachte Ferrari-bolides tot Miami cops en kung-fu: Kung Fury weet al die elementen (en nog zo en zo veel meer) te verwerken in zijn korte speelduur zonder uit te putten, te overweldigen of te vervelen. Dat dit allemaal uit Sandbergs hoofd heeft kunnen komen, en dankzij crowdfunding via Kickstarter verwezenlijkt, lijkt een klein mirakel. En een gouden voorbeeld van hoe crowdfunding de toekomst voor onafhankelijke film zou kunnen zijn.

Het idee op zichzelf bleek goud waard: een hybride poltie- en kung-fufilm waarin een kung-fu agent uit Miami (titelheld Kung Fury) het opneemt tegen een door martial arts geobsedeerde Hitler die zich liever Kung Führer laat noemen. Het klinkt extreem banaal — en eigenlijk is het dat ook — maar Kung Fury in zijn uitvoering zo uitzonderlijk geslaagd, audiovisueel zo baldadig en narratief zo aangenaam verassend, dat kritisch denken haast niet van toepassing lijkt te zijn. Deze film opent letterlijk met een tot leven gekomen en losgeslagen arcadekast die met Kung Fury in gevecht gaat. Die vliegt met zijn Ferrari door de lucht, springt uit zijn bolide en knalt tegen de monsterlijke gameconsole aan met een sierlijke karatetrap. Hoe kan je daar rationeel naar kijken? Wie zijn of haar verstand wél aan laat staan tijdens het kijken naar Kung Fury zal overigens nog verrast worden. Deze film is zo doordacht in zijn verwijzingen dat je zelfs met de jaren tachtig pagina van TV Tropes op een tweede scherm erbij niet alles kan volgen.

Kortom: Kung Fury is extreem awesome. De film combineert de eighties cool van Miami met de oriëntalistische weergave van martial arts uit diezelfde tijd. Het intro van Miami Supercops lijkt dan ook een net zo grote inspiratiebron als de tegeltjeswijsheden uit The Karate Kid. Voor de rest werkt de korte film met zijn overdaad aan verwijzingen en debiele plotwendingen vooral op een aflevering van animatieseries als South Park of Family Guy. Er zit zelfs een typisch stukje dialoog in Kung Fury dat letterlijk uit de South Park-aflevering ‘Lil Crime Stoppers’ lijkt te zijn getild: een boze politieagent klaagt dat hij het aan de stok heeft met de burgemeester omdat Kung Fury een te heftige renegade cop is.

Zulke verwijzingen werken in Kung Fury omdat we ze herkennen. Niet eens omdat iedereen de vergetelijke B-films uit de jaren tachtig heeft gezien waar ze vaak van afstammen, maar juist omdat de daaruit voortkomende hyperbolische, masculiene stijl ons beeld van jaren tachtig entertainment heeft gevormd. Dit blijkt ook op audiovisueel gebied. Daarin lijkt Kung Fury het meest op het werk van retro-elektronica-artiest Kavinsky, die ronkende motors en piepende banden van jaren tachtig-bolides probeert op te roepen in zijn muziek en videoclips. Net zoals het werk van Kavinsky klinkt en oogt Kung Fury hyper-eighties op een retroactieve manier: dreunende synths en scheurende gitaren, 3D groen en roze tegen de achtergrond van een nachtelijke skyline van Miami.

Ten minste, zo voelt de film als die zich nog in Miami afspeelt. Er zit namelijk een moment in Kung Fury waar Hackerman — "the most powerful hacker in the world" — de tijd té hard hackt en Kung Fury per ongeluk naar het Vikingtijdperk stuurt. Dan kijkt Kung Fury ineens weg als een typische Cannon fantasyfilm, maar dan op (nog meer) steroïden. In King Fury‘s Vikingtijd rijden met machinegeweren bewapende Walkuren op dinosaurussen rond en flext oppergod Thor zijn gigantische massa spieren voor de politieagent uit de toekomst. Als Thor hem naar Nazi-Duitsland stuurt om King Führer te verslaan, geeft Fury zijn nummer nog aan de rondborstige Walkuren. "Bel me", dreunt Sandberg er met zijn zwaar aangezette stem uit, voordat hij weer in een tijdsportaal stapt.

Met zulke grappen laat Sandberg zien dat zijn film niet bezwijkt onder de extreem onwaarschijnlijke plot. Sandberg linkt tijdsperioden, personages en gebeurtenissen aan elkaar als een postmoderne actieauteur, zonder zijn gevoel voor humor of sensatiezucht uit het oog te verliezen. Vooral zijn blik op eighties technologie is aanstekelijk. In één scene schiet Hitler bijvoorbeeld door de hoorn van een telefoon heen. Aan de andere kant van de lijn spuwen de kogels in het rond en leggen ze een volledig politiebureau plat. De telefoon is hier een portaal, net zo gemakkelijk naar je wil te buigen als de tijd blijkbaar te hacken is.

Kung Fury wil zo veel tegelijk zijn en daar schuilt snel een gevaar in. De enige reden dat Sandberg dan ook slaagt in zijn doel is omdat alle elementen in deze film één gemene deler hebben: plezier. Dit is de film van een filmmaker die zoveel plezier heeft gehad tijdens het maken, dat het in elk frame te zien is. Van de bizarre computeranimaties tot aan het grote eindgevecht tegen Hitler: alles is ongecompliceerd en aanstekelijk vermaak. David Sandberg heeft met zijn cast en crew tijdens het maken van deze film waarschijnlijk aan een stuk door gelachen. En nu de film eindelijk online staat, lacht het internet breeduit met hem mee.

Hugo Emmerzael