Webfilm: Beastie Boys Revisited

Een jaar voor zijn dood blikte Adam Yauch, ‘de meest beestachtige Beastie Boy’, terug op meebrulhit Fight for Your Right (to Party). Een zilveren jubileum vol ironie, zelfspot en melige lolbroekerij.
Kan dat, een videoclip maken voor een song zonder die te laten horen? Wel als het gaat om een klassieke song, die zijn 25ste verjaardag viert. Adam ‘MCA’ Yauch, de vorige week overleden frontman van de Beastie Boys, maakte een jaar voor zijn dood de half uur durende jubileumfilm Fight for Your Right Revisited — en dan weet u wel over welke song we het hebben.
De slagzin van een generatie, over het grondrecht om feest te vieren, klinkt alleen nog vaag onder de openingsbeelden. Daarin rent het hiphoptrio, gespeeld door Elijah Wood, Seth Rogen en Danny McBride, de trap af na een vette houseparty. Achter hen rookwolken: een wonder dat ze de burgerlijke onderburen (Stanley Tucci en Susan Surandon) weten te omzeilen met hun gewiekste praatjes. Pas na de vandalistische, drankzuchtige en seksistische stadswandeling die volgt, horen we weer muziek. Niet Fight for Your Right, maar Make Some Noise — afkomstig van het laatste Beastie Boys-album.
En zo wordt dit een videoclip voor twee songs. Of beter: een clip voor een nieuwe song, die de confrontatie zoekt met zijn grijsgedraaide voorganger. Een botsing tussen heden en verleden, en zelfs met de toekomst. Want het hoogtepunt van de film is een pastiche-in-pasteltinten op Back to the Future — niet toevallig ook uit de jaren ’80. Maar wie stappen er uit de als racewagen vermomde tijdmachine? De bejaarde en rondbuikige Beastie Boys (Will Ferrell, John C. Reilly en Jack Black), die zichzelf presenteren als de enige echten.
Dat zullen we weten ook. De frisse jonkies en pafferige oudjes kruisen de degens, voor een heuse breakdance-battle. Daarin springen vooral hun onkunde en onhandigheid in het oog. Horkerig gemaai, een a-ritmische vlinderslag, een hand door een bilspleet. En dat alles loopt uit op een zeikgevecht — letterlijk.
De Beastie Boys, onlangs als derde hiphopgroep opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame, bewijzen hiermee niet alleen eeuwige pubers te zijn. Ze bevestigen ook hun reputatie van koningen van de humor in de hiphop. Waar collega-rappers zichzelf maar al te serieus nemen, blinken zij uit in zelfspot en ironie. Yauch neemt, in dit verjaarsfeestje vol lolbroekerij en met een melig improviserende sterrencast, zijn legendarische band ongenadig op de hak. Er is absoluut lef voor nodig, om zo op je eigen carrière en — naar nu jammerlijk blijkt — leven terug te blikken.
Niels Bakker