Webfilm: Animatie-grootmeesters Gerrit van Dijk en Fjodor Chitroek

I Move, So I Am van Gerrit van Dijk
De twee animatoren die deze week overleden en tot de belangrijkste ter wereld behoren, laten een speels en veelzijdig oeuvre na — ook op YouTube. Vooral de moeite waard: Chitroeks politieke films met tragische eenlingen en Van Dijks zwierige aanzetjes tot zelfreflectie.
R.I.P.: twee vaders van de vaderlandse animatie. In Rusland overleed op dinsdag 3 december Fjodor Chitroek, in Nederland bezweek Gerrit van Dijk een dag later na een langdurig ziekbed. De één stond aan de wieg van de Sovjettekenfilm, de ander ontwikkelde zich van politiek pamflettist tot lyrisch postmodernist. Beide makers wonnen prijzen van Cannes en Venetië tot aan Berlijn. En laten een veelzijdig oeuvre na, waarvan een flink deel (al) op YouTube is te vinden.
Fjodor Chitroek vergaarde in eigen land faam met zijn Winnie de Poeh-trilogie, een ironische en bespiegelende variant van de brave Disney-serie. Maar de twee hoogtepunten uit zijn oeuvre zijn het Gouden Palm-winnende Island en het sardonische The Man in the Frame. Beide films zijn politiek zonder echt politiek te worden. Chitroek leverde zijn maatschappijkritiek niet top-down maar bottom-up. Hij kijkt niet vanuit ideologische dogma’s maar vanuit de tragische eenling. Het gaat hem om ‘het lot van de arme mens’.
In Island wacht een verwilderd mannetje op een onbewoond eiland met smart op redding. Tevergeefs. Aan passanten geen gebrek, alleen zijn zij allemaal met zichzelf bezig. Als makke schapen hollen ze mee in de modern-technologische samenleving. Met autowrakken volgeladen vrachtschepen, harpoenwerpende walvisjagers, driftig fotograferende toeristen op cruiseschepen. Zelfs de kolonisten die hun vlag planten en de oorlogsvloot die de olievelden leegslurpt laten hem achter, eenzaam en moederziel alleen.
The Man in the Frame is de enige film die Chitroek op een reprimande van de censor kwam te staan. Dat verbaast niet: het filmpje gaat over een bureaucraat die koste wat kost hogerop wil. Zijn wapens? Beleidsnotities schrijven, collega’s verstoten, applaudiseren voor de baas. Chitroek verbeeldt de bureaucraat als een geschilderd portret, en onderstreept daarmee zijn haantjesgedrag en machtswellust. Het is bijtend, spottend en vlijmscherp, ook als hedendaagse satire. Want The Man in the Frame onttrekt zich natuurlijk aan de Sovjetbureaucratie — niet de enige machtsconstellatie waar mensen op deze manier opklimmen.
Chitroek hield er een fantasievolle, speelse, levendige tekenstijl op na. Hij versneed zijn animaties vaak met foto’s, geluidsfragmenten en real life action, tot een collage-achtig geheel. In deze benadering ontmoet hij Gerrit van Dijk, die ook in zijn getekende figuurtjes vaak dichtbij de realiteit bleef. Een gedurfde en originele onderneming: de filmische discipline die de meest vrije omgang met de werkelijkheid toestaat, juist een hoog werkelijkheidsgehalte meegeven. En dat zonder in te boeten op de vrije verbeeldingskracht, want Van Dijk is minstens zo fantasievol, speels en levendig.
De twee hoogtepunten uit Van Dijks oeuvre zijn Gouden Beer-winnaars Pas à Deux en I Move, So I Am. Twee intertekstuele, zelfreferentiële werken waarmee Van Dijk zijn tijd ver vooruit was. De inzet? Niets minder dan de (animatie)kunst zelf. In Pas à Deux danst Pop-eye kortstondig met Betty Boop, om dan te veranderen in Mickey Mouse en andere tekenfilmfiguren. Jezus vraagt Maria ten dans, Tarzan zijn Jane. En we zien Vincent van Gogh in een heuse breakdance-battle. Het eindigt met Van Dijk en co-regisseur Monique Renault, die hun wals uitvoeren in dezelfde vloeiende, golvende patronen van zich aaneenrijgende potloodlijntjes. Zij plaatsen zichzelf, met veel zelfspot en relativering, in een rijke traditie.
In I Move, So I Am duikt Van Dijk nog dieper in zijn eigen ziel. Hij tekent zichzelf. Wist zichzelf uit. En begint dan opnieuw te tekenen. Omringd door verwijzingen naar zijn persoonlijke levensloop (kerkgang), inspiratiebronnen (Mondriaan) en de sportgeschiedenis (Raleigh-wielerploeg). Van Dijk reflecteert op het creatieve proces, het creatieve proces van het animeren. Van de zoektocht naar de juiste cadans, een beetje zoals een schrijver dat met woorden doet.
Het mooie is dat Van Dijk zich in zijn behoefte aan zelfreflectie niet beperkte tot zijn films, maar een goed gevuld YouTube-kanaal achterlaat. Daarop staat een groot deel van zijn films naast allerhande reflecties. Making ofs, reportages, improvisaties — als het schetsboek van een schilder. En zoals musea de uitprobeersels van de grootste schilders tentoonstellen, zo verdient Van Dijk een postume expositie van dit materiaal in relatie tot zijn werk. Daarnaast vormt het een prachtige aanzet voor zijn biografie, die de vader van onze vaderlandse animatie meer dan verdient.
Niels Bakker