‘Wat ik belangrijk vind aan een verhaal is kwetsbaarheid’

  • Datum 28-09-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

In het nieuwe programma Forum van de Regisseurs op het Nederlands Filmfestival wordt vanavond de experimentele telefilm Groenland van Thomas Kaan vertoont. Schrijver en scenarist Philip Huff komt voordragen uit zijn verhaal dat als basis diende voor de film: ‘Zij’. "Een boek is geschreven taal waardoor het beelden in je hoofd worden, een film gebeurt daar buiten op het scherm. Dat is overweldigend."

In eerste instantie zou Huff iets schrijven als reactie op de film, vertelt hij. "Maar eigenlijk is de film zelf al een reactie op mijn verhaal. Dan krijg je dus een reactie op een reactie, wat weer leidt tot een reactie in het gesprek. Ik was bang dat we in een gekke meta-loop zouden belanden. Daarom ga ik terug naar de bron, het verhaal, ‘Zij’. Ik zal ook juist de stukken voordragen die niet in de film zijn gekomen."

Hoe kijk jij naar de relatie woord en beeld gezien je rol als schrijver en scenarist? "Dat is één van de grote vragen natuurlijk: hoe je woord naar beeld vertaalt. Er hangt een citaat hier bij me thuis: een scenario is de bladmuziek, de film de uitvoering. Een regisseur geeft aan je woorden toch weer een heel andere draai. Wat ik belangrijk vind aan een verhaal is kwetsbaarheid. In een geschreven verhaal creëer je dat door de dialogen, door de manier waarop personages spreken, doordat je zo in iemands hoofd kruipt. Dat is intiem, personages geven zich op die manier bloot. Bij een film gebeurt dat mijns inziens door middel van het spel. Daar heb ik het met hoofdrolspeler Thomas Ryckewaert over gehad. De spanning bij een verfilming zit ‘m volgens mij in hoe ver je de kwetsbaarheid van het spel laat door schijnen. Hoeveel trucjes gebruik je, hoeveel barrières werp je op tussen spel en publiek."

Toch heeft regisseur Thomas Kaan juist heel erg met de vorm geëxperimenteerd. "Dat waardeer ik ook aan hem. Hij is een regisseur met een visie, hij kiest wat hem het beste lijkt. Gek genoeg is Groenland bijna het tegenovergestelde van mijn schrijfstijl geworden, die veel soberder is. Thomas heeft echt alle aspecten van de filmtaal verkend: de verschillende stijlen van het camerawerk, de jump cut-montage, afwisseling in de vormgeving en belichting. Alles springt uit de band. Het wordt voor mij trouwens ook weer een nieuwe kennismaking met de film. Wat ik me herinner, is hoe overweldigend ik het soms vond. Overweldigend, ja. Dat woord past bij film: de beeldtaal, de muziek. Een boek is geschreven taal waardoor het beelden in je hoofd worden, een film gebeurt daar buiten op het scherm en komt dan binnen. Dat is overweldigend. Vanuit dat perspectief heeft Thomas ook de verfilming benaderd, denk ik."

Guus Schulting