Van elf omroepen naar vijf omroephuizen

Het kabinet wil €156 miljoen bezuinigen op de publieke omroep. Minister Eppo Bruins heeft nu bedacht hoe hij dat gaat doen. De elf huidige omroepen moeten opgaan in vijf ‘omroephuizen’. De eis van minimaal 100.000 leden wordt afgeschaft.
De plannen waren eerder al gedeeltelijk uitgelekt maar toen was nog niet duidelijk om hoeveel omroephuizen het precies ging. Het AD kreeg deze week een brief in handen waarin het aantal van vijf wordt genoemd. Die brief zou eigenlijk pas vrijdag worden behandeld in de Tweede Kamer maar is al gepresenteerd en goedgekeurd in een voorbereidende vergadering.
De plannen van Bruins betekenen een serieuze make-over van het omroepbestel. De minister wil in het hervormde stelsel geen nieuwe omroepen meer toelaten, zoals de afgelopen jaren is gebeurd met onder andere Zwart en Ongehoord Nederland. Die kregen toegang tot zendtijd door genoeg abonnees te werven. In het huidige stelsel moeten omroepen iedere vijf jaar bewijzen dat ze minimaal 100.000 leden hebben om hun relevantie aan te tonen. Als het aan Bruins ligt, verdwijnt dat criterium van tafel omdat lidmaatschap van maatschappelijke verenigingen volgens hem niet meer van deze tijd is.
De ‘omroephuizen’ die Bruins voor ogen heeft worden gevormd door samenwerkingen tussen de bestaande omroepen. Het idee is dat dit schaalvoordeel oplevert door lagere kosten voor administratie, HR, fondsenwerving en marketing.