Tijdelijk onderdak voor ’t Hoogt aan de Neude

Voormalig hoofdpostkantoor van Utrecht aan de Neude

Filmhuis ’t Hoogt, dat sinds de sluiting van de oude locatie een nomadisch bestaan leidt in Utrecht, heeft tijdelijk onderdak gevonden. Het voormalige postkantoor aan de Neude begint volgende maand een nieuw leven als bibliotheek. In de theaterzaal gaat ’t Hoogt zes dagen per week films draaien.

De zaal is sober van opzet, met 49 stoelen, maar de voorzieningen zijn van filmtheaterkwaliteit. Op 2 april vindt de eerste voorstelling plaats: Sidik en de panter, de Nederlandse documentaire van Reber Dosky die vorig jaar te zien was op IDFA. De film is typerend voor de programmering van de nieuwe locatie, die directeur Rianne Brouwers typeert als ‘hardcore Hoogt’. “We zullen vooral kleinere films draaien. Veel niet-westerse titels en documentaires. En omdat we samenwerken met de bibliotheek ligt het accent iets meer dan voorheen op jeugdfilms.”

De samenwerking met de bibliotheek behelst de programmering van de theaterzaal met boekverfilmingen en randactiviteiten. De invulling van de filmzaal valt geheel onder ’t Hoogt zelf. “Het wordt een beetje puzzelen hoe we het gaan doen maar vanaf april zullen we zes dagen per week open zijn. Alleen op maandag zijn we gesloten. We mikken op achttien slots per week, maar pas na de zomer zal alles zijn uitgekristalliseerd. We zijn nu ook nog bezig met het aantrekken van personeel en vrijwilligers.”

De overeenkomst met de bibliotheek geldt voor in ieder geval drie jaar. In de tussentijd blijft ’t Hoogt programmeren op locaties in de stad. “Omdat de nieuwe locatie flink wat aandacht vraagt zullen dat er minder zijn dan voorheen, waarschijnlijk drie à vier. Vorig jaar organiseerden we nog vertoningen op vijf plekken.”

Als alles volgens plan loopt, wordt in januari 2021 begonnen met de bouw van de nieuwe locatie van ’t Hoogt. Die komt in de Central Studio’s in het Werkspoorgebied. Naar verwachting gaan de deuren open in het voorjaar van 2022. “We hebben dus wat overlap met de Neude”, concludeert Brouwers. “Het zou best kunnen dat we daarna de zaal in het stadscentrum aanhouden als dependance.”